Overzicht eerdere afleveringen
RUIMTEVAART
ZONNESTELSEL
VOORUITGANG
LABORATORIUM
IN SPACE
SPOTTEN
PLANNEN
OVERIGE
LINKS
|
In space
Sjoerd van der Werf
Ooit was ruimtevaart vooral een wedloop
tussen de Sovjet-Unie en de Verenigde Staten, waarbij landen als
Frankrijk en Japan slechts op eerbiedige afstand volgden. Nu is het een
vreemde mengelmoes, waarin de Amerikanen nog altijd een hoofdrol spelen,
de Russen steeds verder wegzakken en de ruimtevaartactiviteiten van
Japan, China, India en Europa (in ESA-verband) steeds belangrijker zijn
geworden.
Er zijn ook tientallen andere landen met eigen programma's. Voor het
grootste deel heel bescheiden van opzet en omvang, maar wel profiterend
van een van de belangrijkste ontwikkelingen in de onbemande ruimtevaart:
de kleinere satellieten, die relatief goedkoop en snel kunnen worden
gebouwd. Ze bieden kansen aan landen die - vaak om prestigeredenen -
best eens wat zouden willen doen in de ruimtevaart, maar niet of slechts
in heel bescheiden mate toe in staat zijn, zoals Argentinië, Chili,
Mexico, Peru, Portugal, Pakistan, Thailand en Zuid-Korea.
Een selectie van internationale ruimtevaartprogramma's, exclusief
bemande en militaire ruimtevaart:
Brazilië Aardobservatie en het verzamelen van meetgegevens vanuit
de ruimte staan bij de Brazilianen hoog genoteerd. De eerste eigen
satelliet, de 115 kilogram wegende SCD-1, werd als begin van een reeks
in februari 1993 in de ruimte gebracht door een Amerikaanse
Pegasus-raket. Brazilië maakt gebruik van Chinese draagraketten,
maar ontwikkelt daarnaast een eigen draagraket, waarmee het te zijner
tijd lichte kunstmanen wil lanceren vanaf de eigen basis Alcantara. Een
eerste lanceerpoging mislukte het afgelopen weekeinde. De raket werd 65
seconden na de lancering vernietigd omdat een van de vier motoren niet
werkte.
Canada Gespecialiseerd in aardobservatie met radarsatellieten. De eerste
Radarsat-1 (2,7 ton) werd op 4 november '95 gelanceerd met een
Amerikaanse raket. Belangrijke functies van de Radarsat zijn kust- en
milieubewaking, ijsverkenning, land- en bosbouw en oceanografie. Canada
heeft plannen voor een in 2001 te lanceren puur-wetenschappelijke
satelliet, de SciSat.
China Kan de komende jaren voor verrassingen zorgen in de bemande
ruimtevaart. Voor het overige gaan de Chinezen gestaag door met wat ze
al doen sinds de lancering (24 april '70) van hun eerste satelliet met
een eigen 'Lange-Marsraket'. De Chinezen zullen actief zijn op de
winstgevende internationale lanceringenmarkt (vooral voor
communicatiesatellieten), ze realiseren microzwaartekrachtexperimenten
in de ruimte, bouwen communicatie- en aardobservatiesatellieten,
ontwikkelen krachtiger versies van de 'Lange Mars' en wellicht parkeren
ze rond de eeuwwisseling een toestel in een baan om de maan.
Duitsland Sinds de lancering van zijn eerste satelliet, de Azur ('69),en
de zonnesondes Helios-1 en -2 (in '75 en '76) is Duitsland op tal van
ruimtevaartterreinen actief. Met hun in 1990 gelanceerde Rosat
(röntgenastronomie) timmeren de Duitsers ook
zuiver-wetenschappelijk flink aan de weg. Daarnaast worden er enkele
microsatellietprogramma's gerealiseerd: Safir en de voor Italië
gebouwde Temisat voor informatieoverdracht, Tubsat en Bremsat voor onder
andere communicatie-experimenten. Wat de lanceringen betreft richt
Duitsland zich vooral op het gebruik van (goedkope) Russische raketten.
ESA (European Space Agency) Deze veertien landen omvattende Europese
ruimtevaartorganisatie is min of meer vergelijkbaar met de Amerikaanse
NASA en houdt zich bezig met alle terreinen van ruimtevaart en
ruimte-onderzoek.
Enkele projecten van ESA springen er duidelijk uit. De onlangs samen met
de Amerikaanse Cassini gelanceerde ESA-ruimtesonde Huygens moet in 2004
een landing maken op Saturnus-maan Titan. In 1999 lanceert ESA de XMM
(röntgenastronomie) en de Envisat (aardobservatie en ozonmetingen).
Daarna komen, in 2000, Cluster-2 (interactie zon-aarde) en Artemis
(nieuwe communicatietechnologie). In 2001 volgt de Integral
(gamma-astronomie), in 2003 de Mars Express (Marssatelliet met mogelijk
twee landers) en de Rosetta voor een rendez vous (tien jaar later) met
de komeet Wirtanen. Verder wordt serieus gewerkt aan een
Mercurius-verkenner en wil ESA meer gaan doen met minisatellieten.
