Begin tekst

NIEUWS
TEGENSPRAAK
SUPPLEMENT
DOSSIERS
ARCHIEF
ADVERTENTIES
SERVICE

EVJ
Overzicht

Vragen & Opmerkingen

Begrippenlijst:
A, B, C, D, E,
F, G, H, I, J,
K, L, M, N, O, P,
Q, R, S, T, U,
V, W, X, Y, Z

REACTIES,
SUGGESTIES,
VRAGEN.....

Wie wil reageren op deze rubriek, wie suggesties heeft of vragen wil stellen naar aanleiding van wat er is behandeld, kan dit doen door een e-mail te sturen naar evj@nrc.nl. Wij antwoorden zo snel mogelijk.

Jan Pleus
Rolf Schöndorff

Een selectie van vragen en antwoorden

25 september

geachte heren,

ik moet voor mijn eindwerksuk de volgende vraag beantwoorden waar ik het antwoord niet op weet. de vraag is " waarom is de koers van de euro zo laag in verhouding tot de dollar en andere munteenheden? " zouden jullie alsjeblieft snel willen reageren, want ik moet nu alle informatie verzamelen en dan beginnen. alvast heel erg bedankt,

groetjes Bianca

Beste Bianca,

Sorry dat het antwoord even op zich heeft laten wachten. Bij deze dan, in de hoop dat je er toch nog wat mee kunt beginnen. In onze rubriek (Economie voor jou) vind je uitgebreide uitleg hierover, bijvoorbeeld in de bijdrage 'Eurosie'.

Met vriendelijker groet,
Jan Pleus


23 september 2000

Beste meneer Rolf en Jan,

Ik zit in 4vwo en moet een werkstuk maken over prinsjesdag.1 van de vele vragen isOp de begroting van het Rijk staat ook een post voor de Europese Unie.Wat zijn de inkomstenbronnen van de Europese Unie?Kunt u antwoord geven op deze vraag want ik snap hem niet.

Bij voorbaat dank,
Linda

Beste Linda,

De lidstaten van de EU dragen geld af aan de begroting van de EU. Dus op onze Rijksbegroting staat een post 'belastingafdrachten aan de EU'.

Vr.groet
Rolf Schöndorff


22 september 2000

Geachte heren

Ik ben momenteel bezig met het vak financiele communicatie en het gaat over investeringsbeslissingen. Nu staat er een vraag in over disconteringsvoet. In jullie begrippenlijst staat echter alleen disconto en ik denk niet dat ik hiernaar op zoek ben. zouden jullie mij misschien uit kunnen leggen wat disconteringsvoet precies is en hoe je die kunt bepalen?

Alvast mijn vriendelijke dank!
gr, Karian

Beste Karian,

bij investeringsbeslissingen moet je de contante waarde bepalen van een toekomstige stroom opbrengsten van die investering; de rentevoet waartegen je dit doet heet de disconteringsvoet; zie in spreadsheet Excel NPV (net present value) en lees ook even ons artikeltje van 28 feb 2000. Succes ermee,

vr groet
Rolf Schöndorff


20 september 2000

Geachte heren Pleus en Schöndorff,

Ik ben een eerstejaars student aan de universiteit Groningen en ik studeer Economie. Wij zijn nu bezig met een opdracht over markten. Nou was mijn vraag: Waarom bestaat er in één organisatie ook concurrentie. Neem Amstel en Heineken, deze merken bier behoren tot één en hetzelfde bedrijf. Als je nu naar de TV kijkt zie je af en aan reclame's van zowel Heineken als Amstel. Wat is het doel van deze concurrentie. Een ander voorbeeld is Vendex KBB, dit concern bestaat uit bedrijven die elkaar ook beconcurreren, zoals HEMA en V&D. Is dit om het marktaandeel te vergroten of zit hier iets anders achter. Zou u deze vragen kunnen beantwoorden?

Bij voorbaat dank,
Simon Rozendal

Beste Simon,

het is inderdaad om verschillende doelgroepen aan te kunnen spreken en zo het totale marktaandeel te vergroten.

vr gr
rsff


26 mei 2000

Geachte redactie,

Voor een project over de Euro moet ik een hoofdstuk maken over het verband het verband tussen de Euro en de politieke eenwording van Europa. Hebben jullie daar misschien informatie over. Alvast bedankt.

Ps: Wij zijn lid van jullie krant

Beste Joost,

leuk dat jullie abonnee zijn, maar daar hebben wij niet veel mee van doen; wij zijn freelancers; helaas is er nog steeds geen zoekmachine op de site, anders zou je even onder euro kunnen zoeken; we hebben er wel over geschreven; dat zul je zelf even moeten nagaan; je ziet het meestal wel aan de titel van het stuk; verder zijn er sites die speciaal over de euro gaan, gebruik daarvoor een zoekmachine als ilse of alta vista; de hoofdlijn: wo2; kolen en staal (oorlogsindustrie) frankrijk en duitsland samenbrengen (egks 1951); toen ook andere bedrijfstakken (eg); sinds jan 99 1 monetair beleid (ecb en euro); op den duur ook andere delen van econ politiek; vervolgens politieke eenheid; kan nog wel wat jaartjes duren, omdat men strijdt over intergouvernementeel, federaal etc; zie wat recent de duitstse premier heeft gezegd (en de schandelijke reactie van de franse minister chevenement daarop)

succes
rolf schöndorff


9 mei 2000

Beste Noorderburen Jan Pleus en/of Rolf Schöndorff,

Volgende week vrijdag dien ik een presentatie (academisch niveau) te geven omtrent het sociaal-economisch beleid in Nederland de laatste tien jaar. Ik heb reeds gevonden dat Nederland een aanbodsbeleid voert. Kenmerkend hievoor zijn de gematigde loonpolitiek, stimlulatie van de concurrentie, deregulering,zoveel mogelijk toegansbarrieres wegnemen, verlaging van belastingen

Kunt u me nog verder aan informatie helpen, eventueel overzichtelijk tabellen betreffende de werkloosheid, lonen, .. Ook heb ik een vraag over het Poldermodel, wat houd dit juist in, is dit enkel dat gevoerd aanbodbeleid + de overeenkomst tussen vakbonden en overheid om de lonen te matigen in compensatie voor meer jobs. Ook had ik graag enkele SWOT-analyses en kosten-baten analyses gevonden die de Nederlandsee overheid gebruikt ter ondersteuning van hun beleid. De presentatie dient een 10 à 15 tal bladzijden te bedragen. Kunt u me nog verder informatie verschaffen.

Dank bij voorbaat
Arteel Dirk

Beste Dirk,

je vraagt nogal wat; poldermodel is wat je schrijft; informatie over nederland de afgelopen tien jaar vind je door 10 miljoenennota's (met name de inleiding), of idem Verslag DNB of idem CEP naast elkaar te leggen; de ned regering gebruikt geen swot-analyses vzv ik weet.

Vriendelijke groet,
Rolf Schöndorff


1 mei 2000

Beste Jan en Rolf,

Steeds vaker lees je over de trend dat bedrijven zich terugtrekken op kernactiviteiten. Ook in de praktijk is dit zichtbaar. Welke redenen zijn hiervoor te bedenken? Alvast bedankt voor het beantwoorden van bovenstaande vraag.

Met vriendelijke groeten,
Hans Bloemendaal

Beste Hans,

ik denk dat het zich terugtrekken op kernacitiviteiten (core business)te maken heeft met het willen plukken van de vruchten van specialisatie: je toeleggen op de zaken waar je goed in bent (een relatief kostenvoordeel in kunt bereiken) en anderen de zaken laten doen waar zij goed in zijn (waar zij een relatief kostenvoordeel in kunnen bereiken. De leer van de comparatieve kostenverschillen geldt voor landen, maar ook voor ondernemingen en ook voor personen.

Vriendelijke groet
Rolf Schöndorff


25 april 2000

Geacht heer/mevrouw,

Ik ben een werkstuk over brazilie aan het maken.ik zoek me de hele dag rot om te weten te komen waar ze in brazilie mee betalen. zou u me daarbij kunnen helpen ? (ik weet niet of ik aan het goede adres ben)(ik hoop het wel)

vriendelijke groet
Wietse van Heijnsbergen

Beste Wietse,

betaalmiddel is de Real (meervoud Reais) die momenteel dacht ik zo rond de 1.80 R per USD staat; is na de devaluatie opgelopen (eigenlijk dus gezakt) tot ruim 2R per $, maar herstelt zich langzaam; raar dat je die munt niet kunt vinden; ook op onze site heb ik een paar keer over brazil geschreven; gebruik je internet als bron? neem ook de country reports en country profiles van the economist intelligence unit erbij; zeer goed; ga naar studie-afdeling van een bank, bijv abnamro en vraag of je ze in mag zien; en elke bank heeft wel een latin america desk met info; ook bij economische voorlichtingsdienst kun je terecht; hebben tegenwoordig een prima website. Succes,

vr groet
rolf schöndorff


23 april 2000

[zonder aanhef]

Wat opties inhouden is mij wel redelijk duidelijk, als ik echter teletekst bekijk e.d. is het mij nog niet duidelijk hoe ik dit moet interpreteren. Please advise me.

