NIEUWS  TEGENSPRAAK  SUPPLEMENT  DOSSIERS  ARCHIEF  ADVERTENTIES   SERVICE


Bijlmer-enquête

Actueel

Rapport enquete-commissie

Lading

Ondervraging politici

Gezondheid bewoners en bergers

Getuigen

Relatie Israel

El Al

Betekenis parlementaire enquête

Artikelen op datum

Profiel over de Bijlmerramp
(21 jan. 1999)

Oordeel enquêtecommissie over hoofdrolspelers

`Onbegrijpelijk'


Premier Kok
 ,,De Commissie vindt het onbegrijpelijk dat, gezien de signalen uit de samenleving, het onderwerp nooit inhoudelijk in de ministerraad aan de orde is geweest. Het feit dat de minister-president zijn positie als voorzitter van de ministerraad op dit onderwerp op geen enkel moment heeft ingevuld, vindt de Commissie niet in overeenstemming met zijn functie.''

`Reactief'


Tweede Kamer
 ,,De Kamer opereert in de eerste jaren reactief op de ontwikkelingen van gezondheidsklachten in relatie tot de Bijlmerramp. Vanaf 1997 trekt de Kamer één lijn: een inventariserend onderzoek.''

,,Het is uiteraard goed wanneer de Tweede Kamer hoort wat er in de samenleving speelt, maar het is niet goed dat het onderwerp weer snel van de agenda verdwijnt zodra de maatschappelijke aandacht is verminderd. De samenleving moet erop kunnen vertrouwen dat de Tweede Kamer het onderwerp vervolgens bevredigend afhandelt.''

,,Op een enkele uitzondering na zijn de woordvoerders Volksgezondheid onvoldoende aktief geweest.''

,,Opvallend is dat de woordvoerders ieder voor zich met de ramp bezig zijn maar dat dit niet leidt tot een gezamenlijke aanpak. [...] Tussen een aantal woordvoerders bestaat echter een zodanig verschil van inzicht over deze ramp dat het leidt tot een grimmige werkverhouding.''

,,De Commissie ziet een patroon waarbij geen eensgezindheid is over de wijze waarop dit onderwerp geagendeerd moet worden. [...] Het gevolg is een ad hoc aanpak in de Tweede Kamer.''

,,Woordvoerders zelf zijn debet aan het feit dat de verantwoordelijkheden binnen het kabinet onhelder zijn door de minister van Verkeer en Waterstaat als coördinerend minister te zien, zonder daarover afspraken te maken net het kabinet.''

`Onvolledig'


Minister A. Jorritsma
 ,,[...] de minister van VaW [heeft] de Tweede Kamer niet geïnformeerd over de door de RVI [Rijksluchtvaartinspectie, red.] gesignaleerde verschillen tussen de airway bills [vrachtbrieven, red.], het cargo manifest [een globale beschrijving van de lading van het vliegtuig, red.] en Notoc [lijst van gevaarlijke stoffen, red.]. De Commissie is van mening dat dit wel had moeten gebeuren.''

,,Op 17 september 1996 is de RLD [Rijksluchtvaartdienst, red.] op de hoogte van de alarmerende conclusies van de RVI. Op 19 september 1997 schrijft de minister de Kamer dat er in de documenten verschillen zitten `die van administratieve aard lijken te zijn'. Naar de mening van de Commissie is dit onjuist.''

,,Woordvoerders [van de Kamer, red.] zelf zijn debet aan het feit dat de verantwoordelijkheden binnen het kabinet onhelder zijn door de minister van Verkeer en Waterstaat als coördinerend minister te zien, zonder daarover afspraken te maken met het kabinet.''

`Onnauwkeurig'


Vooronderzoeker H. Wolleswinkel
 ,,De rolverdeling, ten tijde van de ramp, tussen de vooronderzoeker en de RvdL (Raad voor de Luchtvaart, red.) met betrekking tot de uitvoering van het ongevalonderzoek geeft een redelijke maar geen volledige garantie tot onafhankelijkheid.''

,,De benoeming van de directeur Luchtvaartinspectie van de RLD tot vooronderzoeker kan leiden tot belangenverstrengeling.''