Frankrijk De Franse ruimtevaartorganisatie CNES is in Europa de
drijvende kracht achter de vanuit Kourou (Frans-Guyana) te lanceren
Europese Ariane-raketten. Daarnaast bouwen de Fransen veel
communicatiesatellieten voor andere landen, hebben ze belangrijke
ervaring opgedaan met aardobservatiesatellieten en spelen ze, samen met
Duitsland en Italië, in Europa een hoofdrol in de bemande
ruimtevaart. Ook Frankrijk werpt zich nu op de snelle productie van
betrekkelijk goedkope minisatellieten, zowel voor eigen gebruik als voor
derden (eerste lancering in 1999). Ten slotte denkt Frankrijk
voorzichtig over het zenden van miniruimtesondes naar Mars, te beginnen
in 2001 of '03.
Groot-Brittannië In ESA-verband zijn de Britten vooral actief
betrokken bij aardobservatieprogramma's als die van ERS en Envisat en
weerkundige satellieten als METOP. Ook bouwen ze
communicatiesatellieten. Hun grootste kracht ligt op het terrein van de
mini- en microsatellieten met als Europees kampioen de universiteit van
Surrey, die er al tientallen heeft gebouwd voor klanten over de hele
wereld. Surrey werkt nu aan de bouw van zeven gelijktijdig te lanceren
minisats die een mondiaal systeem moeten vormen voor het snel opsporen
en observeren van grote rampen.
India Als derde Aziatische land na Japan en China is India sinds 18 juli
1980 (lancering Rohini-1) in staat autonoom ruimteonderzoek te
bedrijven. De inspanningen concentreren zich op praktische toepassingen:
telecommunicatie,meteorologie en aardobservatie. India heeft met zijn
IRS-satellietenserie zelfs het kwalitatief verst ontwikkelde programma
voor aardobservatie ter wereld.
Israel De Israeliërs verbijsterden hun buurlanden toen ze op 19
september 1988 met een eigen Shavit-draagraket vanaf de basis Palmachin
bij Tel Aviv hun Offeq-1 (156 kg.) in een baan om de aarde brachten.
Offeq-2 en -3 volgden in resp. '90 en '95. De 55 kilo wegende minisat
Gurwin was aan boord bij de eerste vlucht van de Russische Startraket en
ging verloren toen die lancering mislukte (28 maart '95). Verder heeft
Israel de eigen Amos-communicatiesatelliet ontwikkeld, die op 15 mei '96
met een Ariane-4-raket werd gelanceerd. Er zijn plannen voor meer
satellieten, onder andere de minisat David die wordt voorzien van een
aardobservatiesysteem met een oplossend vermogen dat beter zou zijn dan
dat van de Franse Spot. Ook willen de Israeliërs het draagvermogen
van hun Shavit-raket opvoeren.
Italië De eerste Italiaanse satelliet, de San Marco-1, werd al op
15 december '64 in de VS gelanceerd. Maar de volgende vier
San-Marcovluchten begonnen hun reis-per-Scout naar de ruimte allemaal
vanaf een verbouwd boorplatform in de Indische Oceaan, vijf kilometer
ten oosten van de Keniaanse kust. Italië wil niets liever dan die
oceaanbasis in ere herstellen, maar dan wel graag met een krachtiger
raket, de Vega. Volgens de Italianen moeten er in Europa naast de Ariane
hoe dan ook lichtere en goedkopere draagraketten komen.
Voor het overige zijn de Italianen in allerlei samenwerkingsverbanden
actief. Zo ontwikkelden en bouwden ze de voor röntgenastronomie
bedoelde SAX, die vorig jaar werd gelanceerd.
Japan Japan is op weg in de internationale ruimtevaart een supermacht te
worden. Er wordt zelfs gewerkt aan een onbemand functionerende
minishuttle (project Hope). De Japanse successenlijst - beginnend op 11
februari '70 met de lancering van de piepkleine aardsatelliet Osoemi -
is indrukwekkend lang.
In de Japanse plannen komen ook maan, planeten, kometen en
asteroïden aan bod. Een tamelijk willekeurige greep uit de Japanse
ruimteprojecten van de toekomst: in 1998 Lunar-A (maansatelliet die drie
penetrometers in de maanbodem schiet) en Planet-B (Mars-satelliet); in
2001 Muses-C (ruimtesonde die op de asteroïde Nereus landt en begin
2006 met bodemmonsters op aarde terugkeert); in 2002 Astro-F (satelliet
voor infraroodastronomie). Intussen moet dan al zijn begonnen met een
uitgebreid programma voor maanonderzoek (satellieten, landers en
maankarretjes), dat in 2007 moet culmineren met de lancering van een
bijna 8 ton zware kolos, waarna een speciale capsule met bodemmonsters
naar de aarde terugkeert.
Nederland Fokker Space heeft zich internationaal een vooraanstaande
plaats verworven op het gebied van de ontwikkeling en bouw van
zonnepanelen.
