NIEUWS  TEGENSPRAAK  SUPPLEMENT  DOSSIERS  ARCHIEF  ADVERTENTIES   SERVICE


Bijlmer-enquête

Actueel

Rapport enquete-commissie

Lading

Ondervraging politici

Gezondheid bewoners en bergers

Getuigen

Relatie Israel

El Al

Betekenis parlementaire enquête

Artikelen op datum

Profiel over de Bijlmerramp
(21 jan. 1999)

Haagse staat
Wat Annemarie Jorritsma kan en niet kan

Redactie KEES VAN DER MALEN
Wat wist ze, wat wist ze niet? Wat kon ze, wat kon ze niet? En wat ondernam ze en wat ondernam ze niet?

Vrijdag moet Annemarie Jorritsma voor de parlementaire enquetecommissie verschijnen die de vliegramp in de Bijlmermeer onderzoekt. Zij is onmiskenbaar een hoofdrolspeler, zo niet de hoofdrolspeler. Niet om wat ze is minister van Economische Zaken maar om wat ze was minister van Verkeer en Waterstaat.

Hoe ernstig heeft ze zich in de vorige kabinetsperiode ingespannen om de waarheid boven tafel te krijgen? Hoe serieus heeft ze de Tweede Kamer genomen in het nader onderzoeken van de lading die de verongelukte El Al Boeing vervoerde? Twijfels en vragen, aarzelingen en suggesties zwermen als hinderlijke muskieten om de minister heen.

Vrijdag mag ze haar lezing geven of liever: zal de commissie haar lezing testen. Wat kan er gebeuren? Belandt de vice-premier van het tweede kabinet-Kok met haar verhoor in de gevarenzone en sluit het net zich om de minister die zelf al heeft gezegd dat ze ,,natuurlijk'' opstapt als zou blijken dat ze ,,fouten'' heeft gemaakt? Maar hoe natuurlijk is opstappen in de Nederlandse politiek, en wat zijn fouten die haar in redelijkheid kunnen worden aangerekend?

De minister heeft al langer kunnen nadenken wat ze de enquetecommissie zal zeggen. Maar meer nog heeft ze zich kunnen beraden wat haar te doen staat als de enquetecommissie enkele weken later het eindrapport op tafel legt. Want vanaf dat moment zal niet langer alleen de publieke opinie, maar ook de Tweede Kamer zich een oordeel aanmatigen over het handelen of juist het niet-handelen van de minister.

Wat kan ze, wat zijn haar mogelijkheden nog? Jorritsma is niet de eerste minister die de hete adem van een parlementaire enquete in de nek voelt. Wat deden collega's in soortgelijke posities: aanblijven, excuses aanbieden of opstappen. En hoe deden ze het uit vrije wil of gedwongen door de Kamer, de coalitie of de eigen fractieleider?

NRC Webpagina's
8 MAART 1999

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC Handelsblad