|
BRITSE VERKIEZINGEN
|
Tony Benn: "Kapitalisme en communisme haten democratie" Een ex-Lord tussen Commons De invloedrijke Tony Benn (72) blijft het socialisme trouw. Gesprek met een oude strijder op de achterbank van New Labour.
Paul Luttikhuis Tony Benn, parlementslid voor Labour, heeft die leugen om bestwil al heel wat keren uitgesproken. Als hij bij de komende verkiezingen in het kiesdistrict Chesterfield opnieuw wordt gekozen _ en hij heeft er alle vertrouwen in dat dat lukt - dan is hij, met een paar onderbrekingen, bijna 47 jaar parlementslid. In die tijd was hij onder meer bestuurslid van de partij, minister in verschillende Labour-regeringen en voorzitter van het partijbestuur. Regelmatig hebben invloedrijke partijbonzen geprobeerd de recalcitrante Benn het zwijgen op te leggen, maar daarin zijn ze nooit helemaal geslaagd. In de jaren tachtig werd hij geleidelijk steeds verder naar de achtergrond gedrongen. Bij de landelijke verkiezingen van 1983 verloor hij in het district Bristol zelfs even zijn parlementszetel, om in 1984 via het district Chesterfield terug te keren. Maar ook vanaf de zijlijn blijft de inmiddels 72-jarige Benn hardnekkig zijn boodschap verkondigen. Als ouderwetse socialist vertegenwoordigt Benn een stroming die in verkiezingstijd zorgvuldig het zwijgen is opgelegd, maar die straks, na 1 mei, ongetwijfeld weer flink van zich af zal bijten. Zijn boodschap is door de jaren heen niet wezenlijk veranderd en voor zover dat wel gebeurde, schoof hij alleen maar verder op naar links. ,,Sommigen beginnen als marxistisch student en eindigen in het Hogerhuis'', zegt Benn. ,, Ik bewandel de omgekeerde weg.'' Niet dat Benn ooit een "rechtse' politicus was. Maar na de dood van zijn vader, in 1960, erfde hij diens adellijke titel en verloor hij automatisch het recht op een zetel in het Lagerhuis. Benn eiste van de rechter de mogelijkheid afstand te doen van zijn titel. Met succes, want Sir Anthony Wedgwood Benn, Lord Stansgate, werd weer gewoon Tony Benn en won bij tussentijdse verkiezingen in 1963 zijn zetel in het Lagerhuis terug. In het souterrain van zijn huis aan de statige Holland Park Avenue in Londen heeft Tony Benn, Wedgie voor zijn vrienden, een slonzig kantoor. Meteen naast het piepkleine deurtje, dat verscholen ligt onder de brede voordeurtrap, staan op een plank meer dan een dozijn zwarte mappen. In gouden cijfers zijn er jaartallen in gegraveerd. Sinds zijn negende heeft Benn zijn leven zorgvuldig geboekstaafd - ook bij dit gesprek loopt zijn cassetterecorder mee. In de jaren zeventig besloot hij een begin te maken met de publicatie van The Benn Diaries. Bij Britse lezers zijn ze bijzonder populair, niet alleen omdat ze met zorg en humor zijn geformuleerd, maar ook omdat ze een fascinerend beeld schetsen van het Britse politieke bedrijf. Iedereen krijgt er in de dagboeken regelmatig van langs, ook Benn zelf - gebrek aan eerlijkheid kan hem niet worden verweten. Dat hij regelmatig uit de school klapt over vergaderingen achter gesloten deuren wordt hem in zijn eigen partij hoogst kwalijk genomen. Maar Benn zit er niet mee. ,,De media vertellen wat je vandaag moet denken en over 25 jaar schrijven de historici ons voor wat je van het verleden behoort te vinden. Een dagboek vertelt hoe je naar gisteren en eergisteren moet kijken. Mijn dagboeken zijn een pantserdivisie, die de enige onverdedigde grens van het establishment oversteekt. Media en historici heeft de gevestigde orde redelijk onder controle, maar het recente verleden is veel moeilijker te verdedigen. Ik heb gemerkt dat de dagboeken daardoor wel enige politieke invloed hebben gehad. '' Tony Benn zit ontspannen midden in zijn kantoor op een gammele bureaustoel, nadat hij eerst een mok thee heeft geserveerd. De mok heeft het formaat van een Duitse bierpul. Waar Benn zijn optimisme vandaan haalt? Dat is eenvoudig. ,,Ik heb het nodige meegemaakt. Op mijn veertiende brak de oorlog uit. Miljoenen doden waren het gevolg, maar toch zijn we er bovenop gekomen. In 1964 demonstreerde ik op Trafalgar Square voor een terrorist. De laatste keer dat ik hem ontmoette, was hij Nobelprijswinnaar en president van Zuid-Afrika.'' Met dit optimisme gaat Benn de wereld te lijf. Dat hij die levensinstelling daarbij hard nodig heeft, lijdt geen twijfel. ,,De kapitalistische samenleving zit diep in de problemen: de werkloosheid stijgt, de kloof tussen arm en rijk wordt groter, de onderdrukking neemt toe. Daardoor wordt ook de ontevredenheid groter en dus moet de zaak uiteindelijk wel verschuiven. Aan die verandering wil ik mijn bijdrage leveren. Als ik een pessimist was, zou ik dat niet eens proberen. En als we het niet meer proberen, is dat de ultieme overwinning van rechts. We maken een grote contrarevolutie mee. De rijken en machtigen