Gerben van den Barg

Beste Gerben,

goed idee om er een gifje van teletekst bij te doen; laten we bekijken de call csm (centrale suiker mij) 47+ (die +,* en - geven afrondingen aan die zijn ontstaan bij de overgang op de euro; ze lopen er op den duur vanzelf uit); de onderliggende waarde (het aandeel csm) heeft op dit moment (vrijdag 2304 om 16.40 uur) een koers van 48.30 euro (was gister 48.60 euro); de call was gister te koop voor 2.20 en op dit moment is er het laatst gehandeld op 2.00 (geel), hij was vandaag hoog 2.05, laag 2.00; omdat het aandeel iets in waarde is gedaald is de call ook iets minder waard geworden.

Het bezit van deze call geeft jou het recht om voor 47+ plus 2.00 premie dus voor 49+ tot en met de derde vrijdag in mei een aandeel csm te kopen (= op te vragen bij degene die jou dit recht heeft verkocht); jij doet dit nu niet, want je kunt hetzelfde aandeel csm voor 48.30 op de beurs kopen; pas als het aandeel meer waard wordt dan wat jij betaald hebt, wordt het interessant om bij de vrkoper ( de schrijver) van de optie het aandeel op te vragen; meestal doe je dit niet en verkoop je de call zelf als er een aardige winst op zit (denk ook aan de aan- en verkoopkosten). Overigens koop en verkoop je niet per stuk maar per 100 stuks; zou je deze call nu kopen dan betaal je dus 100 x 2.00 euro = 200 euro plus kosten. Zakt de koers van csm onder de 47+ dan wordt de call waardeloos en verlies je op de derde vrijdag in mei het geld dat je erin stak. Je winstkansen zijn daarentegen onbegrensd.

Stijgt csm flink en wordt de call bijv 5.00 euro waard dan kun je hem verkopen en ontvang je 500 euro (minus kosten); 300 euro winst op een belegd bedrag van 200 euro. Je kunt calls ook verkopen, maar dat moet je alleen doen als je de onderliggende aandelen bezit anders heb je kans dat je gedwongen wordt ze voor bijv 60 in te moeten kopen om ze voor 47 te kunnen leveren.

Met puts een analoog verhaal als je een koersdaling verwacht. Realiseer je voortdurend welke risico's je loopt; je kunt met opties leuk geld verdienen maar ook geweldig het schip ingaan. Als er detailvragen over zijn gebleven, stel ze.

Vr groet
rolf schöndorff


24 april 2000 Goede avond,

surfend door Economie voor jou rees bij mij de vraag of er op dit moment in Nederland het begrip nationaal inkomen wordt gehanteerd. Door het internationaal afstemmen van beleid is het immers nodig geweest het begrippenapparaat aan te passen. Zo zie je dus steeds vaker het begrip BBP en NBP opduiken en het begrip nationaal inkomen niet meer. Hoe zit dat nu precies?

Dank u,
Willem Hanssen

Beste Willem,

het is precies zoals je zegt: internationaal en dus ook in ons land wordt tegenwoordig in plaats van het Nationaal product/inkomen het Binnenlands product/inkomen (BBP) gehanteerd; voor het verschil:zie onze begrippenlijst.

Vriendelijke groet
Rolf Schöndorff


8 april 2000

Geachte Heren Pleus en Schöndorff,

Elke week lees ik met interesse Uw column. Hierbij een vraag: In een artikel (ook op internet) van de econoom Paul Krugman staat dat een land dat in staat is een toestroom van buitenlands kapitaal aan te trekken, ook een handelstekort zal hebben. Waarom is dat?

Met vriendelijke groeten,
Maria Cliteur

Beste Maria,

Het is eigenlijk omgekeerd. Een land met een handelstekort verdient met zijn export niet voldoende vreemde valuta om zijn import te kunnen betalen. De ontbrekende deviezen moet het land lenen in het buitenland.

Met vriendelijke groet,
Jan Pleus


7 april 2000

Hallo,

Ik ben op zoek naar informatie over de koppeling tussen geld en de goudvoorraad. Met mijn buurman heb ik namelijk een weddenschap afgesloten: ik zei dat volgens mij een tijd geleden de koppeling van het geldverkeer aan een vaste tegenwaarde in goud is losgelaten. Dat tegenwoordig door de grote geldtransacties in o.a. de valutahandel er een soort virtuele geldmarkt is ontstaan die geen materiele dekking meer heeft in de vorm van goud oid. Mijn buurman is er echter van overtuigd dat die vaste koppeling er nog steeds is. Heeft één van ons gelijk? Of kramen wij allebei onzin uit?? Ik hoop dat jullie mijn vraag kunnen beantwoorden.

Alvast hartelijk dank
Odette Stoutjesdijk

die weddenschap heb je gewonnen, hopelijk was de inzet een goudstaaf; het geld staat tegenwoordig zowel nationaal als internat geheel los van het goud

vr gr
rolf schöndorff


2 april 20

Beste Jan Pleus en Rolf Schöndorff,

ik ben met een verslag bezig voor financiële economie. Nou is de vraag of fondsen in de oude economie ondergewaardeerd zijn of dat dit komt door de grote interesse in fondsen van de nieuwe economie! En als dit zo is gaat deze nieuwe economie dan ook echt een nieuwe economie worden of is het maar een hype? Ik hoop dat deze vraag niet al te financiël is voor jullie rubriek? In iedergeval bedankt voor de interesse!

met vriendelijke groet,
Nicole

Beste Nicole,

ik heb niet het idee dat de aandelen in de 'oude' economie ondergewaardeerd zijn; het lijkt mij allemaal een kwestie vanvraag en aanbod; wordt het vertrouwen in de nieuwe economie geschokt (zoals door het WOL debacle en nu ook door het Microsoftproces) dan verschuift de aandacht van de belegger in de richting van de oude economie-aandelen, die zie je dan ook stijgen. Globaal: Nasdaq daalt, Dow stijgt. De nieuwe economie is zeker geen hype; sommige fondsen kunnen overtrokken koersen hebben gebaseerd op overspannen verwachtingen, maar als geheel is er echt iets aan de hand;(opgaande fase van de lange conjunctuurgolf met de chip als basisinnovatie) zie onze rubriek waarin ik een aantal keren over de nieuwe economie heb geschreven, deze week nog over Cisco, maar ook al eerder.

Succes en vr groet
Rolf Schöndorff


26 maart 2000

Geachte heer, mevrouw,

Ik ben Marieke, student SPD vak Economische Technische Verschijnselen. Graag zou ik enige informatie willen hebben over de korte rente (geldmarkt) en de lange rente (kapitaalmarkt). Is het zo dat de korte rente gevoeliger is voor ontwikkelingen en daardoor grotere fluctuaties in het rente percentage, dan bij de langere rente die volgens mij stabieler is. Met name welke fluctuaties? Ik ben namelijk geïnteresseerd in het verloop van beide rente met name ook een periodetraject. Zou het fijn vinden om hierover enige documentatie te ontvangen. Alvast bedankt.

Groeten,
Marieke

Beste Marieke,

Dat de korte rente beweeglijker is dan de lange valt te verklaren uit het feit dat de korte rente door de centrale bank (bij ons de ECB) wordt gebruikt als instrumenten tegen de inflatie. De bewegingen ervan hebben dus voor een deel monetair politieke redenen.

Meert vriendelijke groet,
Jan Pleus


8 maart 2000

Beste Jan Pleus en Rolf Schöndorff,

ik wilde even reageren op het artikel over de Zalmnorm van 6 maart. Ten eerste is er een foutje in geslopen, er wordt terecht gesteld dat vier jaar groei van 2,25 procent samen iets meer dan 9 procent opleverd, maar dat getal krijg je natuurlijk niet door 2,25 tot de vierde macht te verheffen. Een onschuldige fout natuurlijk, ik hoop maar dat het geen verwarring oplevert.

Belangrijker is de stelling dat de Zalmnorm anticyclisch is. Het hangt er maar van af wat precies pro- en anticyclische is. Zijn de absolute waarden van inkomsten en uitgaven van de overheid van belang, of hangt het meer effect van het beleid meer af van die bedragen als percentage van het BNP. Is het laatste het geval, dan is het effect van de Zalmnorm niet zo gemakkelijk te bepalen. Als het eerste eerder waar is, is Zalm wel degelijk procyclisch. De rijks uitgaven worden weliswaar losgekoppeld van de conjunctuur, maar dat heeft hoogstens een a-cyclische werking. Aan de andere kant worden de meevallers voor de helft in de markt teruggepompt, wat een procyclische werking heeft. Als we een echt anti- cylcisch beleid willen zou de overheid bij meevallers of de uitgaven moeten verminderen of de belasting juist verhogen (en vice versa bij meevallers).

Maar ja, probeer dat maar eens in den Haag te verkopen. Nu ik toch bezig ben, wil ik ook nog even zeuren: Ben ik de enige die zich groen en geel ergerd aan opmerkingen als 'Overschot is positief tekort'? Heeft de arme Havo/VWO student net voor mevrouw Adelmond haar ANW leraar overspannen maakte geleerd dat je bij -3 graden celsius moet zeggen dat het 3 graden vriest, en niet -3, komt er weer een econoom aan die die wijsheid ongedaan meent te moeten maken. Laten we die schade hier even herstellen. Het tekort kunnen we als volgt berekenen: tekort= uigaven - inkomsten

In het gelukkige geval van een overschot zijn de inkomsten hoger dan de uitgaven en is dus het tekort NEGATIEF.

