|
|
|
NIEUWSSELECTIE
|
Muzikale vrijheid voor asielzoekers
Van Ethiopië naar Eindhoven
Ergens op een rotonde in Noord-Soedan staat een monument. Het toont een reusachtige dikbuikige koffiepot samen met vier kleine kopjes op een manshoge sokkel. Pop-art denk je, maar nee, dit is een eerbetoon aan een van de pijlers van de Soedanese cultuur: de koffieceremonie. Wie zijn gasten wil onthalen op een echte koffieceremonie maakt eerst het huis schoon, zorgt dat het juiste servies voorhanden is en brandt dan zelf de bonen voor de optimale geur in huis. In Soedan is het de vrouw die voor haar geliefde en zijn vrienden deze ceremonie verzorgt, en de mannen weten: hoe beter de koffie, hoe beter haar karakter. San Graatsma uit Eindhoven is nooit in Afrika geweest. Hij maakte de ceremonie mee in een opvangcentrum voor asielzoekers in Zwolle. Bij zo'n kopje intens zwarte koffie ontmoette hij de Soedanese muzikant Salih Nour. Graatsma en Nour hebben inmiddels een aantal bands opgericht, samengesteld uit muzikanten die ze in opvangcentra leerden kennen. Hun meest ambitieuze project is de groep Africa Unite, met muzikanten uit Ethiopië, Somalië, Soedan en Eritrea. Op de onlangs verschenen debuut-cd van Africa Unite staat een door Salih Nour bewerkte versie van het traditionele liedje Saoul Al Jabana. Het is een koffielied: 'Ik vraag de chauffeur of hij even wil toeteren, om onze komst aan te kondigen/ alsjeblieft liefje, maak lekkere koffie voor ons, in de schaduw van de middag'. De voormalige popmuzikant San Graatsma raakte begin jaren negentig verslingerd aan Afrikaanse muziek. De snelste manier om muzikanten te ontmoeten was een bezoek aan de opvangcentra voor asielzoekers, bedacht hij. Getipt door medewerkers van verschillende verblijven in het oosten van het land, kwam hij al snel in contact met bekwame muzikanten. Maar behalve optredens op open dagen hadden ze daar weinig gelegenheid om muziek te maken. "Ik ontmoette jonge mensen die de hele dag op hun kamer MTV zaten te kijken", zegt Graatsma. "Een muzikant moet spelen. Daarom ben ik van alles gaan organiseren. Via advertenties in een tijdschrift van het Centraal Orgaan Opvang Asielzoekers vond ik instrumentalisten uit allerlei landen. Ik bracht ze met elkaar in contact, hielp ze om groepen te formeren en regelde oefenruimtes." Als de muzikanten voldoende repertoire hadden opgebouwd zorgde Graatsma dat ze konden optreden: op feesten in de asielzoekerscentra, op festivals voor niet-westerse muziek en op bruiloften van particulieren. Graatsma nam twee cd's op onder de naam Mosaique Vivant (de naam van zijn stichting) waarmee de groepen zich konden presenteren. Op de cd's zijn muzikanten te horen uit Zaïre en Soedan, maar ook uit Koerdistan en Irak. Voor allemaal geldt: één nationaliteit per band. Africa Unite is een uitzondering.
Paradepaardje San Graatsma runt Mosaique Vivant vanuit een zolderkamertje in het centrum van Eindhoven. Africa Unite is het paradepaardje van de stichting. Want het idee om mensen uit verschillende landen uit de Hoorn van Afrika onder te brengen in één gezelschap is experimenteler dan het misschien klinkt. Graatsma: "Er zijn allerlei omstandigheden die zo'n samenwerking in de weg staan. De landen onderling gebruiken andere toonladders bijvoorbeeld. Of ze kunnen elkaar niet verstaan. Binnen Ethiopië spelen muzikanten van verschillende stammen niet eens met elkaar. Dat zijn er al ongeveer negentig, allemaal met een eigen taal." Toen Bob Marley in 1979 zijn nummer 'Africa Unite' schreef, had hij niet kunnen bevroeden dat zijn ideaal in Nederland in praktijk zou worden gebracht. En dat is ook niet helemaal toevallig, vertelt Salih Nour, de zanger van Africa Unite, aan de telefoon. Nour kan niet bij het gesprek in Eindhoven zijn, omdat hij deze dag een document voor zijn verblijfsvergunning moet ondertekenen. Een van de redenen dat de muzikanten in Afrika niet samenspelen is dat ze elkaar nauwelijks kunnen bereiken, zegt Salih. "Ik kom zelf uit Noord-Soedan en ik ben in grote delen van mijn eigen land nog nooit