|
|
Hackers
Kraak het systeem Een gesprek met Rop Gonggrijp, hacker van het eerste uur
door Ine Poppe Hackers onderzoeken de mogelijkheden van computers, ook als die niet van henzelf zijn. Rop Gonggrijp was een van de eerste Nederlandse hackers. Tegenwoordig leidt hij een bedrijf dat zich juist bezighoudt met computerbeveiliging. ,,Het helden-imago van de hacker is maar ten dele terecht, maar wel erg sexy.'' Voorzichtig til ik een stevige tweejarige peuter de trap af in een nieuwbouwflat in Amsterdam Oost. Rop Gonggrijp, een van Hollands eerste hackers, heeft zijn andere kind op de arm en draagt een wagentje voor de tweeling. Het is mooi weer en Gonggrijps oppasdag, een goede gelegenheid om te praten over de hackers-cultuur, met luiers en flesjes in het park. Als ik tegenover Gonggrijp in het gras zit, denk ik aan de cult-video van Analiza Savage. De filmmaker Savage uit San Francisco volgde hackers uit Europa en Amerika met een kleine camera. Onscherpe beelden, een wiebelige camera-voering: bij slecht licht zien we wilde jongens in geheimzinnige computerkelders. Gonggrijp, lange dunne slierten om zijn hoofd, is de leider van een groep jongens die zich letterlijk ondergronds begeeft. Hij schroefde een kast open en liet een roltrap in een Amsterdams metro-station de andere kant op draaien. Ik vraag Gonggrijp wat er over is gebleven van zijn wilde haren, nu hij als ex-directeur van Xs4all, Nederlands oudste publieke Internetprovider, kan rentenieren. Rop Gonggrijp lacht en zegt dat het allemaal wel meevalt. Hij heeft nu het bedrijf ITSX, Information Technology Security Experts, dat zich bezig houdt met computerbeveiliging. Als er hacks in het nieuws zijn, zoals onlangs het beveiligingslek bij World Online wordt zijn mening gevraagd.
,,Je bezighouden met beveiligen ligt in het verlengde van hacken. Hackers bedenken allerlei trucjes en proberen die uit. Beveiligen is hetzelfde. Het is nooit klaar. Banken en verzekeringsbedrijven zijn niet meer de enige die beveiliging nodig hebben. Als jij een home-page hebt, vertrouw je op je Internetprovider en neem je aan dat niet zomaar iedereen je homepage kan veranderen, en dat je post niet aan anderen wordt doorgegeven. Nu onze activiteiten zich steeds meer on-line afspelen, heeft een steeds bredere groep mensen behoefte aan beveiliging.'' Gonggrijp is al vanaf zijn twaalfde jaar met computers bezig. ,,Mijn vader kreeg voor zijn werk een TRS80, een computertje van een paar honderd piek zo groot als het huidige notebook, want hij was medisch verslaggever voor de Telegraaf. Er zat een akoestisch modem bij, dus je moest de hoorn erin duwen en dan draaide je het telefoonnummer. Ik kon bulletinboards (digitale prikborden) bellen, de allereerste in Nederland, dat was rond 1983.'' Veel viel er in die dagen voor particulieren niet te beleven op het netwerk. Universiteiten en grote bedrijven als Shell, gebruikten het net voor onderlinge communicatie. Gonggrijp hield de bulletin-boards voor gezien en ging universiteiten en bedrijven bellen. ,,Ik belde een bedrijf en zei: 'Ik ben mijn wachtwoord vergeten, mijn naam is van Dijk.' Het antwoord was dan: 'Ik zal het even opzoeken. Theo van Dijk van afdeling verkoop?' Waarop ik zei: 'Ja, ja, dat klopt.' Zo ging dat. Het was toen heel makkelijk.''
|
NRC Webpagina's 4 september 1998
|
Bovenkant pagina |
|