De redacteuren van Evj hoeven zich niet al te zeer voor dit onzorgvuldige taalgebruik te schamen, zelfs een vooraanstaand blad als 'the Economist' is niet in staat om deze elementaire regel voor correct taalgebruik onder de knie te krijgen. Kijk maar eens op de laatste paar bladzijden van iedere aflevering, daar word het budget deficit ook rustig als positief gegeven voor een overschot en negatief voor een tekort. Overigens wil ik nog even kwijt dit ik ondanks al deze kritiek Economie voor jou altijd met plezier lees, en de kritiek puur opbouwend bedoeld is.

met vriendelijke groet,
Carl van Vreeswijk

Beste Carl van Vreeswijk,

eerste reactie: dank voor de opemerkingen; 2,25^4 is inderdaad mis, ik heb er nu (procenten over procenten) van gemaakt; dank; over pro of anti en anti versus a-cyclisch denk ik nog even na; kom ik op terug intussen vriendelijke groet

rolf schöndorff


4 maart 2000

Geachte geleerde heren economen,

Kunt U mij aangeven wat de reden is dat een bedrijf zijn NV status omzet naar een BV ?? Zie gaarne per omgaande uw reactie tegemoet. Alvast bedankt.

Best regards
George Mobron

Beste george mobron

ik neem aan dat men dan de publicatieplicht wil omzeilen; zoalng een bv (in ned) aan bepaalde voorwaarden voldoet (zie in onze rubriek bij bv, nv en jaarrekening) kan hij zich beperken tot het deponeren van vrij globale informatie bij de kamwer van koophandel; ten tweede: de aandelen blijven in besloten kring en staan op naam, wat (ongewilde) overname door derden uitsluit.

vriendelijke groet
rolf schöndorff


28 februari 2000

Kees zet f 1000 voor een periode van 10 jaar tegen 4% rente op een spaarrekening. Daar heb je echt geen speciale rekenmachine of interesttafel voor nodig. Kees kan op z'n eenvoudige rekenmachientje 1000*1,04 intypen en dan tien keer op de =-toets drukken om de eindwaarde van f 1480,24 te bereiken. Ja maar krijgt Kees dan geen lam vingertje als hij zijn geld 40 of 50 jaar laat staan en 40 of 50 keer die toets moet indrukken? Inderdaad, en daarom maakt Kees ook slim gebruik van zijn spreadsheetprogramma. Een beetje Kees heeft namelijk tegenwoordig een computertje. Hij vult in cel A1 het bedrag 1000 in en in A2 zet hij =A1*1,04. Floep daar verschijnt 1040. Nu kan hij in één beweging met zijn muis de cel A2 naar beneden toe vermenigvuldigen. Houdt hij op in A11 dan ziet hij die 1480,24 verschijnen. Hij kan ook doorgaan naar A41 (veertig jaar) enzovoort. Heeft Kees wel eens van de functie machtsverheffen gehoord? Dat is toch wat makkelijker dan dit gehannes.Trouwens konden jullie nier verwijzen naar pagina's op internet waar je dit soort berekeningen kunt doen, dat zou Kees weer een programma op z'n pc schelen wat hij zou moeten kopen al dan niet met subsidie van de overheid.

Groeten,
Hans Wijnen

Beste hans,

dank voor je reactie; ik heb rekening willen houden met al die keesen die machtsverheffen moeilijk vinden, maar je hebt gelijk dat ik misschien de keesen onderschat; een spreadsheet heeft toch iedereen wel?

vr groet
rolf schöndorff


10 februari 2000

Geachte heren,

Ik ben een student aan de Hogeschool Brabant. Momenteel heb ik 2 korte, (gemakkelijke) vraagjes, maar ik zoek me het apelazurus dus vraag ik het aan u :
Wat is relatief kostenvoordeel?
Wat is absoluut kostenvoordeel?

Ik hoop spoedig iets van u te vernemen. Alvast bedankt,

groetjes Kornelis Kamerling

Beste Kornelis,

Van een absuluut kostenvoordeel is sprake als een land efficienter is in het maken van een product dan een ander land. Het heeft dus een lagere kostprijs. Een relatief kostenvoordeel heet ook een comparatief kostenvoordeel. Stel dat een land bij alle soorten productie minder efficient is dan andere landen. Maar de mate waarin het een kostenachterstand heeft verschilt per product. Bij het productie waarin de relatieve kostenachterdtand het kleinst is, heeft het land een comparatief voordeel. Kijk ook eens naar de theorie van de comparatieve kostenverschillen (David Ricardo) oponze site.

Met vriendelijke groet,
Jan Pleus


7 februari 2000

Onderwerp: geschiedenis en 'verloop' van de Nederlandse Economie

Beste heren,

Ik moet voor school een opdracht maken over het verloop van de Nederlandse economie na de tweede wereldoorlog tot aan nu. Ik heb me suf gezocht op het internet en in de bibliotheek maar ik kan nergens echt een 'goed' boek of een 'goede' site vinden die het gehele verloop van de Nederlandse economie beschrijft en dan ook verder gaat dan 1970. Zouden jullie misschien enig idee hebben van een boek of (het liefst eigenlijk) een web-site?!!?

Ik hoop dat jullie me uit de brand kunnen helpen!

Groeten,
Thomas Peeters.

Beste Thomas,

mij is geen boek bekend dat een compleet overzicht geeft. Ik denk dat je het beste de Jaarverslagen van de Nederlandsche Bank over de gehele periode kunt doornemen, of de inleidingen bij de Miljoenennota's over die periode. In beide staat steeds een goed overzicht van de economische situatie. Wel een flinke klus.

Vriendelijke groet
Rolf Schöndorff


Beste Meneer Schöndorff,

Hartstikke bedankt voor uw snelle reactie op mijn e-mail! Heel erg fijn! Ik zal eens flink met mijn neus in de boeken gaan duiken, deze tips zijn waarschijnlijk wel beter dan de boeken die ik al had. Nogmaals bedankt,

Vriendelijke groeten,
Thomas Peeters.


4 februari 2000

Mijne Heren,

Ik zit in VWO 5 en ik heb een vraag. Voor economie moet ik een praktische opdracht maken waarvoor ik krantenartikelen nodig heb over een economisch ondewerp. Ik heb als onderwerp gekozen: inflatie. Mijn vraag is nu of ik enkele krantenartikelen kan opvragen over dit onderwerp. Bij voorbaat dank,

Gaarne iets van u te vernemen en wachtende op uw reactie verblijf ik.
Rik Blokhuis

Beste Rik,

artikelen kun je opvragen bij de documentatiedienst van nrch; dat kost wel geld. In onze rubriek vind je eea over inflatie, met bijbehorende artikelen. Veel is het niet omdat inflatie momenteel geen actueel onderwerp is. Kun je het niet beter hebben over het uiblijven van inflatie bij toch krachtige groei? Momenteel staan daar de kranten (en ook onze rubriek) vol van: de zogeheten Nieuwe Economie.

Succes en vr groet
rolf schondorff


29 januari 2000

Hallo,

heb je nog een werkstuk voor economie liggen over iets wat met schilders te maken heeft? Zo ja, PLEASE stuur het dan zondag 30-1-2000 nog op naar tboekholt@tboekholt.tmfweb.nl

THANKS!!!

wij beantwoorden geen 'brieven' zonder fatsoenlijke aanhef, ook geen anonieme schrijfsels en we worden ook niet getutoyeerd door vreemden; leer eerst even beschaafd communiceren

vr groet,
rsff


Achterlijke debiel! Leer zelf eens normaal begrijpelijk Nederlands lullen man! Zodat de rest van nederland je ook kan verstaan. Eikel.

T.


27 januari 2000

Geachte heren,

I.v.m. een probleem, dat is gerezen, nadat ik geld, dat ik uitgeleend had, terugkreeg, de volgende vraag: Wat was de officiele wisselkoers van de Amerikaanse dollar op 1 september 1998 en 6 december 1998, als het om een bedrag van $ 7.200,= ging?

Ik heb mijn bank(ABN-AMRO) om een antwoord gevraagd, maar die zeggen dat niet zonder veel moeite te kunnen beantwoorden!

Vast dank voor uw moeite.
Paul J.F. Wierks

Beste Paul,

ik kan je de koersen geven zoals die in NRCH vermeld werden; op 1 sept 1998 om 12.30 uur : 1.9724 gulden en op 6 december 1998 is er geen koers omdat het zondag was; op 4 december 1998 was hij 1.89 gulden. Leve de Abnamro; vriendelijke groet

Rolf Schöndorff


19 januari 2000

Goede avond heren,

Kunt u mij misschien helpen. Ik ben een vierde jaars student commerciele economie aan de HES te Amsterdam. Voor mijn scriptie moet ik een analyse maken van een distribiteur in de ICT markt. Daarbij moet ik ook een analyse doen over een aantal kengetallen zoals RTV, REV etc. Kunt u mij helpen hier een goed oordeel over te geven, ik zelf kom er namelijk moeizaam uit. Okay sommige ratio's stijgen maar wat zegt dat nou echt als je ze vergelijkt met andere ratio's. Hebben ratio's onderling nog verband, dus als de een stijgt dan moet de ander dalen? Kunt u mij alstublieft verder helpen. Bij voorbaat alvast dankuwel. Als u nog vragen heeft hoor ik dat graag van u.

