NIEUWS  TEGENSPRAAK  SUPPLEMENT  DOSSIERS  ARCHIEF  ADVERTENTIES   SERVICE


Bijlmer-enquête

Actueel

Rapport enquete-commissie

Lading

Ondervraging politici

Gezondheid bewoners en bergers

Getuigen

Relatie Israel

El Al

Betekenis parlementaire enquête

Artikelen op datum

Profiel over de Bijlmerramp
(21 jan. 1999)

Ministers oneens over regie ramp
Tranen Maij bij verhoor

Door onze redacteuren
Oud-minister van Verkeer en Waterstaat H. Maij-Weggen heeft vanmorgen verklaard dat op de avond van de Bijlmerramp niet zij maar oud-minister van Binnenlandse Zaken I. Dales is aangewezen als coordinerend minister voor de afwikkeling van het ongeluk.

Oud-minister Maij tijdens het verhoor
Oud-minister Maij tijdens het verhoor

Haar voormalige CDA-collega van Justitie E. Hirsch-Ballin had kort tevoren verklaard dat juist de minister van Verkeer en Waterstaat het voortouw had bij de afwikkeling.

Maij beleefde een moeilijke ochtend en ongeveer een uur nadat haar verhoor voor de parlementaire enquêtecommissie was begonnen werd ze overmand door emoties. Commissielid R. Oudkerk stelde haar een op het eerste gezicht onschuldige vraag over een aanvaring in december 1992 tussen haar en H. Wolleswinkel, die het onderzoek naar de ramp leidde. ,,Het was een verschrikkelijke tijd'', zei Maij-Weggen, die net had gememoreerd dat toen ook ongelukken in Hoofddorp en Faro gebeurden. Ze verloor haar zelfbeheersing en barstte in tranen uit. Voorzitter Meijer schorste het verhoor voor enkele minuten.

Voormalig minister van Justitie Hirsch Ballin verklaarde vanmorgen dat hij in de dagen na de ramp niet op de hoogte was geweest van een afspraak tussen het Openbaar Ministerie in Haarlem en vooronderzoeker H.Wolleswinkel dat de laatste het voortouw zou nemen. Justitie, zo luidde de afspraak, kwam pas in actie wanneer Wolleswinkel iets strafbaars had geconstateerd. ,,In het licht van nu zeg ik dat Justitie niet op de reservebank had mogen plaatsnemen'', aldus Hirsch Ballin.

Een aantal Kamerleden heeft gisteren kritiek geuit op de aanpak door de destijds verantwoordelijke ministers van Verkeer en Waterstaat, Maij-Weggen en Jorritsma. Het Tweede-Kamerlid R. van Gijzel (PvdA) noemde de informatie van toenmalig minister Jorritsma (Verkeer en Waterstaat) aan de Tweede Kamer ,,onvolledig en onjuist''. Hij voegde er direct aan toe en herhaalde dit later in zijn verhoor dat de minister bij de afwikkeling van de Bijlmerramp ,,in vergelijking met andere bewindslieden haar best heeft gedaan''. Daarmee lijkt de kenner van het Bijlmer-dossier een belangrijke buffer voor eventuele harde conclusies in het eindrapport van de commissie over het optreden van de huidige minister van Economische Zaken en vice-premier. ,,De problemen zaten veel meer bij Justitie, Economische Zaken en Binnenlandse Zaken'', stelde Van Gijzel. Hij vond dat de Tweede Kamer in de afgelopen jaren over deze ramp onvoldoende en ook onjuist is geinformeerd.

Van Gijzel zei dat het bijna niet anders kon of de bemanning van de verongelukte Boeing heeft geweten dat ze tenminste een motor kwijt was. ,,De co-piloot was een voormalig oorlogsvlieger, die kijkt onmiddellijk over zijn schouder hoeveel combat power hij nog heeft'', aldus het Kamerlid. Commissie-voorzitter Th.Meijer bevestigde uit eigen waarneming dat de rechter buitenmotor vanuit de cockpit zichtbaar is.

Voormalig burgemeester van Amsterdam E. van Thijn maakte tijdens zijn verhoor de Rijksluchtvaartdienst (RLD) het verwijt arrogant te zijn opgetreden. ,,Terwijl anderen er mee bezig waren gedroegen zij zich alsof het hun ramp was en niet de onze''. Het was hem opgevallen dat hij op de avond van de ramp en in de dagen er na in het beleidscentrum zeer weinig contact heeft gehad met deze dienst. ,,Ik moest ze op mijn knieen smeken om het vliegverkeer niet te hervatten terwijl we nog aan het ruimen waren'', herinnerde hij zich nog.

NRC Webpagina's
11 MAART 1999

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC Handelsblad