Biografieën
Ontslagen rechercheur Frits van der
Putten: Ik ben in de hoek gezet als een gevaarlijke gek
(8 juni 1996)
Stoelendans of niet, er is één politieman voor wie na
de IRT-affaire geen plek meer is. Het hoofd van de criminele
inlichtingendienst (CID) in de Gooi- en Vechtstreek, F. van der
Putten, werd vorige maand ontslagen. Voor het eerst vertelt de
'architect' van het doorlaten van drugs in het openbaar over zijn
lotgevallen. Over ,,de heilige oorlog'' die het Amsterdamse
openbaar ministerie tegen hem voert en het omkopen van getuigen.
'Minister Dijkstal is het met mij eens: Straver
niet nalatig'
(30 april 1996)
Politiechef Straver is definitief gered, zegt burgemeester Pop van
Haarlem
triomfantelijk. De Tweede Kamer heeft het nakijken. ,,Mijn afspraken
met
Dijkstal zijn duidelijk en ik hou hem daar aan.'' De verhoudingen in het
ressort Amsterdam zijn nog altijd broos en ,,worden regelmatig geschaad
door
uitspraken van een enkeling''.
'Van Traa deed half werk en ik kan het
bewijzen'
(19 april 1996)
Iedere crimineel in België kent hem, verzekert hij, en hij kent
iedere crimineel. ,,Ik ben een van de meest gefeliciteerde politiemensen van
België'', zegt Willy van Mechelen, en hij toont een beoordeling uit
1992.
,,Dwingt respect af'', staat er, ,,kan leiding geven, aanvaardt alle
opdrachten, is flexibel, levert kwalitatief hoogstaand werk af.''
Hoofdofficier van justitie H. Vrakking en
de IRT-affaire
(12 april 1996)
Volgende week begint de parlementaire behandeling van het
enquêterapport opsporingsmethoden. De Amsterdamse hoofdofficier
van
justitie Vrakking was eind 1993 de magistraat die als eerste de
contouren van
een justitieel drugskartel ontwaarde.
'Een nationale commotie had ik nooit
verwacht'
(23 maart 1996)
Volgende week wordt het rapport van de rijksrecherche gepubliceerd
over de drugsimporten van de Haarlemse politie. Voormalig IRT-leider Johan
van Kastel ontdekte 2,5 jaar geleden deze drugsimporten en eiste stopzetting.
Zijn actie mondde uit in onderzoek naar het opereren van politie en justitie.
Voor het eerst geeft Van Kastel een interview over de IRT-affaire.
Criminoloog Cyrille Fijnaut onderzocht de
georganiseerde misdaad voor Van Traa
(17 februari 1996)
Na een jaar onderzoek in opdracht van de parlementaire enquêtecommissie opsporingsmethoden is criminoloog Cyrille Fijnaut een wandelend dossier.
Koekkoek over enquêtewerk
(2 februari 1996)
Het Tweede-Kamerlid dr. A. (Alis) K. Koekkoek
(CDA) neemt om meerdere reden een opmerkelijke positie in binnen de parlementaire
enquête-commissie inzake omstreden politiemethoden.
Oud CID-chef uit functie
(28 november 1995)
De voormalige chef van de Criminele-Inlichtingendienst (CID)
Kennemerland,
K. Langendoen, is 'tijdelijk uit zijn huidige functie ontheven'.
Eigenzinnigheid is Nordholts handelsmerk
(13 november 1995)
Beschadigd kwam de Amsterdamse politie twee jaar geleden uit de
IRT-affaire te voorschijn. In de parlementaire enquête wist hoofdcommissaris
Nordholt zijn korps te rehabiliteren.
Van Vondel had 'een fantastische tijd bij de
politie'
(2 november 1995)
Vandaag werd in de parlementaire enquête onthuld dat Van Vondel
te
hechte contacten in het criminele milieu onderhoudt om nog langer het
stempel
betrouwbaar te kunnen dragen.
Positie topman bleek onhoudbaar
(25 oktober 1995)
Van Randwijck weg wegens IRT-affaire.
Een inflexibele veelvraat die vecht voor elk detail
(4 september 1995)
De enquêtecommissie staat onder leiding van Kamerlid Maarten
van Traa, een 'terriër' die zich grondig voorbereidt en moeite heeft
met delegeren. ,,Als iemand het maximum uit deze enquête kan halen,
dan is het Maarten van Traa."
'Justitie moet weer de baas spelen over de
politie'.
(13 december 1994)
Docters van Leeuwen over aanpak van georganiseerde criminaliteit
Beroepsballing Mohammed Rabbae
(22 januari 1994)
Gesprek met een puritein uit Casablanca over zijn voorbeeldige
jeugd, Rushdie, de islam in Nederland, en de problemen van de Marokkaanse
gemeenschap.
Korpsen voeren genuanceerd illegalenbeleid
(7 december 1992)
H.J.A. Hofland in gesprek met MR. J. Wiarda
Van Traa leidt
enquête door 7 Kamerleden
(2 december 1994)
Naast voorzitter Van Traa (PvdA) bestaat de commissie uit de
Kamerleden Koekkoek (CDA), De Graaf (D66), Van der Stoel (VVD), Van Wageningen
(AOV), Rabbae (GroenLinks) en Rouvoet (RPF).
Het paarse kabinet; Justitie, W.
Sorgdrager (D66)
(19 augustus 1994)
Het paarse kabinet;
vice-premier/Binnenlandse Zaken, H. Dijkstal (VVD)
(19 augustus 1994)
E. van Thijn; De val van een blinkende ster
(28 mei 1994)
E.M.H. Hirsch Ballin; minister tegen wil en dank
(27 mei 1994)