NIEUWS  TEGENSPRAAK  SUPPLEMENT  DOSSIERS  ARCHIEF  ADVERTENTIES   SERVICE

Actueel

Het eindrapport van de enquêtecommissie

Enquête

Lading
Wat zat er in de El Al-Boeing?

Politici
De ondervraging van negen (oud) politici en de gevolgen van de enquête voor de politiek

Gezondheid
Bewoners van de Bijlmer en bergers van de El Al-Boeing klagen sinds het ongeluk over hun gezondheid

Getuigen
Wie getuigden er voor de Parlementaire Enquêtecommissie Bijlmerramp?

Relatie Israel
De gespannen relatie tussen Nederland en Israel

El Al
Wat deed El Al en wat droeg deze luchtvaartmaatschappij bij aan de enquête

Enquête
De betekenis van deze Parlementaire Enquête

Artikelen op datum

Zie ook:
Profiel over de Bijlmerramp
(21 jan. 1999)

Arts: opmerkelijke gezondheidsklachten

Door onze redacteuren HARM VAN DEN BERG en FLORIS VAN STRAATEN
De parlementaire enquete naar de Bijlmerramp stond gistermiddag en vanochtend grotendeels in het teken van gezondheidsklachten van betrokkenen. Zij hadden vaak het gevoel niet of nauwelijks serieus te zijn genomen door de autoriteiten.

In de praktijk van de Surinaamse huisarts A. Makdoembaks melden zich sinds de Bijlmerramp in 1992 patienten met opmerkelijke klachten over hun gezondheid. Dat vertelde hij vanmorgen de parlementaire enquetecommissie die in opdracht van de Tweede Kamer het ongeluk met het Israelische vrachtvliegtuig onderzoekt. Makdoembaks werd in 1997 drie maanden geschorst door het Medisch Tuchtcollege nadat hij in relatie tot de ziekteverschijnselen van Tsjernobylachtige toestanden had gesproken en collega`s die het niet met hem eens waren voor racist had uitgemaakt. De huisarts uit de Bijlmer had zijn advocaat A.Haakmat meegenomen naar het verhoor en overlegde enkele keren met hem.

Volgens Makdoembaks is het van het grootste belang dat er duidelijkheid komt over de aard van de lading in het vrachtvliegtuig. ,,Als dat niet gebeurt zal het syndroom alleen maar erger worden, dat zullen onze kleinkinderen dan nog meemaken'', hield hij de commissie voor. Als huisarts heeft hij in de afgelopen jaren meer dan gemiddeld te maken gehad met bijzondere chromosoomafwijkingen, ziektes van het auto-immuunsysteem, schildklierafwijkingen en psychische klachten. Deze patienten wonen of woonden allemaal rond de plek van de ramp of zijn daar vaak geweest. De huisarts vertelde de commissieleden dat hij vooral in de eerste weken na de ramp bijzonder veel hinder heeft gehad van het feit dat er weer over de flats in de Bijlmer werd gevlogen. ,,Dat was een grote handicap in de behandeling. Als er weer vliegtuigen over waren gekomen hielpen de pillen en de gesprekken niet meer'', aldus de arts.

W. van Os, technisch medewerker van de KLM en eigenaar van een bedrijf dat kleine vliegtuigen verhuurt, is een van de mensen die zelf sinds de ramp ernstige problemen heeft met zijn gezondheid. Er waren al ruim vier jaar verstreken sinds de wrakstukken van de verongelukte El Al-Boeing bij hem in hangar 8 op Schiphol-Oost waren binnengebracht, toen hij argwaan kreeg. Zijn gezondheid ging achteruit, terwijl hem voor de Bijlmerramp nooit iets had gemankeerd. De schildklier werkte niet goed meer en zijn hormoonhuishouding raakte in de war.

Van Os schafte een Geigerteller aan en ging in 1997 meten in de hangar, waar zijn tweepersoons vliegtuigen stonden gestald. Daarnaast hadden ook anderhalf jaar lang de wrakstukken van het EL Al-toestel gelegen. Er bleek vijf jaar na de crash nog een aanzienlijke radioactieve straling waarneembaar. Zijn observaties werden in 1998 bevestigd door een TNO-rapport over de aanwezigheid van radioactiviteit als gevolg van de opslag van verarmd uranium uit het Israelische toestel.

Hetzelfde TNO-rapport bevatte overigens volgens Van Os een storende fout: de overblijfselen van het El Al-vliegtuig waren niet vier maanden in de hangar bewaard maar anderhalf jaar. De KLM-medewerker bracht elke dag een groot deel van zijn vrije tijd in de hangar door, soms met zijn zakenpartner. Hij verklaarde de maandag na de ramp vijf mannen in opvallende witte pakken te hebben gezien tussen de net gearriveerde brokstukken. Ze droegen over hun hoofd een soort kap met plexiglas. Een van hen had hij recht in het gezicht gekeken, waarbij hem was opgevallen dat de man een donkere gelaatskleur had. Diens voorkomen deed hem denken aan de joodse eigenaars van een shoarma-zaak waar hij toen vaak kwam. Van Os gaf desgevraagd echter toe dat het ook een werknemer van een Nederlandse dienst had kunnen zijn. Om welke dienst het hier zou kunnen gaan, werd tijdens het verhoor niet duidelijk.

Ook belastingambtenaar C. Boer, destijds lid van de vrijwillige brandweer, sprak van een groepje mannen in witte pakken op de plaats van de ramp. Hij werd weggestuurd toen zij er aan kwamen en na een kwartier zag hij het groepje terugkomen met een voorwerp onder een doek. Ook Boer tobt sinds enige jaren met zijn gezondheid: ,,Mijn linkervoet rot weg''. Met zijn ademhaling kreeg hij gestadig meer moeilijkheden. Tot zijn niet aflatende frustratie had hij echter tot dusverre nauwelijks gehoor gevonden voor zijn suggestie dat deze lichamelijke klachten verband kunnen houden met zijn betrokkenheid bij de vliegramp.

Volgende week hoort de commissie een aantal getuigen over de organisatie en het verloop van de bergingswerkzaamheden.

NRC Webpagina's
29 JANUARI 1999

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC Handelsblad