U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.

NIEUWS  TEGENSPRAAK  SUPPLEMENT  DOSSIERS  ARCHIEF  ADVERTENTIES   SERVICE


Affaire Srebrenica

Nieuws

Chronologische reconstructie

Commissie Bakker

Achtergrond

Opinie

Links

Verdenking van racisme

Het openbaar ministerie (OM) in Arnhem gaat onderzoeken of vier voormalige Dutchbat -militairen van de Bravo-compagnie vervolgd kunnen worden voor vermeende rechts-extremistische uitlatingen.

De vier zouden in 1995 in de enclave Srebrenica racistische uitspraken hebben gedaan tegen Bosnische moslims.

Het onderzoek wordt ingesteld nadat begin deze week bleek dat de Militaire Inlichtingendienst (MID ) de vier in 1996 heimelijk heeft verhoord. Op basis van eerdere verhoren door de officiële debriefingscommissie, die in 1995 de hele Dutchbat -delegatie had verhoord, achtte de MID het nodig een apart onderzoek uit te voeren naar de uitlatingen van de vier leden van de Bravo-compagnie.

De MID kreeg echter in het najaar van 1995 geen toestemming een eigen onderzoek in te stellen. ,,De leiding van de debriefingsoperatie wenste geen seperaat MID -traject'', aldus minister De Grave (Defensie) gisteren in een debat met de Tweede Kamer over de val van de enclave Srebrenica.

De resultaten van het eigen MID -onderzoek kwamen pas deze week aan het licht, nadat De Grave ,,na goed doorvragen'' kennis had gekregen van de vier alternatieve verhoren. De Grave: ,,Ik kreeg die notitie met de mededeling `minister, we hebben er nog eens goed naar gekeken; er is geen alternatief Srebrenica-rapport, maar we zijn nog iets tegengekomen wat voor u van nut kan zijn.' Dat is op zich goed.'' Volgens een woordvoerder stuurt de minister het stuk van de MID vandaag naar het OM in Arnhem met de opdracht te onderzoeken of de vier vervolgd moeten worden.

Gisteren zegde De Grave de Tweede Kamer toe zowel het feitenrelaas – een samenvatting van de letterlijke verslagen die ten grondslag liggen aan het uiteindelijke debriefingsrapport – als de vier MID -verhoren vertrouwelijk aan de Kamer te zullen sturen. Beide documenten moeten eerst ,,dubbel gedepersonificeerd worden'', aldus De Grave, zodat niet meer te herleiden is om wie het gaat. Het feitenrelaas maakt daarnaast al dienst uit van een strafrechtelijk onderzoek. Pas als dat onderzoek is afgerond, hetgeen binnen twee maanden het geval zal zijn, wordt het feitenrelaas openbaar gemaakt.

De Grave heeft tot gisteren altijd ontkend dat er een MID -rapportage bestond naast het officiële debriefingsrapport. Toch stond in het uiteindelijke debriefingsrapport al wel dat er ,,in een enkel geval blijkt bij een onderdeel sprake te zijn geweest van ongewenste uitlatingen met een rechts-extreem karakter''.

Terug naar overzicht

NRC Webpagina's
30 juli 1999

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC Handelsblad