Vriendelijke groeten, Arthur Korver (PS: heb de indices met een attachment mee gestuurd)

Beste Arthur,

het toegezegde attachment zit er niet bij; over ratio's staat in onze rubriek het een en ander (zie onder jaarverslag; jaarrekening of kijk bij letter R); de berekening zul je wel beheersen; en als je goed naar de tellers en de noemers kijkt kun je ook zelf wel zien of er verbanden zijn en hoe die liggen;
je zit met de beoordeling; die is ook niet eenvoudig; er zijn vuistregels (zie elk boek over jaarrekeningenanalyse) maar hoe moet je nu een RTV van x% bij ICT beoordelen? Je hebt dan vergelijkingsmateriaal in dezelfde branche/ van soortgelijke ondernemingen nodig; en je kunt bij 1 en dezelfde onderneming het verloop van deze ratio's in de tijd nodig; wij hebben dergelijke praktische cijfers niet; probeer bij banken/effectenanalysten.

Succes en vriendelijke groet,
Rolf Schöndorff


19 januari 2000

Beste redaktie,

Hier een vraagje over een artikel uit de ESB (nr. 4187, 29-1-99). Natuurlijk stel ik die vraag ook aan de ESB zelf, maar misschien vindt u het leuk hem te beantwoorden.

"Natuurlijk is niet alles lucht", schrijft Kees Koedijk in het redaktioneel 'Tulpmania'. "Ten minste twee ontwikkelingen hebben structureel bijgedragen aan hoge koersen. Begin jaren tachtig betaalde de staat nog ruim 12,5% op een staatslening, nu een luttele 3,75%. Volgens de tekstboekjes is de waarde van een aandeel gelijk aan de verwachte, contant gemaakte dividenden van het bedrijf. Kleine veranderingen in de rente waarmee de winsten contant worden gemaakt hebben forse veranderingen in de beurskoers tot gevolg. Een permanente daling van de rente met 1,5% kan al gauw, puur rekentechnisch , tot een verdubbeling van de beurskoersen leiden."

Mijn vraag: staat hier dat als de rente daalt dat mensen dan in plaats van in (staats)leningen hun geld beleggen in aandelen, en dat daardoor de prijs van aandelen stijgt?
Zo ja, dan hartelijk dank voor uw aandacht, en misschien dat u mij bevestigend kunt antwoorden. Zo nee, dan graag uitleg!

Alvast bedankt,
Camilo Ramada.

Beste Camilo,

nee dat staat er niet; wat jij geeft is de causale redenering: rente omlaag, obligaties duurder en minder aantrekkelijk en dus overstap naar het alternatief aandelen, die door de grotere vraag duurder worden. Koedijk geeft de zuiver rekentechnische redenering: waarde aandeel is de contante waarde van de verwacht stroom winsten; deze winststroom wordt contant gemaakt met een bepaalde rentevoet (disconteringsvoet); wordt de disconteringsvoet bij zo'n berekening lager dan wordt de contante waarde hoger: de waarde van het aandeel stijgt; de relatie tussen discontovoet en contante waarde kun je zelf uitvogelen met een spreadsheetprogramma als bijvoorbeeld Excel; ik voeg hem als aanhangsel hierbij.

Vriendelijke groet,
Rolf Schöndorff


15 januari 2000

Geachte heren Pleus en Schöndorff,

Voor een opdracht van het vak macro-economie (propedeuse economie) aan de VU in Amsterdam moet ik informatie verzamelen en een antwoord vinden op de volgende vraag:Leg uit waarom het huidige beleid van de minister van financien, gericht op een daling van de staatsschuld, als Keynesiaans kan worden bestempeld/getypeerd. Zouden jullie mij hiermee kunnen helpen? Alvast mijn dank voor jullie reactie.

Vriendelijke groeten.
Erik Vriens.
(P.S. 25 januari a.s. is de inleverdatum, als jullie voor deze datum een reactie zouden kunnen geven, dan zou dat fantastisch zijn !)

Beste Erik,

In tijden van recessie moet (volgens het Keynesiaanse recept) de overheid de economie stimuleren dmv extra bestedingen en/of lastenverlichting. Resultaat hiervan is wel dat dat de staatsschuld toeneemt. In hoogconjunctuur moet de overheid de (begrotings-) ruimte die ontstaat door extra belastingontvangsten (en besparingen op uitgaven) gebruiken om af te lossen op de staatsschuld.

Met vriendelijke groet,
Jan Pleus


10 januari 2000

Geachte heren,

ik ben student aan de Hanzehogeschool in Groningen. Binnenkort heb ik een tentamen Algemene Economie. Nu is economie niet mijn sterkste vak en heb ik een boek waar ik erg moeilijk doorheen kom. Nu ben ik gestuit op een probleem over rente. Er wordt in het boek hesproken over een rente die te maken heeft met speculatiegeld. Een citaat: 'de vraag naar geld reageert sterk (zelfs oneindig) op een minimale renteverandering.' 'Als de rentevoet erg laag is, zijn beleggers niet meer bereid geld uit te lenen en houden ze hun middelen zuiver liquide aan' ook praten ze over het volgende:'Bij een zeer hoge rente geen vraag naar speculatiegeld.' De rentederving zal groot zijn als men geld in liquide vorm aanhoudt. Deze situatie wordt nog versterkt door de verwachtingen van de beleggers , dat de rente haar top heeft bereikt en zal dalen. Zij wensen van de hoge rente op obligaties te profiteren. In deze extreme situatie reageert de speculatievraag, respectievelijk voorzorgsvraag, niet meer op een stijgende rente omdat deze kassen leeg zijn. De LM-curve verloopt dan volledig verticaal. '

Nu ik begrijp dat als de speculatiekassen leeg zijn dat de LM-curve verticaal loopt, dit is uit vergelijkingen af te leiden. Alleen begrijp ik niet over wat voor een rente er gesproken wordt en wat dit met de speculatiekassen te maken heeft.Kunt u mij misschien iets meer duidelijkheid geven want het boek doet het niet.

Alvast hartelijk bedankt,
J.Blik

Beste Johan,

Bij de speculatievraag gaat het om het al dan niet beleggen in obligaties. De rente waarover hier wordt gesproken is dus de kapitaalmarktrentre. Eerst moet je begrijpen dat een lagere rente de belangstelling voor bestaande obligaties (die nog steeds de onveranderde couponrente vergoeden) groter maakt, terwijl een hogere rente die belangstelling verkleint. Als de rente extreem laag is, verwachten vrijwel alle beleggers een stijging van de rente (niemand denkt dat hij nog verder daalt). Dus je kunt ook zeggen: bij die lage rente verwacht iedereen een daling van de obligatiekoersen. Niemand zal daaraan zijn vingers willen branden. De speculatiekassen zijn volop gevuld. Een iets hogere rente betekent voor veel voorzichtige beleggers al dat de rente ook wel een stukje zou kunnen dalen. Beleggers kiezen dan voor obligaties (die rente opleveren) in plaats van voor liquide zijn (en het vermogen dus in geldvorm aanhouden in de speculatiekassen).

Met vriendelijke groet,
Jan Pleus


10 januari 2000

Geachte heren Pleus en Schöndorff,

Voor mijn project op school moet ik een aantal weekopdrachten vervullen, nu is het geval dat ik vastloop bij weekopdr 3 ik heb overal gezocht om deze vraag te beantwoorden maar tevergeefs kunnen jullie me helpen? De vraag luidt: Bespreek de voornaamste handelsbelemmeringen bij het vestigen van een onderneming buiten de landsgrenzen?

Bij voorbaat dank,
Martijn Szepesi

Beste Martijn,

Welke handelsbelemmeringen er zijn hangt af van de vraag over welk land we het hebben Die vraag kun je niet in zijn algemeenheid beantwoorden. Binnen de Europese Unie zijn zulke belemmeringen (vrijwel) verdwenen, maar een onderneming in China starten stuit op nogal wat problemen. Je zou eens kunnen kijken bij de site van Fenedex: www.export.nl

Met vriendelijke groet,
Jan Pleus


10 januari 2000

In Uw begrippenlijst noemt U bij de kostprijsverhogende belastingen (en bij de indirecte belastingen) de omzetbelasting (lees BTW) een kostprijsverhogende belasting. Dit kom ik overal in het vak economie in elke begrippenlijst tegen. Maar ik kan dit niet rijmen met het vak Management en Organisatie waar ik de leerlingen moet aanleren dat de BTW GEEN onderdeel van de kostprijs van een ondernemer is. Leerlingen die beide vakken volgen kunnen daardoor aardig ophet verkeerde been worden gezet. Ik houd mijn leerlingen voor dat de btw een indirecte belasting is maar niet de kostprijs verhoogt, echter wel de verkoopprijs van het product. Zou het mogelijk zijn uw begrippenlijst hieromtrent aan te passen?

Met vriendelijke groet,
Henk Vercoulen, docent Economie en M&O.

