Begin tekst
NIEUWS
TEGENSPRAAK
SUPPLEMENT
AGENDA
ARCHIEF
ADVERTENTIES
SERVICE

EVJ
Overzicht

Vragen & Opmerkingen

Begrippenlijst:
A, B, C, D, E,
F, G, H, I, J,
K, L, M, N, O, P,
Q, R, S, T, U,
V, W, X, Y, Z

Europese centrale bank (ECB)

Met ingang van 1 januari 1999 wordt de geldpolitiek binnen de Economische en Monetaire Unie (EMU) gevoerd door de in Frankfurt gevestigde Europese Centrale Bank (ECB). De ECB is op zijn beurt onderdeel van het Europese Systeem van Centrale Banken (ESCB), waaraan verder de nationale Centrale Banken van de 15 EMU-landen deelnemen.

Het Bestuur van de ECB wordt gevorm door de President (Wim Duisenberg) en 5 leden. Dit Bestuur, de Executive Board, vormt samen met de op dit ogenblik 11 deelnemende Gouverneurs van de nationale centrale banken de Raad van de ECB (Governing Council).

De ESCB is een van de politiek onafhankelijke instelling met als hoofddoel het handhaven van prijsstabiliteit. Daarbij zal het algemeen economisch beleid van de EU ondersteund worden.

De Europese Centrale Bank bewaakt de waarde van de euro. Daarbij gaat het vooral om de binnenlandse koopkracht van de euro (dat wil zeggen binnen het eurogebied). Met andere woorden de ECB probeert de inflatie binnen de landen die samen de Economische en Monetaire Unie (EMU) vormen zoveel mogelijk tegen te gaan. Het actief streven naar een stabiele buitenwaarde van de euro (de wisselkoers) is daaraan ondergeschikt. Net als bijvoorbeeld de koers van de Amerikaanse dollar en de Japanse yen, wordt de wisselkoers van de euro voornamelijk overgelaten aan vraag en aanbod op de internationale valutamarkten.

De hoofdtaken van de ECB zijn:

  • het vaststellen en uitvoeren van het monetaire beleid in de eurozone;
  • het zonodig kopen of verkopen van vreemde valuta's om de koers van de euro te beïnvloeden (zogeheten valuta-interventies);
  • het aanhouden en beheren van de officiële reserves van de lidstaten (voorraad vreemde valuta en goud);
  • het bevorderen van een soepel werkend betalingsverkeer binnen de eurozone.

De geldpolitiek van de ECB wordt gevoerd met behulp van het rente-instrument. De drie voor het beleid belangrijkste tarieven zijn

A de basis-herfinancieringsrente of ook wel de refirente of reporente,

B de rentevoet op de marginale kredietfaciliteit en

C de rente op de marginale depositofaciliteit.

ad A Het rentetarief dat het ECB hanteert op wekelijks uitgevoerde basis-herfinancieringstransacties (repo-overeenkomsten) met een looptijd van twee weken. De reporente ligt in de regel binnen de bandbreedte van de rente op de marginale beleningsfaciliteit en de rente op de marginale depositofaciliteit.
Een repo-overeenkomst wordt gebruikt bij de toepassing van basis-herfinancieringstransacties met wederinkoop. Hierbij worden waardepapieren verkocht door de ECB aan de pariculiere banken, waarbij de verkoper afspreekt die waardepapieren tegen een vastgestelde prijs op een toekomstige datum weer terug te kopen. Zo'n overeenkomst is vergelijkbaar met het opnemen van krediet (door de particuliere banken) op onderpand.

Ad B Met de marginale kredietfaciliteit zet de ECB een renteplafond in de geldmarkt. Binnen de marginale kredietfaciliteit kunnen de banken onbeperkt krediet opnemen. Het rentetarief dat de Bank hiervoor berekent, geeft daarmee een bovengrens aan de geldmarktrente. Want geen enkele particuliere bank zal een hogere rente willen vergoeden dan het tarief waartegen het onbeperkt bij de ECB terecht kan.

Ad C Met de marginale depositofaciliteit legt de ECB een rentevloer in de geldmarkt. De particuliere banken kunnen namelijk onbeperkt hun tijdelijke liquiditeitsoverschotten rentedragend bij de ECB onderbrengen. De rente die de ECB op deze deposito's vergoedt is dus de minimumrente op de geldmarkt. Particuliere banken zullen geen lagere rentevoet accepteren.
Zonodig stelt de Bank speciale beleningen beschikbaar. Banken kunnen op deze kredietmogelijkheid (looptijd meestal twee weken of korter) inschrijven bij de ECB. Het is vooral met dit rentepercentage dat de ECB het niveau van de korte rente in de eurozone beïnvloedt.

Zodra inflatieverwachtingen de kop op dreigen te steken, zal de ECB de geldgroei en daarmee ook de groei van de bestedingen proberen af te remmen door een verhogen van haar rentetarieven.

Bovenkant pagina
NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD / Pleus & Schöndorff (15 november 1999 / web@nrc.nl)