U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.
     
NIEUWS  | TEGENSPRAAK  | SUPPLEMENT  | AGENDA  | ARCHIEF  | ADVERTENTIES  | SERVICE 



Overzicht eerdere
afleveringen


 BRITSE VERKIEZINGEN
 VERKIEZINGSTHEMA'S
 
 IMAGO VAN HET LAGERHUIS
 IINTERVIEW MET TONY BENN (LABOUR)
 VROUWEN IN DE BRITSE POLITIEK  CIJFERS & GRAFIEKEN
 LINKS

Een kwade reuk in het Lagerhuis

De eerbiedwaardige leden van het Britse Lagerhuis kampen met een imagoprobleem. Lager dan de autoverkoper en de makelaar, zo scoren ze in de peilingen. Terwijl zij zichzelf uitputten in een loodzware baan.

Dick Wittenberg
EEN ENGELSMAN KENT geen grotere en meer gerechtvaardigde trots dan de letters MP achter zijn naam te mogen schrijven.'' Deze lovende woorden noteerde de Victoriaanse veelschrijver Anthony Trollope meer dan 130 jaar geleden in zijn bekendste politieke roman Can you forgive her? Lovende woorden als een monument voor de MP, de Britse parlementariër, de Member of Parliament.

In het zicht van de 21ste eeuw staat het monument te wankelen op zijn sokkel. Misschien had professor Ivor Crewe gelijk toen hij twee jaar geleden de commissie-Nolan provoceerde, die onderzoek deed naar de normen en waarden in het politieke leven. ,,De Britse kiezers hebben altijd al een gezond cynisme ten aanzien van parlementariërs tentoongespreid'', zei de hoogleraar. ,,Ze gaan ervan uit dat parlementsleden bedriegers en hypocrieten zijn die het partijbelang boven het landsbelang stellen en het eigenbelang boven het partijbelang.''

Maar twintig jaar geleden had in elk geval nog 81 procent van de kiezers vertrouwen in een instituut dat Britten bij voorkeur als de moeder aller parlementen omschrijven. Volgens een opiniepeiling van het bureau Mori vond zelfs zes jaar geleden nog 59 procent van het publiek dat het parlement goed werkte. Vorig jaar bleek dat aandeel tot 43 procent te zijn gedaald. Het aanzien van parlementariërs is de laatste tien jaar dramatisch gekelderd. In een Top-12 van beroepen die respect afdwingen, eindigden ze als allerlaatste, nog achter sensatiejournalisten, autoverkopers en handelaars in onroerend goed. Volgens een recent onderzoek van de gezaghebbende Rowntree Reform Trust denken vier van de vijf kiezers dat parlementariërs alles beloven om maar stemmen te krijgen. Drie van de vijf kiezers geloven dat hun volksvertegenwoordigers zich uitsluitend om opportunistische redenen in de politiek hebben gestort: om wat het hun oplevert aan status, macht en geld.

Sommige parlementariërs, zoals de Conservatief Dudley Fishburn, wijten de teloorgang van hun maatschappelijke positie heel filosofisch aan ,,eb en vloed der tijden''. Hij constateert een algeheel gevoel van desillusie in de politiek en de democratie. Onvermijdelijk dat ook de meest eerbare parlementariër daarvoor de rekening betaalt.

Andere leden van het Lagerhuis, zoals de Conservatieve vice-premier Michael Heseltine, wijzen naar de nietsontziende, nihilistische Britse media die politici behandelen als ongedierte dat met alle mogelijke middelen uitgeroeid moet worden. Voor een smakelijk verhaal, hoe oud ook, hoe verwrongen, gooien ze met graagte reputaties te grabbel. Een parlementariër die het bed deelt met zijn secretaresse, of die in een homoclub is gesignaleerd, of die na afloop van het partijcongres te diep in het glaasje heeft gekeken? U vindt het allemaal, met foto, in uw ochtendblad.

En dan zijn er nog enkelingen, zoals de onorthodoxe Conservatief Julian Critchley, zoals de tegendraadse Labour-parlementariër Kate Hoey, die zeggen dat het Lagerhuis het er ook zelf naar heeft gemaakt. Ruim zeventien jaar macht heeft bij de regerende Conservatieven geleid tot arrogantie en verstopte oren. Debatten zijn ontaard in verbale straatgevechten, gericht op snel verveelde televisiekijkers. Het cynisme van kiezers wordt nog overtroffen door het cynisme van parlementariërs.