Geachte heer Vercoulen,

Helaas, wij kunnen er ook niets aan doen, maar btw, accijns, invoerrecht ed worden ook in de Miljoennennota en andere overheidspublicaties en statistieken (Nat. Rekeningen om) kostprijsverhogende belastingen genoemd. We kunnen ze dan moeilijk anders gaan noemen. Dat zou de verwarring pas echt groot maken.

Met vriendelijke groet,
Jan Pleus


7 januari 2000

Geachte heren,

Kunt u ons misschien antwoord geven op de volgende twee vragen, want die hebben we nodig voor school?
1) In het buitenland, bijvoorbeeld in Frankrijk, heb je veel grootwinkelbedrijven me zeer grote winkels veelal buiten de stad. Deze grootwinkelbedrijven hebben vaak ook een benzinestation waar scherpe prijzen gehanteerd worden. Waarom beconcurreren de benzinemaatschappijen elkaar met zegeltjesacties en dergelijke en niet met de prijs?
2) Waarom hebben alle benzinemaatschappijen spaarsystemen ( zegels en dergelijke ) en wat is de invloed van de zegeltjesacties op de prijs van de benzine?

Beste... tja, voortaan graag even je mail van naam voorzien,

1 Er is sprake van een marktvorm waarbij een beperkt aantal aanbieders het voor het zeggen heeft (oligopolie). Elk van de aanbieders is bang dat al hij met z'n prijs gaat stunten de anderen dat ook doen. Kortom: de angst voor een prijsoorlog (cut-throat competetion) hoedt ze ervan af.
2 Zegeltjesacties hebben ze omdat de anderen die ook hebben. Het is een manier om klantenbinding te bereiken. Of de prijs van de benzine er hoger door wordt valt op voorhand niet te zeggen. Als de concurrentie op de markt scherp is, gaan de kosten ervan waarschijnlijk ten laste van de winstmarges.

Met vriendelijke groet,
Jan Pleus


3 januari 2000

Geachte redactie,

Wat is precies verticale prijsbinding in de uitgeversbranche.

Met vriendelijke groet,
Eva Kesler

Beste Eva,

Verticale prijsbinding (in elke branche) is het verschijnsel dat de producent (in dit geval de uitgever) de winkelprijs voor het product (in dit geval het boek) bepaalt. Met als geolg dat boek X in elke winkel in Nederland hetzelfde kost. Free record shop probeert af en toe deze prijsafspraak te doorbreken, maar is tot dusver door de rechter teruggefloten. Vpb is verboden, maar voor de uitgeversbranche is (tot dusver) een uitzondering gemaakt.

Vriendelijke groet
Rolf Schöndorff


5 januari 2000

Dear Mr Pleus & Schöndorff

I am looking for any kind of information regarding the macro economic situation in the Netherlands for the last 5 years. I will need this for an assignment for the Hogeschool van Utrecht.
Can you please help me with finding information?

Regards
Michael Walland

Dear Michael Walland,

The Macro Economische Verkenning as well as the Centraal Economisch Plan from our Centraal Planbureau (CPB) the Hague provide ampel information about the macro economic situation of our country. You could also read the Jaarverslag van De Nederlandsche Bank and also Economisch Kwartaalbericht van Rabobank Nederland Stafgroep Economisch Onderzoek tel 030 2162666. All three also have websites ofcourse.

Kind regards
Rolf Schöndorff


3 januari 2000

Hallo,

Mijn naam is Mariska Schaap en ik ben 15 jaar. Ik moet op school voor het vak economie een werkstuk maken, vaarvan je het onderwerp zelf mag bepalen. Ik heb gekozen om het over het internet te houden. Hierbij beantwoord ik de volgende vragen: Wat is de invloed van het internet op het gezinsleven, op het koopgedrag en op de koopkracht? Dit vind ik zelf interessant maar ik ben nogal radeloos want ik heb geen idee waar ik informatie vandaan moet halen. Ik hoop dan ook zeer dat jullie mij verder kunnen helpen (misschien tips waar ik info vandaan kan halen. Ik hoop op een snelle reactie.

Bij voorbaat dank.
Mariska Schaap.

Beste Mariska,

het staat wat gezelliger als je met beste Jan Pleus en Rolf Schöndorff begint ipv met hallo;

Internet: een leuke keus; in onze rubriek heb ik 'de sporen van internet' geschreven maar dat gaat meer over de productiekant; computerbladen, internettijdschriften schrijven er wel over; het amerikaanse tijdschrift Business Week schrijft er veel over; er is een special van Elsevier onlangs verschenen met 6oo websites; allemaal wel in de bibliotheek te vinden denk ik; Maurice de Hond schreef een boekje: met de snelheid van het licht; staat veel in; en het beste is: zelf nadenken over een maatschappij waar alles wat je niet hoeft te voelen of te ruiken per internet kan; zoals de Hond zegt: wat de telefoon is voor ons oor (je kunt luisteren over de hele wereld) is internet voor ons oog (je kunt kijken over de hele wereld); ik zou het wel leuk vinden als je iets hebt geschreven om dat te mogen ontvangen; als het goed is, doen we er misschien iets mee in onze rubriek (met vermelding van jou naam natuurlijk); welk economieboek gebruik je?

succes en vriendelijke groet
Rolf Schöndorff


3 januari 2000

Beste heren,

naar aanleiding van het stuk "een verwachte rentestijging" wil ik mijn dank uitspreken. Ik heb al diverse verwoede pogingen ondernomen om mijn studenten Journalistiek het verschil tussen procent en procentpunt bij te brengen. Met uw uitleg uit bovengenoemd stuk heb ik nieuwe munitie in handen.

vriendelijke groet,
Paul van der Cingel
docent Economie Chr. Hogeschool Windesheim, opleiding Journalistiek.


13 december 1999

Geachte heren Pleus en Schöndorff,

Voor mijn afstuderen aan de TU Delft wordt ik geacht een paragraaf op te nemen over de lange termijn ontwikkeling van de Nederlandse economie. Gezien de grote veranderingen van de afgelopen tijd, qua karakter en groei, van de economie zijn de meeste bronnen die ik kan vinden niet echt toereikend. Voor zover ik het kan overzien hebben zowel het CPB als de Rabobank het alleen maar over 2000 !! Waar kan ik [on-line] over dit onderwerp iets vinden ??

Bij voorbaat dank,
Lars Mosman Student Bouwkunde

Beste Lars, Het CPB publiceerde in 1992 Nederland in drievoud 1990-2015 en Scanning the future 1990-2015; bij mijn weten zijn er geen recentere lange termijnstudies; maar bel ze even of dit juist is.

Vriendelijke groet
Rolf Schöndorff


2 december 1999

Geachte heren Pleus en Schöndorff,

Uit het artikel "Microsoft: en hoe dan verder?" van 29 november j.l. citeer ik de volgende zin:

Eén van de steeds weer door Bill Gates naar voren gebrachte argumenten was: dankzij Windows heb ik ervoor gezorgd dat alle computers in de wereld met elkaar kunnen communiceren. Wie zich het pre-Windows tijdperk herinnert weet hoe belangrijk dit is.
Bill Gates is de Baron van Muenchhausen van onze tijd. Het is fantastische apekool dat een standaard alleen kan bestaan door middel van een monopolie. Microsoft Windows heeft niets te maken met communicatie, het is slechts een 'operating system' van gebrekkige kwaliteit. Belangrijk in communicatie zijn bestandsstructuren (zoals EPS voor grafische bestanden, RTF voor tekst, PDF voor documenten) en protocollen (TCP/IP in netwerken).

Nog een citaat:

Het grote dilemma is: hoe voorkom je dat je het kind met het badwater weggooit?. Hoe voorkom je dat je de innovatieve kracht van deze grote onderneming om zeep helpt?
Het lijkt mij hoog tijd dat we van de verstikkende 'innovatieve kracht' van Microsoft worden afgeholpen. De innovaties van Microsoft doen vooral denken aan de "Grote Sprong Voorwaarts" destijds in China: de firma heeft nog nooit iets vernieuwends gepresenteerd, is gespecialiseerd in monopolisering, jatwerk en het inbouwen van beveiligingslekken, en heeft de informatietechnologiesector met een jarenlange achterstand opgezadeld. Hoever hadden we niet kunnen zijn zonder Voorzitter Gates!

Een voorbeeld: het internet is in eerste instantie groot geworden zonder de bemoeienissen van de Voorzitter. Toen de hype eindelijk tot hem doordrong (zoveel over zijn 'genie'), bedierf hij de markt voor browsers met de gratis 'Internet Explorer' en ging Netscape bijna bankroet. Het e-mail-programma 'Outlook Express', dat op grote schaal de 'Netiquette' aan zijn laars lapt, is inmiddels een van de grootste bronnen van internetvervuiling geworden. Gates houdt alleen van standaardisatie als de standaard de zijne is.

De blindheid van de gebruikers voor de slechte kwaliteit van Microsoft-producten blijkt nu weer uit de aandacht die besteed wordt aan het nieuwste gedrocht: Windows 2000. Een testserver met dit systeem erop geinstalleerd mocht laatst door hackers op veiligheid worden beproefd. Het systeem werd inderdaad niet 'gekraakt' - maar alleen omdat de server al na een paar minuten onherstelbaar 'down' was. "Blikseminslag", meldde Microsoft vanonder een stralend blauwe hemel in Redmond. Een bevriende systeembeheerder in de VS schreef: "Windows 2000 sucks big time." Petje af voor de marketingafdeling van Microsoft, die deze Titanic onder de software toch nog weet te verkopen.