geweest. Soedan is groot, en de treinen en wegen zijn niet toereikend." Dat de muzikanten door heel Nederland wonen, verspreid over opvangcentra en eigen woningen, is daarbij vergeleken een obstakel van niets. Het resultaat van het samenbrengen van veertien muzikanten met verschillende culturele achtergronden geeft een nieuwe kijk op Afrikaanse muziek. Het eerste dat opvalt aan de muziek van Africa Unite is de prominente rol van de accordeon. Niet een gitaar of piano leidt de melodie, maar de gebarsten klank van de trekzak die met kittige rukjes of juist zwierige halen de kronkelende stemmen begeleidt. Het geeft een voor Nederlanders vertrouwde associatie met zeemansliederen en de Zuiderzee. Behalve naar de Zuiderzee, lijken de liedjes van Africa Unite ook te verwijzen naar de cajunmuziek uit het zuiden van de Amerikaanse staat Louisiana - dankzij de schonkige swing en de tegendraadse stijl van de muzikanten. Afgezien van de gemoedelijke trompet en saxofoons klinken de vele conga's, bongo's, en Afrikaanse lier-instrumenten als de krar en tanbura alsof ze de zangers niet zozeer willen steunen, als wel pootje haken. Als zangeres Minyeshu Kifle Tedla bij Graatsma is gearriveerd, denkt ze na over de vraag of zij de muziek van Africa Unite aan cajun verwant vindt. Maar cajun blijkt in Ethiopië een onbekende muzieksoort. "Country is erg populair", zegt Minyeshu. "Dolly Parton is bij ons een ster." Sinds Minyeshu een paar jaar geleden in België politiek asiel kreeg is ze gaan luisteren naar Amerikaanse zangeressen als Whitney Houston en Mariah Carey. "Maar dat heeft geen enkele invoed gehad op mijn manier van zingen", zegt ze.
Volksliedjes Toen Salih Nour uit Soedan via Caïro in Nederland was terecht gekomen dacht hij dat er hier voor hem als muzikant geen mogelijkheden waren. "Ik ging er van uit dat ik dan in het Nederlands zou moeten zingen, of op zijn minst in het Engels. San heeft me duidelijk gemaakt dat dat niet nodig was." San Graatsma - vroeger drummer in de Eindhovense new wave-band Neon - streeft bij zijn projecten naar een kruisbestuiving tussen het moderne en het traditionele van de Afrikaanse muziek. "Ik ben geen etnomusicoloog. Ik heb erg veel ontzag voor de muzikanten, maar ik kom toch uit de popwereld. Voor mij moeten stijlen zich ontwikkelen. In traditionele muziek zie je dat te weinig." Daarom richtte hij met Salih Nour de groep Africa Unite op. De leden verzamelden volksliedjes en Nour bewerkte en arrangeerde ze. Zo ontstond er een repertoire dat in hun vaderland nooit gespeeld had kunnen worden. Want in Soedan mag alleen de 'nationale muziek' worden uitgevoerd. "Dat zijn in de offiële Arabische voertaal gezongen liedjes, afkomstig uit de hoofdstad", vertelt Minyeshu. "De inheemse muziek van de ongeveer vierhonderd volken uit andere gebieden wordt onderdrukt en ontkend." Voor Nour was het een dankbare taak de niet gangbare nummers op te sporen. Sommige liedjes bleken zowel in Ethiopië als in Soedan voor te komen. "Het verschil was dan alleen de taal en de toonladder." zegt Minyeshu. Graatsma: " En de sfeer is anders. Van de muziek kun je de culturele verschillen afleiden. " Minyeshu: "Ja, de Ethiopische muziek is snel en de Soedanese muziek is zo rustig dat je de kamelen er vanzelf bij ziet. Dat weerspiegelt het verschil tussen ons als volken onderling. De Ethiopiërs hebben een snel levensritme, de Soedanezen zijn traag."Minyeshus favoriete liedje op de cd is 'Arada', een lied dat in Ethiopië bekend is in de uitvoering van de beroemde zangeres Asnakesh Worku. 