Daarbij komt, zegt Kate Hoey, dat een kleine groep Lagerhuisleden het hele parlementaire systeem in diskrediet heeft gebracht. Door zich voor het stellen van Kamervragen te laten betalen. Door zich op de loonlijst van lobbyfirma's te laten plaatsen. ,,Hun gedrag wekte bij het grote publiek de indruk dat we allemaal onze snuiten in de trog hebben hangen.''

Critchley maant de kiezers zich niet door berichten over rijden onder invloed, overspel en geldzucht van parlementariërs te laten misleiden. Het Lagerhuis is bar noch bordeel, en de meeste parlementariërs zijn heiligen noch duivels. ,,Wij vormen een natuurgetrouwe weergave van de kiezers die ons in het parlement hebben gebracht.''

De kwade reuk waarmee het House of Commons zich omringd weet, belemmert belangstellenden niet zich in hordes kandidaat te stellen. Dit jaar dingen naar verwachting meer dan 3.000 aspirant-parlementariërs naar 659 zetels, daarmee het recordaantal van 2.949 uit 1992 verpulverend. En zij vormen niet meer dan het front van de kudde. Het werkelijk aantal gegadigden is volgens Britse politicologen misschien wel honderd keer zo groot. Leden van het Lagerhuis maken graag het grapje dat het geen kunst is om - als je eenmaal kandidaat bent - in het parlement te worden gekozen. Veel lastiger is het de moeizame en zenuwslopende procedure te overleven die daaraan voorafgaat: een plaats veroveren op de centrale partijlijst. Solliciteren bij kiesdistricten die een kandidaat-parlementariër zoeken. Als eerste uit de bus komen na een strenge selectie.

Voordat premier Major in 1979 door het Conservatieve partijbestuur in het kiesdistrict Huntingdon naar voren werd geschoven als aspirant-parlementslid, was hij al door meer dan twintig kiesdistricten afgewezen. En bij de sollicitatie voor de post-Huntingdon liet hij ruim driehonderd andere kandidaten achter zich.

Ook de Labour-parlementariër Kate Hoey, honorable member voor het Londense kiesdistrict Vauxhall zoals dat heet in het jargon van het House of Commons, heeft zo'n lange weg moeten gaan. Twee keer eerder deed ze een gooi naar een Lagerhuiszetel: in 1983 en 1987. De laatste keer werd ze verslagen met een meerderheid van 189 stemmen. ,,Wat voelde ik me beroerd'', zegt ze hevig zuchtend en ze schudt haar krullen los.

Ze weet nog goed wanneer ze voor het eerst eraan dacht parlementslid te worden. Ze zat nog op de Academie voor Lichamelijke Opvoeding, was achttien en zag op televisie hoe Harold Wilson in 1964 de verkiezingen won. Aanvankelijk zette ze haar fantasieën over het Lagerhuis opzij als niet realistisch. ,,Ik dacht dat je als parlementariër heel erg slim moest zijn, een intellectueel, een evenwichtige persoonlijkheid.''

Maar toen ze politiek actief werd, eerst in de studentenbeweging, later binnen de lokale overheid, kwam ze er achter dat leden van het Lagerhuis ,,toch niet zo bijzonder waren''. Ze dacht: dat kan ik ook. Sinds ze in 1989 de tussentijdse parlementsverkiezing in Vauxhall won, heeft ze haar gelijk gehaald.

Haar fractiegenote Diane Abott heeft het lidmaatschap van het Lagerhuis ooit het type baan genoemd dat alle arbeidersouders voor hun kinderen wensen: ,, Schoon, binnenskamers en zonder zwaar tilwerk.'' Maar die omschrijving doet niet helemaal recht aan de zaak. Britse parlementariërs maken gemiddeld een werkweek van 75 à 80 uur. Daar komt voor de meesten, wier kiesdistricten ver van Londen verwijderd liggen, nog eens 20 à 30 uur reizen bij. Charles Kennedy, parlementslid voor de Liberaal-Democraten, heeft de baan ooit als ,, een hartaanval op een presenteerblad'' gekwalificeerd. Ashley Weinberg, psycholoog aan de Universiteit van Manchester, heeft twee jaar geleden nog onderzoek gedaan naar het welbevinden van parlementariërs. Eén op de zes Lagerhuisleden bleek in zorgwekkende psychische conditie te verkeren. Bijna de helft leed aan oververmoeidheid, mogelijk dezelfde helft at, dronk en rookte te veel. Eenderde had weinig interesse meer in seks.

