U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.

NIEUWS  TEGENSPRAAK  SUPPLEMENT  DOSSIERS  ARCHIEF  ADVERTENTIES   SERVICE


Affaire Srebrenica

Nieuws

Chronologische reconstructie

Commissie Bakker

Achtergrond

Opinie

Links

Top militaire geheime dienst weg na `fouten'

Door een onzer redacteuren
DEN HAAG, 14 JULI. Het hoofd en het plaatsvervangend hoofd van de Militaire Inlichtingendienst (MID ) hebben gisteren hun functie neergelegd. Volgens minister De Grave (Defensie) heeft de top van de dienst een `ernstige beoordelingsfout' gemaakt door hem niet op de hoogte te stellen van een MID -onderzoek naar rechts-extremistisch gedrag van vier Dutchbat -militairen in Srebrenica.

Het hoofd van de MID , luchtmachtgeneraal H.J. Vanderwijer, en zijn plaatsvervanger, R. Wielinga, hebben na een `indringend gesprek' met de minister hun `consequenties' getrokken en hun functie `ter beschikking gesteld', zo staat in een brief van de minister aan de Tweede Kamer. In overleg met de topambtenaren wordt naar een nieuwe functie binnen Defensie gezocht. Volgens De Grave is dit een `adequate sanctie'.

Vanuit de Tweede Kamer is met imstemming op het ingrijpen van De Grave gereageerd. Tussen februari 1996 en februari 1997 heeft de MID vier verslagen gemaakt van gesprekken over vermeend rechts-extremistisch gedrag van Dutchbat -militairen in Srebrenica. Noch De Graves voorganger Voorhoeve, noch de commissie-Van Kemenade die de rol van Defensie inzake Srebrenica onderzocht, is daarvan op de hoogte gebracht. Volgens het MID is dit niet gebeurd omdat er ,,geen nieuwe feiten waren vastgesteld''. De Grave werd pas twee weken geleden geïnformeerd, aan de vooravond van een Kamerdebat. De Grave meent dat dit een `ernstige beoordelingsfout' was van de MID -top. ,,Het is voor een bewindspersoon, ook in het functioneren naar de Kamer, essentieel dat hij beschikt over alle relevante informatie. Dat is een essentiële schakel in een parlementaire democratie'', aldus de minister. Hij vindt het `betreurenswaardig' dat de topambtenaren hun functie moeten neerleggen, maar ook `onvermijdelijk'.

De Grave noemt in zijn brief aan de Kamer rechts-extremistische gedrag ,,van een zodanige aard dat de minister van Defensie hierover onverwijld had moeten worden ingelicht.'' De gespreksverslagen zijn inmiddels naar het openbaar ministerie in Arnhem gezonden en hebben het OM aanleiding gegeven een strafrechtelijk onderzoek in te stellen. De verslagen zullen tevens ter beschikking worden gesteld van het Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie.

Terug naar overzicht

NRC Webpagina's
14 juli 1999

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC Handelsblad