|
|
Kilometerheffing nieuw wapen in strijd tegen files
Door ESTHER ROSENBERG Kilometerheffing is na rekeningrijden het nieuwste wapen van minister Netelenbos in de filebestrijding. Wie meer rijdt, betaalt meer, zo is de gedachte. De heffing moet uiteindelijk de motorrijtuigenbelasting vervangen. Maar hoe registreer je de afgelegde kilometers? Het simpelst is het natuurlijk als iedere automobilist jaarlijks een kaartje met zijn kilometerstand instuurt, eventueel aangevuld met controles in de garage. Zo gaat het immers ook bij het elektriciteitsverbruik en gasverbruik van woningen. Maar dat is wellicht te gevoelig voor fraude. Vandaar dat Netelenbos in maart verklaarde satellieten te willen inzetten om te bepalen welke afstanden een automobilist aflegt. Het gaat om het Global Positioning System (GPS), een navigatiesysteem dat werd ontwikkeld in opdracht van het Amerikaanse ministerie van Defensie, maar inmiddels vele civiele toepassingen kent. Een GPS-ontvanger ter grootte van een lucifersdoosje pikt het signaal van ten minste vier satellieten op, waardoor de gebruiker overal ter wereld zijn exacte positie kan bepalen. Vervolgens is het zaak die positie van minuut tot minuut vast te leggen, zodat kan worden berekend hoeveel kilometer de auto heeft afgelegd. Dat vastleggen kan in beginsel in de auto zelf plaatsvinden, in een black box. Maar de positie zou ook voortdurend met een radiosignaal kunnen worden gemeld aan een centrale computer, die dan de verreden afstanden voor elke auto bijhoudt. In de scheepvaart, de luchtvaart en in de internationale transportsector zijn zulke systemen al langer in gebruik. Doordat de positie van een voertuig voortdurend via een communicatiesatelliet wordt doorgegeven aan de planners van de transportbedrijven, kunnen zij op elk moment zien waar de chauffeur zich bevindt. Hierdoor kan het laden en lossen beter worden gepland. Ook kan een gestolen vrachtwagen zo makkelijk getraceerd worden. In sommige dure personenauto's is het systeem om deze laatste reden al geïnstalleerd. Als de positie van de auto voortdurend bekend is, is het bovendien mogelijk de heffing niet alleen naar afstand te differentiëren, maar ook naar tijd (wel of niet in de spits) en naar plaats (platteland of in de steden). Duitsland is al verder gevorderd met plannen voor een kilometerheffing. Het streeft naar de ontwikkeling van een Europees satellietennetwerk, naar analogie van het GPS-systeem. In de tussentijd wil het vanaf 2002 gebruik maken van de Amerikaanse satellieten. Maar volgens W. Korver, onderzoeker bij TNO Inro, kleven er verschillende nadelen aan GPS. De afhankelijkheid van Amerikaanse satellieten is er een van, maar ook zou het systeem niet voldoende betrouwbaar zijn. De signalen kunnen namelijk onderbroken of gestoord worden in de buurt van hoge gebouwen. Volgens Korver is GPS daarom niet de meest geschikte methode om kilometers te registreren. Meting door middel van een soort gsm-systeem lijkt hem de beste optie. Omdat een mobiele telefoon voortdurend contact legt met antennemasten in het land kan de exacte positie van de gebruiker van het toestel op ieder moment vastgesteld worden. Volgens Korver kan door het plaatsen van een beperkt aantal antennes een dekkend systeem voor Nederland opgezet worden. Behalve met een zender dient ieder voertuig te worden uitgerust met een chip, vergelijkbaar met de sim-kaart van een mobiele telefoon. Via de chip is het mogelijk om ieder voertuig te identificeren. Kilometerheffing via op aarde geplaatste antennes is volgens Korver de goedkoopste en meest betrouwbare oplossing. Bovendien biedt een gsm-achtige ontvanger in de auto de overheid de mogelijkheid om uitgebreide reisinformatie door te geven. Netelenbos wil de kilometerkosten per auto variëren: acht cent per kilometer voor een lichte wagen, twintig cent voor een uit de zwaardere klasse. Wie minder dan zestienduizend kilometer per jaar rijdt is volgens Netelenbos met kilometerheffing goedkoper uit dan met het betalen van wegenbelasting. De gedachte hierachter is dat wie het milieu zwaarder belast, ook meer moet betalen. Volgens Korver is het zelfs mogelijk om niet het aantal kilometers, maar de daadwerkelijke vervuiling in rekening te brengen, door een meter bij de uitlaat te plaatsen. De automobilist betaalt direct voor de hoeveelheid CO2 die hij uitstoot. Netelenbos wil bij wijze van experiment in 2001 het rekeningrijden in de regio Amsterdam invoeren. Bij succes wordt het in 2003 ingevoerd rondom de vier grote steden in de Randstad. Volgens een woordvoerder van Netelenbos is het niet uitgesloten dat de tolpoorten voor het rekeningrijden gebruikt worden voor kilometerheffing; ook fraudebestendige tellers sluit hij niet uit, maar het GPS-systeem is tot nu toe de meest waarschijnlijke uitvoering van de kilometerheffing. De minister heeft bovendien gezegd het experiment in Duitsland af te willen wachten. Volgens deskundigen is de techniek van kilometerheffing niet het probleem, maar staan hoge kosten, fraudegevoeligheid en privacyoverwegingen een eerdere introductie in de weg.
|
NRC Webpagina's 28 juni 1999
|
Bovenkant pagina |
|