,,Geconcludeerd kan worden dat de reconstructie van delen van de vliegbaan onvoldoende nauwkeurig is geweest.''

,,De conclusie van BVO (Bureau Vooronderzoek, red.) dat aan alle voorschriften met betrekking tot inspecties van de motorophanging is voldaan wordt niet gestaafd door de daartoe bestemde documentatie.''

`Onzorgvuldig'


Minister E. Borst
 ,,De commissie-Hoekstra [die in opdracht van het kabinet onderzoek heeft gedaan naar de vrachtbrieven, red.] is door de minister van VWS gebruikt als excuus voor de late start van het inventariserende onderzoek (door het AMC, red.). [...] De minister [heeft] de Kamer niet geïnformeerd over de werkelijke reden voor de vertraging, namelijk het feit dat het AMC meer tijd nodig had voor de opzet en voorbereiding van het onderzoek. De Commissie vindt dit onzorgvuldig.''

,,In een periode waarin steeds meer signalen komen dat er mensen zijn met gezondheidsklachten [zet] de minister van VWS pas onder politieke druk (een motie) vaart achter de start van een al zes maanden eerder toegezegd inventariserend onderzoek.''

,,De Kamer wordt niet expliciet geïnformeerd over de beslissing [...] geen lichamelijk onderzoek te doen. Ook niet wanneer er naar gevraagd wordt.''

,,De Commissie is van mening dat er vanaf oktober 1992 meerdere momenten zijn, die aanleiding geven voor een nader onderzoek naar de gevolgen van de ramp voor de volksgezondheid. Dit gebeurt pas in 1998 door het RIVM. [...] Hiertoe [had zij] eerder haar verantwoordelijkheid moeten nemen.''

`Nalatig'


Oud-minister H. Alders
 ,,De Commissie vindt, gezien de maatschappelijke onrust rondom het uranium, het onbegrijpelijk dat [...] de minister van VROM nooit heeft aangedrongen op actief laten zoeken naar het verarmd uranium en de minister van VROM de burgemeester van Amsterdam niet heeft geïnformeerd over de vondst van het verarmd uranium.''

,,De Commissie is gezien het bovenstaande van mening dat de werkwijze van het ministerie van VROM nalatig is geweest ten aanzien van het verarmd uranium.''

`Onvoldoende'


Oud-minister H. Maij-Weggen
 ,,Haar positie wordt enigszins bemoeilijkt doordat er op dat moment [van de ramp, red.] een overgangssituatie is van de vigerende Luchtvaartrampenwet naar de nieuwe Luchtvaartongevallenwet.''

,,De minister van VaW heeft zich bij enkele gelegenheden bemoeid met het werk van de vooronderzoeker, in tegenspraak met het door haar zelf geformuleerde uitgangspunt.''

,,Bij communicatie en voorlichting met betrekking tot de ramp zijn fouten gemaakt.''

,,Vragen vanuit de samenleving, die in het kader van de technische oorzaakvinding niet aan de orde zijn, zijn onvoldoende beantwoord. Het betreft met name de schuldvraag, vragen over de lading, en over gezondheidsrisico's. Het aanstellen van een coördinerend minister had dit kunnen voorkomen.''

`Onjuist'


Oud-minister W. Sorgdrager
 ,,[...] de minister van Justitie [heeft] slechts vanuit een strafrechtelijke optiek naar het ladingdossier gekeken, waar [...] een bredere kijk mogelijk en wenselijk was geweest.''

,,De [door] minister Sorgdrager gewekte suggestie dat er tussen vele getuigen slechts één getuige is geweest die mannen in vreemde witte pakken heeft gezien, is feitelijk onjuist. Het Rijksrecherche-onderzoek bevat minstens negen van zulke getuigenissen.''

,,[...] de Tweede Kamer [is voorts] door de minister onvolledig ingelicht. [...] het onderzoek van de Rijksrecherche wordt niet gepresenteerd per deelopdracht, de bevindingen zijn niet gerelateerd aan alle vragen die in de Tweede Kamer over de mannen in witte pakken zijn gesteld en de minister maakt geen melding van de enige authentieke verklaring die de Rijksrecherche heeft kunnen achterhalen (namelijk een radioverslag).''

NRC Webpagina's
22 APRIL 1999

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC Handelsblad