NIEUWS  TEGENSPRAAK  SUPPLEMENT  DOSSIERS  ARCHIEF  ADVERTENTIES   SERVICE




Bijlmer-enquête

Actueel

Rapport enquete-commissie

Lading

Ondervraging politici

Gezondheid bewoners en bergers

Getuigen

Relatie Israel

El Al

Betekenis parlementaire enquête

Artikelen op datum

Profiel over de Bijlmerramp
(21 jan. 1999)

Het doel...

VOOR HET PUBLIEK is de parlementaire enquete naar de Bijlmerramp met het afsluiten van de openbare verhoren even voorbij. Aan de commissie nu de schier onmogelijke taak de resultaten van de verhoren te combineren met de overige bevindingen en deze te verwerken in de eindrapportage. Gaandeweg kreeg het onderzoek trekken van de welbekende omgekeerde piramide: naarmate meer getuigen werden gehoord, kwamen weer nieuwe mysteries bovendrijven. Gisteren konden op de valreep mannen met puntmutsen aan de toch al rijke oogst worden toegevoegd. Bovendien was er de onthulling dat El Al reeds kort na de ramp met de Boeing in het bezit was van alle vrachtpapieren.

Vragen, nieuwe vragen. Feiten, nieuwe feiten. Getuigenissen, andere getuigenissen. Wat dit aspect van de enquete betreft deed de week van de politici niet onder voor de andere weken. Zij leek de apotheose te vormen van een onderzoek dat al het nodige had weten los te maken. Er waren politici te zien die toch allemaal hun best hadden gedaan. Maar er is een verschil tussen goede bedoelingen en ministeriele verantwoordelijkheid. Daarover zal het straks gaan als de Tweede Kamer moet oordelen over de bevindingen van de commissie. Op basis van de openbare verhoren kan over dit punt nog weinig worden gezegd. Zij gaven weliswaar een beeld, maar per definitie een incompleet beeld.

Het is dan ook te vroeg voor het trekken van afgeronde conclusies. Afgaande op alle publicitaire bewegingen leek het alsof dit de week van de waarheid voor de bij de Bijlmerramp betrokken politici was. Maar iedereen zal nog even moeten wachten. Alles wat nu al wordt opgemerkt over het in of buiten gevarenzones verkeren is voorbarig en lijkt eerder te zijn gebaseerd op de wens die de vader is van de gedachte dan op werkelijke feiten.

DIT NEEMT OVERIGENS niet weg dat deze week met de verhoren een aardig doorkijkje is gegeven in de Haagse bestuurlijke verhoudingen. Als er iets nu al gesteld kan worden is het dat de beruchte republiek van de verschillende departementen nog volledig intact is. Ook jaren na de ramp, en vele onderzoeken verder, bleken de afzonderlijke departementen vooral met zichzelf bezig. Bij voorkeur werd informatie niet aan collega-ministeries doorgegeven. Dat roept direct de vraag op hoe het met de positie van de minister-president op het vlak van de coordinerende bevoegdheid gesteld is. Formeel is er op dit punt weinig geregeld en daarachter konden ex-premier Lubbers en de huidige minister-president Kok zich tijdens hun verhoren dan ook verschuilen. Maar dat neemt niet weg dat in de hedendaagse praktijk van het regeren minister-presidenten zich de coordinerende taak hebben toegeeigend. En dan blijft het opmerkelijk dat die noodzakelijke regierol in een kwestie waar op een gegeven moment niet minder dan acht departementen bij betrokken waren, is uitgebleven.

OOIT WAS ER in Nederland sprake van een uitgangspunt, welhaast een dogma, waaraan geen enkele regering zich mocht onttrekken: `eenheid van beleid'. Nu de openbare verhoren van de Bijlmerenquete voorbij zijn, weten we dat dit adagium zich makkelijker laat formuleren dan effectueren. Maar veel meer weten we nog niet. Er zijn te veel tegenstrijdige verklaringen en ondoorzichtige feiten boven water gekomen om een helder beeld te kunnen vormen.

NRC Webpagina's
13 MAART 1999

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC Handelsblad