hebben besloten een frontale aanval te openen op democratische rechten van mensen, op het recht zich in vakbonden te verenigen en over het eigen lot te beslissen. Als arbeiders voor hun rechten opkomen en een fabriek stilleggen, kan de rechter ze dwingen weer aan het werk te gaan. Als de directeur beslist de fabriek te sluiten, bijvoorbeeld omdat die niet genoeg winst maakt, legt niemand hem een strobreed in de weg.'' Benn lurkt tevreden aan zijn pijp en geniet van de consistentie van zijn betoog. Hij weet dat zijn ideeën door velen binnen Labour nog steeds worden gedeeld, ook al doet de gematigde partijtop zijn best de middenklasse te behagen. De wereld volgens Benn wordt op dit moment geregeerd door het monetarisme. Dat begon ergens in de jaren zestig en bereikte een piek onder Thatcher en Reagan. IMF, Wereldbank en Wereld Handelsorganisatie hebben de macht overgenomen, vindt Benn. Zo wordt de democratie om zeep geholpen. ,, Kapitalisme en communisme hebben één ding gemeen: ze haten democratie.'' En om de democratie is het Tony Benn te doen. In 1993 schreef hij een alom gerespecteerd boekje, getiteld Common Sense, A new Constitution for Britain. ,, Socialisme zonder democratie stelt niets voor'', zegt hij. Maar je moet het ook niet omdraaien. Moderne sociaal-democraten noemen zich in de eerste plaats democraat en zijn in de ogen van Benn gecapituleerd voor het kapitalisme. Hoewel hij vooraf nadrukkelijk heeft gezegd niet over lijsttrekker Tony Blair te willen praten, kan hij het niet laten de gematigde vleugel die Blair vertegenwoordigt (,,New Labour, een handjevol mensen'') een flinke veeg uit de pan te geven: ,,Tussen de politici in het Verenigd Koninkrijk bestaat in grote lijnen overeenstemming over alle belangrijke onderwerpen. Conservatieven en New Labour zijn het eens over de noodzaak van globalisering, over deelname onder voorwaarden aan de Europese muntunie, over de vrije vlucht van kapitaal en het via de wet in toom houden van arbeiders, over het bezuinigen op overheidsuitgaven, het bezit van atoomwapens en over de politiek ten aanzien van Noord-Ierland. Voor Labour telt eigenlijk maar één ding: hoe komen we af van de huidige regering.'' Benn weet precies hoe een Labour-regering de crisis te lijf moet gaan. In de allereerste plaats dient er een einde te komen aan de werkloosheid. ,,Toen ik zestien was, midden in de oorlog, kreeg ik van de regering een brief: "Volgend jaar word je 17. Wij bieden gratis eten, kleding, onderdak, twee shilling of tien pence per dag, als je Duitsers wilt doden.' In Duitsland kregen jongens een soortgelijke brief. ,,Als je in de oorlog voor volledige werkgelegenheid kunt zorgen om mensen te doden, waarom zou je dat dan niet kunnen in vredestijd om huizen te bouwen, om goed onderwijs te geven, om het welzijn van mensen te verbeteren?'' Benn weet het antwoord: ,,Omdat het niet winstgevend is. Niet het fundamentalisme van de islam is gevaarlijk, maar het monetaristisch fundamentalisme: fabrieken mogen worden gesloten, banen afgeschaft, dienstverlening verminderd, alleen maar omdat ze niet winstgevend zouden zijn.'' Werkloosheid is volgens Benn een instrument om de zwakken eronder te houden: ,, Iedere samenleving heeft zijn eigen disciplinaire maatregelen. De communisten hadden Siberië, in Saoedi-Arabië wordt je hoofd eraf gehakt en in de kapitalistische wereld word je werkloos. Kohl houdt de werkloosheid kunstmatig hoog, om zijn rigoureuze bezuinigingen erdoor te drukken. Maar werkloosheid is geen ongeluk dat je overkomt, het is een systeem om mensen onder controle te houden. Het maakt mensen angstig en wie bang is, schuift op naar rechts. Zes miljoen werkloze Duitsers creëerden Hitler.'' Benn is dan ook bezorgd over de groeiende invloed van de Europese Unie op het dagelijks leven. Hij is fel tegen Britse deelname aan de muntunie: ,,Als minister heb ik gemerkt hoe een nieuwe politieke klasse probeert Europa te beheersen. Dat gaat volstrekt ondemocratisch, met een parlement dat niet meer is dan een adviesorgaan. Als Europa een monetaire unie wordt, dan bepalen bankiers in de toekomst de hoogte van belastingen, overheidsuitgaven en rentestand. Je geeft macht aan mensen die niet gekozen zijn en die je dus ook niet kunt wegstemmen. Zo ontstaat een nieuw empire. Regeringsleiders verliezen het contact met hun land, alleen om bij de Europese, bureaucratische elite te horen. Zo ontstaat een gevaarlijke vorm van nationalisme, waarin mensen in het ene land mensen in het andere land de schuld geven van de malaise. ,,Wie dit soort dingen zegt heet een Euroscepticus. Onzin! Als Groot- Brittannië geleid wordt door bankiers en bedrijfscommissarissen, zal ik me daar ook tegen verzetten. Ben ik dan een Angloscepticus?'' |
NRC Webpagina's
20 maart 1997
|
Bovenkant pagina |