In de werkkamer van Kate Hoey hangt een plakkaat waarop wordt uitgelegd waarom parlementariërs niet in staat zijn een gezonde relatie te onderhouden. ,, Politici zijn egocentrisch, ze praten onophoudelijk over politiek, ouwehoeren eindeloos en als ze thuiskomen grommen ze tegen hun geliefden voordat ze in slaap vallen voor de televisie.'' Hoey zegt dat het haar een jaar heeft gekost om greep te krijgen op het werk. ,,Deze baan is grenzeloos. Ze kent geen taakomschrijving. Het gevaar is groot dat je voortdurend achter jezelf aanholt en nooit meer tijd voor contemplatie hebt.'' Als ze wil illustreren hoe druk het bestaan is van een parlementslid kan ze haar agenda niet meer vinden. Op haar overvolle bureau ligt wel een krantenfoto waarop ze te zien is met twee verschillende schoenen aan haar voeten: een bruine en een beige. Ze legt uit dat ze gemakkelijke schoenen heeft voor in de auto en stevige stappers om te lopen. Het was donker toen ze het ene voor het andere paar verruilde. En natuurlijk had ze haast. Als Lagerhuislid heb je niet één maar drie fulltimebanen, zegt Hoey. ,,De kunst is steeds weer de juiste balans te vinden, om ze uiteindelijk te verenigen.'' Daar is allereerst het werk in het parlement en parlementscommissies, vaak 's avonds, ook 's nachts. Volgens Hoey omdat sommige mannelijke collega"s het ,,ontzettend macho vinden om door te halen en maar blijven delibereren tot ver na middernacht''.

Verder word je verondersteld je specialismen bij te houden: huisvesting, sociale zekerheid, sportzaken in het geval van Hoey. Je moet contacten onderhouden met de belangengroepen in die sectoren. Je behoort de conferenties af te lopen. En dan heb je nog je verplichtingen tegenover het kiesdistrict dat jou heeft afgevaardigd.

Dat is het grote verschil tussen een parlementariër in Nederland en Groot-Brittannië. Lagerhuisleden weten wie hen aan de zetel hebben geholpen. Tijdens een verkiezingscampagne hebben ze bij soms duizenden van die kiezers persoonlijk op de deur geklopt. Eenmaal gekozen blijven ze aanspreekbaar voor die kiezers. Die kunnen hen bellen of schrijven. Een Britse parlementariër ontvangt gemiddeld meer dan driehonderd brieven per week. Net zoals de meeste van haar collega"s houdt Kate Hoey ook wekelijks spreekuur in haar kiesdistrict.

Hoey ziet de directe contacten met de kiezers als basis van haar werk. Zonder, zegt ze, zou ze de voeling met de werkelijkheid verliezen. Haar begrip van nationale problemen ontleent ze voor een belangrijk deel aan de individuele problemen waarmee ze in de dagelijkse praktijk te maken krijgt.

Hoewel ze soms graag zou willen dat de kiezers haar minder makkelijk konden vinden, erkent ze. Ze heeft de pech dat haar kiesdistrict aan de andere kant van de Theems ligt, tegenover Westminster. ,,Ze hoeven alleen de brug maar over om hun parlementslid te kunnen spreken. Als het mooi weer is, doen ze dat massaal.''

Hoey is één van de vele backbenchers die letterlijk op de achterste banken in het Lagerhuis zitten. In tegenstelling tot de parlementariërs die op de voorste rijen tronen. Dat zijn de leden van de regering. Dat zijn ook de leden van de schaduw-regering, de leden van de grootste oppositiepartij die bij een machtswisseling de regering zouden vormen. Samen bijna tweehonderd man.

Het Labour-parlementslid Tessa Jowell klaagde ooit dat backbenchers als ,, politieke pygmeeën'' worden behandeld, als ,,stemvee'', niet meer dan vulling voor het Lagerhuis. Maar Hoey zoekt geen glamour. Ze is tevreden met de bijrol die ze mag vervullen. En ze is ervan overtuigd dat ze meer doet dan individuele kiezers helpen als een veredeld maatschappelijk werker. Tenslotte is ze de politiek ingegaan om wezenlijke veranderingen tot stand te brengen. Een streven dat ze gemeen heeft met de meeste andere Lagerhuisleden. Zoals de voorzitter van het Lagerhuis, Betty Boothroyd, verklaart in de informatieve video Order, order over het Britse parlement: ,,Elke parlementariër wil uiteindelijk de loop van de Theems veranderen.''

NRC Webpagina's
20 maart 1997

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD (web@nrc.nl) MAART 1997