Ook bouwt het bedrijf in opdracht van ESA voor ruimtestation Alpha de
robotarm ERA, die zich als een soort wandelende tak over het
Alpha-complex kan verplaatsen. Volgend jaar gaat er een Nederlandse
kunstmaan, de Sloshsat FLEVO,de ruimte in. Het betreft geen
astronomische satelliet als ANS ('74) en IRAS ('83), maar een bijna 105
kg. wegende technologiesatelliet (inclusief de lading van 33,5 liter
water) die in opdracht van ESA wordt gebouwd en vanuit het vrachtruim
van een Amerikaans ruimteveer wordt gelanceerd. Met de Sloshsat FLEVO
worden zogenoemde klotsproeven uitgevoerd die ten doel hebben meer aan
de weet te komen over het gedrag van vloeistoffen bij manoeuvres in min
of meer gewichtsloze toestand. Een door Delftse studenten en
oud-studenten voor weinig geld gebouwde YES (Young Engineers Satellite),
die op 30 oktober jonstleden met de tweede Ariane-5 werd gelanceerd, mag
ook als een Nederlandse kunstmaan worden beschouwd.
Rusland Plannen in overvloed, maar door chronisch geldgebrek vaak geen
realiseringsmogelijkheden. Rusland moet het nu vooral hebben van de
commercialisering van zijn raketsystemen, zoals Molniya, Zenit
(eigenlijk de Oekraïne), Tsyklon, Proton, Start, Rockot en Kosmos.
De Kosmos is volgens een recente Amerikaanse analyse zelfs 's werelds
beste raket voor smallsats. Toch wordt er nog serieus gedacht aan een
lancering (per Proton) van een lichtgewicht ruimtesonde naar de planeet
Pluto in februari 1999. Het 120 kilo wegende toestel zou in juni 2007
langs Pluto moeten vliegen.
Spanje In Spanje wordt serieus gedacht over de ontwikkeling van een
eigen raketsysteem voor de lancering van lichte satellieten. De eerste
lancering van de Spaanse Capricornio-raket - vanaf de Canarische
Eilanden - met in de neus de voornamelijk voor communicatiedoeleinden
bedoelde minikunstmanen Nanosat en Venus, zou omstreeks de eeuwwisseling
kunnen plaatshebben. Voordien gaat er nog een satellietje de ruimte in
als extraatje bij een Arianelancering.
Verenigde Staten Het Amerikaanse ruimteprogramma is zeer omvangrijk. We
beperken ons tot enkele projecten die betrekking hebben op toekomstige
bestudering van maan, planeten, kometen en asteroïden.
In de zogenoemde Discovery-klasse (snel te realiseren en betrekkelijk
goedkope interplanetaire missies) was de op 4 juli jongstleden op Mars
gelande Pathfinder het eerste grote succes. De NEAR is al sinds februari
'96 onderweg naar asteroïde 433 Eros, waar hij in januari '99
omheen gaat draaien. In januari '98 wordt de Lunar Prospector in een
baan om de maan gebracht voor nader onderzoek naar de samenstelling en
het zwaartekrachtveld van de maan. De begin '99 te lanceren Stardust
moet vijf jaar later bij de komeet Wild-2 monstertjes verzamelen van het
stof dat de komeet uitstoot. Het materiaal wordt begin 2006 naar de
aarde gebracht. De begin 2001 te lanceren Genesis zal geladen deeltjes
van de zonnewind verzamelen en in 2003 op aarde afleveren. In 2002 wordt
Contour gelanceerd voor een zes jaar durende tocht langs drie kometen,
die nauwkeurig zullen worden bestudeerd, in het jaar 2003 Encke, in 2006
Schwassmann-Wachmann en in 2008 D'Arrest.
Een andere categorie van NASA-ruimtesondes is die van de 'New Millennium
Spacecraft'. Eerste vertegenwoordiger van deze klasse is de in juli '98
te lanceren Deep Space-1. Zijn reis brengt DS-1 vlak langs de
asteroïde McAuliffe ('99), de planeet Mars en in juni 2000 langs de
komeet West-Kohoutek-Ikemura.
En dan Mars. In december '98 en januari '99 worden respectievelijk een
Mars-satelliet en een Mars-lander gelanceerd. In 2001 (of 2003) gebeurt
precies hetzelfde, waarbij de lander echter twee Marskarretjes aan boord
heeft.
In 2003 (2005) wordt een speciale communicatiesatelliet in een baan om
Mars geparkeerd en een robotwagentje op de planeet zelf afgeleverd om op
verschillende plaatsen bodemmonsters te verzamelen. Het hoogtepunt van
al die inspanningen komt dan twee jaar later als een maanwagentje een
van die hoopjes bodemmonsters aan boord neemt, overlaadt in een capsule,
die - na koppeling met het wachtende moederschip - ten slotte naar de
aarde moet vliegen.
Zweden
Zweden blijft zich de komende jaren concentreren op het onderzoek
van atmosfeer, ionosfeer en magnetosfeer, zoals tot dusver met de
satellieten Viking, Freja, Astrid en Odin.
|
NRC Webpagina's
6 november 1997
|