Windows NT, illustere voorganger van dit rampsysteem, is een toonbeeld van nutteloze werkverschaffing en daarmee de lieveling van systeembeheerders. Een NT-server moet continu vertroeteld, aangepast en eens per jaar vervangen worden, en geeft de beheerder een prettig gevoel van onmisbaarheid dat de beheerder van een Unix-server ontbeert: die zit immers maandenlang paperclips te verbuigen en loopt het risico van een ongewenst functioneringsgesprek. Wie problemen oplost wordt nu eenmaal hoger aangeslagen dan iemand die problemen voorkomt.

Het Amerikaanse bureau Gistics (www.gistics.com) heeft een tijdje geleden in een geruchtmakend rapport de 'return-on-investment' bij Windows- en Macintosh-gebruikers met elkaar vergeleken*. De conclusie was verwoestend voor Windows. De vraag is nu: hoeveel geld heeft het gebruik van dit 'systeem' op grond van de cijfers uit dit rapport Nederland gekost?

Het lijkt mij een zeer interessante vraag. Ik denk dat het om vele tientallen miljarden guldens moet gaan.

*Gistics ROI Techbrief: Macintosh vs. Windows

Jorn Mineur


18 november 1999

Geachte heren,

Ik moet samen met mijn vriendin een werkstuk maken voor economie. We moeten in het werkstuk het bestaande belastings inkomensstelsel vergelijken met het wetsvoorstel van nieuwe inkomensstelsel. Het probleem is dat we geen kenmerken kunnen vinden over het nu bestaande belasting inkomenstelsel. Ik hoop dat u een paar kenmerken weet en dat u een paar adressen weet waar we onze informatie kunnen zoeken.

Alvast heel hartelijk bedankt.

Groetjes Raagni.

Beste Raagni,
elk school/studieboek bespreekt de kenmerken van het huidige (inkomsten)belastingstelsel; wil je meer specialistische kennis, bekijk dan een boek over publieke financiën bijvoorbeeld Koopmans, Wellink, Woltjer en de Kam, Overheidsfinancien (uitg Stenfert Kroese, deel van  Educatieve Partners).

Succes en vriendelijke groet
Rolf Schöndorff


17 november 1999

Geachte Jan Pleus en Rolf Schondorff,

Voor de universiteit van Utrecht moet ik een werkstuk maken over de Rijksgebouwendienst. De vraag is of de Rijksgebouwendienst geprivatiseerd moet worden of dat die in het beheer van de overheid moet blijven. Ik heb nooit economie of wat dan ook gehad dus ik weet hier niets van. Zou u mij misschien kunnen helpen met voor- en nadelen van privatisering wanneer het gaat om de Rijksgebouwendienst.

Met vriendelijke groet,

Ruben Wesdorp

Beste Ruben,

In principe is privatisering ( overbrengen van publieke sector naar particuliere sector) mogelijk bij elk zogeheten individueel goed (kijk in onze begrippenlijst voor de betekenis); de plussen en minnen komen in een aantal stukken van ons aan de orde; zie:

Vuilophalers voeren straatgevecht om het huisvuil (Evj, 24 augustus 1996)
Schemergebied tussen markt en staat (Evj, 27 september 1999)

Ik weet niet of we er meer over schreven; hier wreekt zich dat de NRCH nog steeds geen zoekmachine in onze rubriek heeft gemonteerd.

Vriendelijke groet,
Rolf Schöndorff


17 november 1999

Geachte heren Pleus & Schöndorff,

In uw uitleg bij de conjunctuur-indicator staat dat deze indicator "is gebaseerd op verscheidene cijferreeksen zoals de ontwikkeling van de geldhoeveelheid, de orderontvangst in de industrie en de geldmarktrente." Zou u mij exact kunnen uitleggen hoe deze indicator tot stand komt ??

Met vriendelijke groet,
Lars Mosman

Beste Lars,
ik stuur je met een tweede e-mail een pdf file  (lezen met acrobat-reader) van www.rabobankorganisatie.nl/kennisbank (zie aldaar); voor de samenstelling van de indicator bel wim van assenberg 030 2162661 van stafgroep economisch onderzoek, rabobank

vr groet
Rolf Schöndorff


3 november 1999

Beste heren,

In het artikel van de heer Schoendorff over "kortzichtig Ondernemen" wordt een aantal onjuistheden gepresenteerd. De belangrijkste is dat de beurs alleen geinteresseerd zou zijn in korte-termijn winstgroei. Dit is onzin. De beurswaarden van bedrijven als Cisco Systems en Nokia, om de vele jonge e-commercebedrijven maar niet te noemen, zouden niet zo hoog zijn als er niet naar de lange termijn werd gekeken. Zowel korte als lange termijnoverwegingen spelen een rol in de totstandkoming van de beurskoers. Het feit dat reorganisaties tot verhogingen van beurskoerzen leiden is geen bewijs voor kortzichtigheid van beleggers, aangezien dit sort operaties wel degelijk de lange-termijn levensvatbaarheid van de gereorganiseerde divisies kan verbeteren. Het is bovendien niet zo dat alle bedrijven die efficientie-operaties initieren tegelijkertijd in hun lange-termijn investeringen snijden. Uw bewering is daarmee onjuist.

De aloude tegenwerping dat "het Amerikaanse systeem" tot kortzichtiger beleid dwingt dan "het Japanse systeem" (Europa wordt meestal ergens in het midden geplaatst) is inmiddels zowel in de theorie als in de praktijk weerlegd. De Verenigde Staten hebben in het afgelopen decennium een economische ontwikkeling doorgemaakt die zijn weerga niet kent. Zonder beleggers die het benodigde kapitaal beschikbaar stellen en met name zonder ondernemers die de kapitaalverschaffers interessante rendementen leveren, zou de continue vernieuwing van het Amerikaanse bedrijfsleven niet mogelijk zijn. De rol die de verschaffers van durfkapitaal ("Venture Capital") bijvoorbeeld spelen in de ontwikkeling van de high-technologysector in Silicon Valley is cruciaal. Hoewel de investeerders goede rendementen verwachten, is hun blik vaak gericht op de middellange termijn en zijn de resultaten voor de economie van blijvende aard.

Bovendien is het feit dat bedrijven hun kapitaalverschaffers goede rendementen moeten opleveren niet nieuw. Het is altijd onderdeel geweest van het "stakeholder"-concept. Dit concept houdt in dat bedrijven meerdere groepen tevreden moeten stellen, waaronder kapitaalverschaffers, klanten, werknemers, toeleveranciers en de maatschappij. Deze benadering, met name gehanteerd in Europa en Japan, wordt vaak gesteld tegenover het model in de Verenigde Staten dat zich alleen met investeerders bezig zou houden. In werkelijkheid is het een glijdende schaal. Maar het "Angelsaksische model" leidt inderdaad tot meer ontslagen.

Dit lijkt vanuit statisch perspectief oneerlijk: waarom zouden werknemers moeten boeten voor mismanagement en voor de hebzucht van beleggers? Ontslagen brengen immers enorme persoonlijke consequenties met zich mee. Op dit punt ben ik inderdaad van mening dat het management zou moeten meebetalen. Overigens, dit gebeurt in de Verenigde Staten regelmatig. Topmanagers worden direct verantwoordelijk gehouden voor hun prestaties en veel makkelijker ontslagen dan in Europa. Het systeem is daarin in ieder geval consequent. Daarnaast zouden we echter moeten kijken naar de dynamische, langere-termijn effecten van de vrijheid tot reorganiseren. In het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten ondernemen bedrijven veel meer nieuwe activiteiten dan in Continentaal Europa. Dit is direct verbonden met het feit dat onsuccesvolle activiteiten gemakkelijker te liquideren zijn dan hier. Deze nieuwe activiteiten, die in Europa minder worden ondernomen omdat uittrede bij falen moeilijker is, creeren vele nieuwe banen met als gevolg dat de werkloosheid in de VS nu veel lager is dan die in Europa.

De vraag is dan wie meer recht heeft op een baan, degene die nu werk heeft en kans loopt om ontslagen te worden, of degene die ne geen werk heeft en banen misloopt omdat ondernemers niet de flexibiliteit hebben om risico's te kunnen lopen. Het antwoord is niet te geven, maar de ervaring in de VS suggereert wel dat de tweede groep groter is dan de eerste, dat wil zeggen dat de mogelijkheid om bedrijven te herstructureren meer banen creeert dan elimineert.

Focus op "shareholder value" leidt noch tot kortzichtigheid noch tot de neergang van het bedrijfsleven: integendeel. Dit neemt echter niet weg dat degenen die hun banen verliezen bij saneringen een enorme persoonlijke prijs betalen. Als we daar nu eens een oplossing voor proberen te vinden, in plaats van zondebokken te schieten.

