U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.
     
NIEUWS  | TEGENSPRAAK  | SUPPLEMENT  | AGENDA  | ARCHIEF  | ADVERTENTIES  | SERVICE 



Overzicht eerdere
afleveringen


 BRITSE VERKIEZINGEN
 VERKIEZINGSTHEMA'S
 
 IMAGO VAN HET LAGERHUIS
 IINTERVIEW MET TONY BENN (LABOUR)
 VROUWEN IN DE BRITSE POLITIEK  CIJFERS & GRAFIEKEN
 LINKS

In de verkiezingsstrijd draait het om vier thema's.

1. Constitutie
Grondwetsherziening is het thema waarop de standpunten van de grote partijen het meest verschillen. Labour en de Liberaal-Democraten hebben begin deze maand een pact gesloten dat voorziet in de meest ingrijpende hervorming van de eeuw. De twee partijen willen beperkt zelfbestuur voor Wales en Schotland, op voorwaarde dat de nationale bevolking daar in een referendum mee instemt.
Ze sturen ook aan op een aardverschuiving in het Hogerhuis. In eerste instantie raken de 766 vertegenwoordigers die op basis van erfrecht in de Britse Eerste Kamer zitting hebben, hun stemrecht kwijt. Labour en de Liberaal-Democraten vinden het niet meer passen dat de adel alleen maar wegens afkomst meebeslist over de toekomst van de natie. Hun plaats zal worden ingenomen door parlementariërs voor het leven, zodanig benoemd door de regering dat de politieke samenstelling van het Hogerhuis de krachtsverhoudingen in het Lagerhuis weerspiegelt. In de tweede fase, tijdens een eventuele tweede regeringsperiode van Labour, moet het Hogerhuis een gekozen Eerste Kamer worden.
De twee partijen zijn het ook eens over de modernisering van een aantal archaïsche procedures in het Lagerhuis. Verder komt er onder Labour een wet op de openbaarheid van bestuur en wordt de Europese Conventie voor de rechten van de mens ingebed in het Britse recht.
Ook komt er een referendum over herziening van het kiesstelsel. De Conservatieven werpen zich op als de verdedigers van de status quo. Hervormingen zouden volgens hen leiden tot het uiteenvallen van het Verenigd Koninkrijk en ontwrichting van de constitutie.

2. Economie
Britten die ouder zijn dan dertig kunnen zich de tijd niet meer heugen dat de economie even gezond was als de laatste jaren. De economische groei ligt ruim boven het Europese gemiddelde, de werkloosheid schommelt daar ver onder en de inflatie is laag. Dit alles zou voldoende moeten zijn om de Conservatieven aan een nieuwe overwinning te helpen. Zelfs in 1992 stemden de meeste Britten uiteindelijk toch weer op de Tories, ondanks een diepe recessie, omdat ze erop vertrouwden dat de economie bij hen in de beste handen was. Gevoed door de Conservatieve verkiezingsleuzen vreesden ze dat Labour zich zou ontpoppen als belastingverhoger, conform het stereotiepe beeld van de partij.
Maar de afgelopen vijf jaar hebben de Conservatieven hun grootste troefkaart verspeeld. De rampspoed begon al meteen in 1992 met het gedwongen vertrek van het pond uit het wisselkoersmechanisme van het Europese Monetaire Stelsel, voorafgegaan door een renteverhoging van 15 procent. De huizenprijzen kelderden, veel mensen konden hun hypotheek niet meer betalen. Daar kwam ook nog eens bij dat de Conservatieven de afgelopen vijf jaar 22 keer de belastingen verhoogden, terwijl ze vóór de verkiezingen een verlaging in het vooruitzicht hadden gesteld.
Tegelijkertijd heeft Labour alles gedaan om het economische vertrouwen van de kiezers te winnen. Labours schaduwminister van Financiën, Gordon Brown, heeft vorige maand beloofd dat zijn partij de inkomstenbelasting niet zal verhogen. Alleen de geprivatiseerde nutsbedrijven die de afgelopen jaren recordwinsten maakten, krijgen een speciale heffing. De opbrengst wordt gebruikt om werkloze jongeren aan de slag te krijgen.
Labour heeft zich ook gebonden aan het niveau van overheidsuitgaven dat de Conservatieven voor de komende twee jaar hebben vastgesteld, en aan een inflatieplafond van 2,5 procent.

3. Onderwijs
Labour-leider Tony Blair wil onderwijs de hoogste prioriteit geven. Maar zijn beloften zijn bescheiden, omdat hij niet als potverteerder bekend wil worden. Hij heeft alleen toegezegd dat hij de klassen voor vijf- tot zevenjarigen zal verkleinen tot dertig scholieren. Dit wil hij financieren door het Conservatieve project te schrappen dat leerlingen van eenvoudige afkomst in staat stelt te studeren aan een eliteschool.
Alleen de Liberaal-Democraten hebben meer geld voor onderwijs over. Zij zijn zelfs bereid daarvoor de inkomstenbelasting te verhogen. De scholenstrijd tussen de Conservatieven en Labour gaat meer over filosofieën dan over middelen. De Tories leggen de nadruk op vrije keuze: concurrentie en meer elitescholen. Labour daarentegen wil beter onderwijs over de hele linie. Leerlingen van middelbare scholen krijgen onder Labour verplicht anderhalf uur huiswerk per dag en slechte leraren zullen worden ontslagen. Ouders worden verplicht tot toezicht op hun kroost.

4. Europa
De Conservatieven worden vaak afgeschilderd als anti-Europees en Labour als pro-Europees. Maar hun standpunten ten aanzien van Europa verschillen niet zoveel. Beide zijn ze tegen verdere Europese integratie. Beide staan ze kritisch tegenover een Europese munt.
Wel zal Groot-Brittannië onder Labour de sociale paragraaf van het Verdrag van Maastricht onderschrijven. De Conservatieven houden vast aan de Britse uitzonderingspositie op sociaal gebied. Ze waarschuwen dat aanvaarding van de Europese sociale richtlijnen honderdduizenden banen zal kosten en de sterke Britse concurrentiepositie ondermijnt.
Onder druk van de machtige Eurosceptische vleugel van hun partij zijn de Conservatieven de laatste jaren steeds Eurosceptischer geworden. Vorig jaar kozen ze tijdens de rundvleescrisis voor de confrontatie met de Europese Unie.
Een radicale minderheid binnen de Tories zou graag zien dat Groot-Brittannië zich terugtrekt uit de EU. Het touwtrekken over Europa heeft de Conservatieve partij sterk verdeeld.
In het kielzog van de Conservatieven is ook Labour Eurosceptischer geworden, al was het alleen maar om de Tories geen politiek voordeel te gunnen. De Conservatieven beloofden een referendum als de regering tot deelname in de monetaire unie zou besluiten, geruime tijd later deed Labour hetzelfde. Ook binnen Labour bestaat grote onenigheid over Europa, hoewel dat beter binnenskamers blijft.

NRC Webpagina's
20 maart 1997

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD (web@nrc.nl) MAART 1997