'Arada' gaat over een bepaald soort mannen. Slechts begeleid door een krassende viool (de masinko) zingt Menyishu met schelle stem over de 'jonge mannen uit Merkato' die geen geweer hebben, ze hebben alleen maar 'een klein glaasje' - wat wil zeggen dat ze hun problemen bestrijden met sterke drank. En die jongeman uit Arada 'heeft niet eens een riem om zijn broek'. " De riem is een cowboy-achtig symbool voor mannelijkheid. Wie geen riem om heeft wordt gezien als een slappeling", zegt Minyeshu. Maar de Ethiopische vrouw volgt ook niet altijd haar verstand, want hoe suf ook, de jongen uit Arada is wel begerenswaardig. Zo zingt Minyeshu in het laatste couplet: 'Laat me beschrijven hoe mooi je bent van je hoofd naar beneden/ Onder je voorhoofd zitten je ogen als kleine bergjes/ Onder je ogen zijn je tanden als ijs/ Onder de tanden is je nek zo mooi/ Je borst onder je nek maakt me trots/ Onder je borst, wie kan ik dat vertellen...?' Manier van leven Voor veel westerlingen is Afrikaanse muziek aantrekkelijk omdat ze een vanzelfsprekende rol speelt in het dagelijkse bestaan. In Afrika wordt gemusiceerd bij alle feesten en belangrijke gebeurtenissen, er worden 'zingende kranten' voorgelezen. Kinderen leren instrumenten bespelen zoals ze hier leren fietsen. De alomtegenwoordigheid van muziek en muzikanten leidt tot een andere houding tegenover het métier. Ook wie een conservatorium-achtige opleiding heeft gevolgd ziet het muzikant-zijn als een manier van leven, en niet als een beroep. Graatsma kreeg daardoor soms te maken met een andere houding dan men in Nederland voor een band nodig acht. "Hier gaan we uit van een lange termijnplanning. Optredens regel je voor over en half jaar. Je investeert nu - geld en inspanning - en hoopt dat dat in de toekomst zijn vruchten afwerpt." zegt Graatsma. Het idee van 'oefenen' kwam veel muzikanten vreemd voor. In Soedan en Ethiopië is het vanzelfsprekend dat alle muzikanten de nationale muziek kennen. Wie voor het eerst met elkaar samenspeelt kan altijd op dat repertoire terugvallen. "En dat was niet mijn bedoeling. De mensen met wie ik ging werken moesten bereid zijn om nieuwe muziek te leren spelen, en bij de bekende stukken te leren improviseren." De instrumentalisten in Soedan zijn bovendien altijd inzetbaar als begeleider van een beroemde zanger of zangeres. "Van de grote sterren kan iedere muzikant alle liedjes spelen", zegt Minyeshu. "Als een beroemde zanger hier komt optreden wil het wel eens gebeuren dat een van de mensen met wie wij werken bij die zanger in de band wil spelen. Dat verdient tenminste wat. Maar dan zitten wij zonder muzikant." Graatsma heeft na een paar jaar besloten om alleen nog te werken met vluchtelingen wier status in Nederland enigszins zeker is. "Anders is er geen langere termijnplanning mogelijk. Het gebeurde dat mensen plotseling wegbleven. " Zoals de eerste zanger met wie Graatsma ooit samenwerkte. Deze Congolees die hij had ontmoet in opvangcentrum Beatrixoord in Eindhoven was leider van een band, BGB Musica. "In 1996 kwam hij ineens niet meer opdagen. Ik hoorde dat hij was uitgeprocedeerd. Hij is met de noorderzon vertrokken." Toch laat Graatsma zich niet al te zeer betrekken bij de persoonlijke omstandigheden van de mensen met wie hij werkt. Hij houdt zich in de eerste plaats bezig met muziek, en niet met statussen en verblijfsvergunningen. "Ik probeer er voor te zorgen dat ze in de periode dat ze hier zijn iets kunnen doen. Iets anders dan op een kamer zitten." Salih Nour en Minyeshu Kifle Tedla zijn terughoudend over de reden waarom ze hun vaderland hebben verlaten. In ieder geval had het voor beiden te maken met hun vrijheid als muzikant. Minyeshu zegt dat landgenoten nu graag naar haar komen luisteren: "Ze missen thuis, en ze zijn al blij als ze mij iets van daar horen zingen." Salih Nour, die met zijn echtgenote in Nijmegen woont, heeft van zijn huis een ontmoetingsplek voor Afrikaanse muzikanten gemaakt. Men komt er logeren en musiceren. Salihs Nederlandse vrouw verzorgt de koffieceremonie. Dat wil zeggen, ze probeert het. "De juiste kopjes ontbreken nog. Maar ik heb gehoord dat een vriend er een paar uit Soedan heeft meegenomen. Dus dat gaat de goede kant op."
Africa Unite treedt vanavond op tijdens de fakkeloptocht in Eindhoven, om 18.15 en 20.00 op het Wilhelminaplein. De cd Africa Unite (Mosaique Vivant MV 799) is te bestellen door overmaking van f 30,- op rekeningnr. 113713665 tnv Stichting Mosaique Vivant, Eindhoven. |
NRC Webpagina's 24 DECEMBER 1999
( a d v e r t e n t i e s )
|
Bovenkant pagina |