Fontainebleau,
Henk Galavazi


16 november 1999

Geachte Jan en Rolf,

Wij zijn twee studenten aan de vrije universiteit van Utrecht,wij zijn momenteel bezig met een scriptie over de nederlandse macro-economie. Een onderdeel hiervan is het onderzoek naar de nederlandse conjunctuur van de afgelopen vijf jaar. Denk aan eenvoudige grafieken met conjunctuur-golven.Wij zitten een beetje vast, het CBS kan ons deze informatie niet geheel naar onze wens verschaffen. Nou hoopten wij dat jullie ons wel hierbij kunnen helpen.

Bij voorbaat dank,

Chris en Najib

Beste Chris en Najib,
kijk in de publicaties van het cpb (mev en cep) en in de financieel economische kwartaal- en maand overzichten van de rabobank , tel 030 216 1930; zie ook op internet hun kennisbank vr groet
Rolf Schöndorff


16 november 1999

Geachte Jan Pleus en Rolf Schondorff,

Voor de universiteit van Utrecht moet ik een werkstuk maken over de Rijksgebouwendienst. De vraag is of de Rijksgebouwendienst geprivatiseerd moet worden of dat die in het beheer van de overheid moet blijven. Ik heb nooit economie of wat dan ook gehad dus ik weet hier niets van. Zou u mij misschien kunnen helpen met voor- en nadelen van privatisering wanneer het gaat om de Rijksgebouwendienst.

Met vriendelijke groet,
Ruben Wesdorp


Beste Ruben,
In principe is privatisering ( overbrengen van publieke sector naar particuliere sector) mogelijk bij elk zogeheten individueel goed (kijk in onze begrippenlijst voor de betekenis); de plussen en minnen komen in een aantal stukken van ons aan de orde; zie:
Privatiseren van de vuilophaaldienst (24 aug 1996)
Schemergebied tussen markt en staat 27 september 1999

Ik weet niet of we er meer over schreven; hier wreekt zich dat de NRCH nog steeds geen zoekmachine in onze rubriek heeft gemonteerd.

Vriendelijke groet,
Rolf Schöndorff


12 november 1999

Beste heren, Voor school moet ik een werkstuk schrijven over wie betaalt en wie profiteert. Daarin komen een aantal begrippen voor die ik niet begrijp maar wel moet toepassen. Dit zijn de volgende begrippen:

  • marginale lastendruk
  • degressieve / progressieve belastingen.
Kunnen jullie mij hierbij helpen? Ik hoop dat jullie mij hierover meer duidelijkheid kunnen verschaffen.

Alvast bedankt.
Ingeborg Diehle


Beste Ingeborg,
marginale lastendruk (ik beperk me even tot belastingdruk): stel iemand verdient f 1000 en betaalt daarover f 400 belasting; dan is de (gemiddelde) belastingdruk 40%. Neem nu aan dat hij f 100 extra gaat verdienen, dus f 1100 in totaal; hij betaalt nu 45% belasting, dus f 495. Over de extra verdiende f 100 betaalt hij dus f 95 extra belasting: de marginale belastingdruk is dus 95%. De marginale belastingdruk is de in procenten uitgedrukte extra belasting die men over een toevoeging aan het inkomen moet betalen. In dit voorbeeld is sprake van een progressief tarief: het belastingpercentage stijgt bij stijgend inkomen (van 40 naar 45%) Bij een degressief tarief daalt het belastingpercentage bij stijgend inkomen. Overigens staat dit soort zaken ook in een behoorlijk economieleerboek.

Vriendelijke groet
Rolf Schöndorff


9 november 1999

Geachte heren,

Kunt u als voorbereiding op mijn economie examen de volgende vragen beantwoorden?
1: Waarom snijdt de marginale kosten curve de gemiddelde variabele kosten curve en de gemiddelde kosten curve in het laagste punt?
2: Neem als voorbeeld de voedselindustrie. Kunt u mij vertellen welke factoren op de korte termijn variabel en vast zijn.
Als u mij hierbij kunt helpen zou ik u heel dankbaar zijn.

Peter de Graaf

Beste Peter,

1. omdat de mkcurve de gk omlaag trekt zolang mk kleiner dan gk en omhoog trekt zolang mk groter dan gk: je bent met 10 leerlingen de gemiddelde lengte is 1.80 meter; er komt een ll van 1.60 bij;(de marginale) deze trekt het gem omlaag; er komt een ll van 2 meter bij (de marginale) deze trekt het gemiddelde omhoog.
2. de korte termijn wordt omschreven als de situatie waarin een of meer factoren vast zijn; bijv het gebouw, het kantoor, het machinepark; variabel zijn de verwerkte grondstoffen, energie, reparatiekosten, arbeidskosten (mits niet door lange contracten vastgelegd); nu zelf nog even op voedsel toepassen, neem bijv bietsuiker.

Vriendelijke groet
Rolf Schöndorff


27 oktober 1999

Geachte heren,
In het boek Economie voor jouw (4VWO voor de tweede fase eco 1+2 ) staat in werkopdracht 5 dat je artikelen over privatisering moet zoeken en er dan een stuk over schrijven. Onze lerares wil dat het over recente privatisering gaat, maar ik kan geen artikel vinden. Hoe kom ik aan zo'n Artikel?
Hanne

Ps: via de archieven van verschillende kranten is niets te vinden

beste hanne,
ik ken geen boek dat economie voor jou (zonder w graag) heet; wie is de uitgever?; als het gaat om praktische economie van malmberg richt je vraag dan aan www.malmberg.nl; kijk verder in onze rubriek bij 'schemergebied tussen staat en markt' daarin zit een belangwekkend hoofdartikel uit nrch over privatisering in het algemeen, etc; neem bijv de elektriciteitsmijen als voorbeeld, moet in krantenarchieven terug te vinden zijn, is recent

vr groet
rolf schöndorff


21 oktober 1999

Geachte heer Pleus/ Schondorff,

voor mijn studie schrijf ik momenteel een essay over asielzoekers. Ook de economische gevolgen en ontwikkelingen wil ik hier in verwerken. Ik ben niet verder gekomen dan de werkgelegenheid en de kosten van asielopvang te behandelen. Zou u mij hier verder mee op weg kunnen helpen?

Alvast bedankt, en ik hoop spoedig van u te horen!
Met vriendelijke groet,
Jeroen van den Broek

beste jeroen,
wij kunnen natuurlijk niet de opzet van een scriptie gaan zitten maken; maar wel een tip: vat economie ruim op en niet eng; dus: alles wat met de behoeftenbevrediging te maken heeft en niet alleen productie en werkgelegenheid; verder: bekijk een asielzoeker (noem het een immigrant) als
a. een productiefacor met bepaalde kwaliteiten
b. een consument/ drager van een andere cultuur dan de onze
denk behalve aan directe effecten op markten ook aan positieve en negatieve externe effecten; naast 'lasten' zullen er ook een heel stel 'baten' te noemen zijn.

succes en vriendelijke groet
rolf schöndorff


21 oktober 1999

Beste heren,

Met veel plezier en interesse lees ik jullie stukjes! Via NRC en Economist tracht ik de (wereld)economie enigszins bij te houden. Nu wordt ik af en toe geconfronteerd met een gebrek aan kennis omtrent de gevolgen van vaak basale economische uitgangspunten. Als voorbeeld: de algemene gevolgen van een rentestijging of -daling zijn mij wel bekend, maar er bestaat een verschil in de gevolgen op korte of lange termijn; de nationale of internationale gevolgen; bovendien zijn de gevolgen vaak weer afhankelijk van bijkomende omstandigheden. Ik bemerk dat zeker in artikelen, maar ook in economische (hand)boeken vaak bepaalde verbanden gelegd worden tussen economisch relevante gebeurtenissen, waartussen mijns inziens op kortere c.q. langere termijn geen of zelfs een omgekeerd verband bestaat, hoewel dat verschil geen gevolg niet wordt vermeld. Al enige tijd ben ik op zoek naar een handboek over macroeconomie/internationale economische betrekkingen dat wel aan mijn wensen tegemoet komt en waarin ik onduidelijkheden kan verifiëren. Helaas heb ik dat nog niet gevonden.
Hebben jullie wellicht een suggestie (liefst in Ned. of Engels, eventueel in Frans of Duits)? Wouter

beste wouter

dank voor je compliment; voordat ik je een handboek kan aanraden zou ik moeten weten wat je al wel en niet van economie weet; hoe oud ben je; welke opleiding doe/deed je/ heb je economie gedaan etc; lees je redelijk makkelijk engels; schrijf dit even.

vr groet
rolf schöndorff

Beste Rolf,

Veel dank voor de snelle reactie. Mijn economiekennis heb ik opgedaan op de middelbare school: Economie I in 4, 5 en 6 VWO. Daarna ben ik rechten gaan studeren en heb daarbij vrij weinig economie gehad. In mijn laatste jaar heb ik het keuzevak Internationale Economische Betrekkingen gevolgd, waarbij we een boek van Van Esch gebruikten met dezelfde titel. O.a. dit boek vond ik af en toe "te kort door de bocht". Ik heb het boek van Krugman wel eens bekeken, maar ik denk behoefte te hebben aan een boek dat daar een stapje voor komt. Ik ben nu 26 en sinds een jaar advocaat in Amsterdam bij XXXX, (rs) een wereldwijd advocatenkantoor. Mijn Engels is zodanig dat ik The Economist zonder (veel) problemen lees. Hopelijk helpt dit,

met vriendelijke groet,
Wouter

beste wouter,

1. een relatief eenvoudig algemeen inleidend boek is het wereldberoemde Economics van Samuelson;
2. relatief eenvoudig (wordt gebruikt op heao, niveau iets lager dan vwo, maar die kennis is misschien al wat bij je weggezakt): Onderneming en Omgeving, Schöndorff, Pleus en de Kam, SMD Leiden
3. UvA Economie gebruikt voor inleiding micro-economie Pindike, Microeconomics, Prentice Hall en voor macro economie: Mankiw, Macroeconomics, Worth

Ik hoop dat je hiermee verder komt
vr groet
rolf schöndorff


20 oktober 1999

Geachte Jan Pleus en Rolf Schöndorff,

De gulden is gekoppeld aan de Euro en de DM en Franse Franc ook, etc. Hoe kan het dan dat er in Nederland een hogere inflatie is dan in andere EU landen? Bij een munt (Euro) hoort toch een inflatie?

Vriendelijke Groet, Martijn Bakker

Beste Martijn,

Je stelling dat bij een munt ook eenzelfde inflatiecijfer hoort klopt niet. Inflatie is stijging van het gemiddeld prijspeil. Het kan toch heel goed zo zijn dat in een bepaald deel van het land sommige prijzen harder stijgen dan in andere. Kijk bijvoorbeeld maar eens naar de huren en de huizenprijzen in Nederland.
Overigens klopt het wel dat een gemeenschappelijke munt de verschillen in inflatie tussen landen verkleint.

Met vriendelijke groet,
Jan Pleus


19 oktober 1999

Geachte heren,

Ik (romy heezen) zit in 4 havo en moet een werkstuk voor economie1 maken over belastingen dat deels voor mijn examen mee telt. U begrijpt dan denk ik wel dat ik dit zo goed mogenlijk probeer te doen (de leraar is ook nogal moeilijk en accepteert alleen het beste van het beste). 1 probleem ik kom er dus niet helemaal uit.toen kwam ik op jullie site (die overigens erg behulpzaam en goed is) en ik dacht dat mischien jullie mij antwoord zouden kunnen geven. de vraag is: wat de woorden : ontwijking , kapitaalvlucht , en fiscale emigratie precies inhouden en hoe de overheid het een an ander kan voorkomen.ik heb er het volste vertouwen in dat jullie mij hier antwoord op kunnen geven. alvast heel erg bedankt

Met vriendelijke groet
Romy Heezen

Beste romy,

dank voor de complimenten; In het vak publieke financiën wordt onderscheiden tussen het ontgaan (ontwijken) en het ontduiken van belasting; het eerste is binnen de grenzen van de wet (legaal) en het tweede illegaal; belastingontwijking vindt plaats(Overheidsfinanciën, Koopmans, Wellink e.a., Leiden 1991 ) doordat

  • a: belastingplichtingen hun consumptie- en spaargedrag aan te passen; men koopt dan lager belaste goederen (bijv LPG ipv benzine)
  • b: door afwenteling van de belasting op anderen: werknemers kunnen door looneisen te stellen loonebalsting afwentelen op werkgevers
  • c: ze gebruik maken van belastingbesparende juridische constructies: het gebruik maken van aftrekposten; het omzetten van een eenmanszaak in een bv (vennootschapsbelasting is doorgaans lager dan IB); in het verlengde hiervan ligt belastingvlucht: verhuizen naar België bijvoorbeeld (= fiscale emigratie)
    Belastingontduiking is illegaal, men pleegt dan fraude, bijv het verzwijgen van inkomsten
    Kapitaalvlucht betekent dat men vermogen naar het buitenland stuurt; dit kan m.i.zowel legaal zijn (men haalt zijn vermogen weg uit amerika omdat men een dalende dollar verwacht) als illegaal (zie fisc emigratie)

    succes ermee
    vr groet
    Rolf Schöndorff


    23 september 1999

    Beste heren,

    In het artikel over de jaarverslagen van Philips staat dat de winst in 1998 is gehalveerd t.ov. 1997 terwijl uit de resultatenrkeningen het omgekeerde valt te lezen. Is hier sprake van een verwisseling?

    Graag Uw reactie
    Bij voorbaat dank!
    Rob van Gennep

    Beste rob,

    Dank voor deze opmerking; de winst uit doorlopende activiteiten is van 97 oop 98 inderdaad gehalveerd, maar door een incidentele bate van 10.600 is het nettoresultaat in 98 ruim 13. 000; is inderdaad misleidend; ik zal het verhelderen.

    vr groet
    rolf schöndorf


    15 september 1999 Geachte heren

    Tijdens het lezen van het door u geschreven boek Praktische Economie, economie voor de 2e fase, vwototaalvak. Vroegen wij ons af: "Wat is het verschil tussen schaars en alternatief aanwendbaar?" Uw boek geeft namelijk de indruk dat schaars en alternatief aanwendbaar hetzelfde is. We hebben dit probleem aan onze docent voorgelegd. Hij kon ons het antwoord niet precies geven. Daarom wenden wij ons tot u , bij voorbaat dank.

    Met vriendelijke groet, Susanne Koster, Karlijn Brouns, Marja Vermeer, Katinka Lops. Leerlingen van het Willem de Zwijger College te Papendrecht.

    Beste suzanne, marja, karlijn en katinka,

    Dank voor jullie vraag; eigenlijk hoort ie via de malmbergsite te lopen, maar zo gaat het ook;
    Er is wel degelijk een verschil tussen alternatief aanwendbaar en schaarste alternatief aanwendbaar betekent zoals je al dacht dat een middel voor meer dan een doeleind kan worden gebruikt; schaarste bestaat doordat voor de bevrediging van één bepaalde behoefte middelen (die voor verschillende doeleinden bruikbaar zijn) aan de bevrediging van andere doeleinden moeten worden onttrokken; voorbeeld: stel dat je een gegeven aantal hectares grond hebt; je verbouwt daarop sla en peentjes; nu wil je een hectare meer sla verbouwen; die moet je dan onttrekken aan de peentjesverbouw; in die zin is de grond schaars: wil je meer grond inzetten voor slaverbouw dan moet je die onttrekken aan de alternatieve aanwending peentjesverbouw; schaarste is het fundament van de economie: meer van het een is minder van het ander.......
    Mij lijkt het ook in PE helder te staan, maar als dit niet zo is, stuur me dan even in detail de passage(s) waar het volgens jullie niet helder is, dan kunnen we dit verbeteren;

    intussen succes en misschien tot nader
    vriendelijke groet,
    : rolf schöndorff


    11 september 1999
    Beste Jan en Rolf,

    Gisteren in de krant iets over de aftrekbaarheid van spaarhypotheken en een overschot dat je daarin kunt hebben (o ja?) en dat dat ontvlochten wordt. Een tijdje terug in Gezin en Zaken over vooral geen koopsompolissen meer kopen want de aftrektruc bestaat straks niet meer.
    Je raadt de vraag: Waar kan ik meer informatie vinden over de belastingstructuur over een paar jaar en Wat betekent dat nu al voor de beslissingen die we nu nemen: als je een huis koopt, welke hypotheken wel en beter niet meer? Als je belegt, waarin niet meer en juist wel ? Gezin en zaken vond ik niet op de internetsite van NRC, klopt dat of kijk ik niet voorbij mijn neus?

    Dank
    Marlies Havik

    Beste Marlies,

    Typisch vragen voor Adriaan Hiele die schrijft in de rubriek persoonlijke financiën; e-mail van de rubriek is geld@nrc.nl

    succes en vr groet
    rolf schöndorff


    31 augustus 1999

    hallo Jan en Rolf,
    Ik moet een uitgebreid artikel schrijven over moderne wasmiddelen. Ik ben een tijdje opzoek geweest naar informatie, maar ik kan niet écht goed overweg met internet. Ik wilde jullie nu vragen of jullie misschien wat sides weten voor mij.(over moderne wasmiddelen uiteraard) Verder wilde ik jullie vragen of je mij precies(!!!) uit zou willen leggen wat oxidatie betekent en misschien kunnen jullie mij ook hierover wat informatie aanwijzen.
    Alvast hartelijke bedankt voor de eerste pagina, die ik overigens dus wel gevonden heb.

    Ruth

    Beste Ruth,

    Wij zijn helaas voor jou (en anderen) geen algemene vraagbaak; wij beantwoorden vragen nav onze rubriek; maar vooruit: welke zoekmachine gebruik je (altavista of infoseek of yahoo zijn de beste, dus www.altavista.com enzovoort) zoek onder detergents en wasmiddelen; zoek bij unilever; bel unilever consumenteninformatie (r'dam); oxidatie is verbinden met zuurstof (dus O2 moleculen toevoegen); nu doen we ook al scheikunde........

    succes en vr groet
    rolf schöndorff

    Meer reacties uit 1999 - 1
    Meer reacties uit 1998 - 4
    Meer reacties uit 1998 - 3
    Meer reacties uit 1998 - 2
    Meer reacties uit 1998 - 1
    Reacties uit 1997
    Reacties uit 1996

  • Bovenkant pagina
    NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD / Pleus & Schöndorff (8 december 1999/ web@nrc.nl)