|
|
|
NIEUWSSELECTIE US Earthquake Information Centre
|
Iedereen in Ahmedabad schat en roept maar
wat
AHMEDABAD, 29 JAN. Als hulpverleners uit de hele wereld na twee dagen aankomen in het enige behoorlijke hotel dat Ahmedabad rijk is, krijgen ze te horen dat er geen vervoermiddelen beschikbaar zijn. Ze zijn al gehuurd door tv-ploegen die er een etmaal eerder waren. Een Amerikaanse ploeg ging er vandoor met drie 'Sumo's', Indiase terreinwagens, en zelfs de passagiersbus die gasten van en naar de luchthaven brengt, is weg: men bood een bedrag waar niemand 'nee' op kon zeggen. De internationale tv-ploegen, in groten getale aanwezig omdat ze toch al in India waren wegens de Kumbh Mela (het hindoefeest dat miljoenen mensen trekt), achtervolgen elkaar als bezetenen, op zoek naar het mooiste beeld van een ingestort gebouw of de wonderlijkste redding van iemand uit het puin. De enige scheur in de brug over de rivier bij Ahmedabad is door opeenvolgende cameraploegen wereldberoemd gemaakt. Camera's liegen niet, ze 'kadreren' enkel de waarheid zou je kunnen zeggen. Op de eerste dag van de aardbeving verkondigde een verslaggever ter plaatse dat heel Ahmedabad tot gruis was vergaan. In werkelijkheid moet je flink rondrijden en zoeken om de wijken te vinden waar flatgebouwen zijn ingestort. Rond die wijken gaat het dagelijkse leven gewoon door. Er worden boodschappen gedaan, kinderen spelen cricket, zelfs huwelijksfeesten zijn niet afgelast. Journalisten sluiten een pact met de autoriteiten, meestal politiemensen: wij maken u beroemd, als u een goed verhaal vertelt. Een politiecommandant wordt gevraagd hoeveel mensen in een ingestort gebouw gevangen zitten. En of hij, voor hij antwoord geeft, zijn zonnebril wil afzetten en zo wil gaan staan dat de puinhoop de achtergrond vormt. De commandant zegt dat zich ten minste twintig mensen in het gebouw bevinden en dat er nog hoop is dat enkelen leven. Als een uur later de volgende cameraploeg arriveert, zet de politiecommandant routinematig zijn bril af en gaat op de goede plek staan. Nu zegt hij dat er 50 mensen in het gebouw zijn en dat er net nog stemmen te horen waren. Zo wordt er voortdurend gemarchandeerd met de aantallen, waardoor de ene krant of tv-zender melding maakt van tienduizend doden en de andere van dertigduizend. Zeventigduizend is al gehoord. Iedereen schat en roept wat, in een land waar de armen niet de gewoonte hebben hun kinderen bij het bevolkingsregister aan te melden. Het zijn zware tijden, als je wilt weten wat er echt aan de hand is. In het dorp Surendrenagar, halverwege Ahmedabad en Bhuj waar zich het epicentrum van de aardbeving bevond, zijn tachtig doden gevallen, meldt de televisie. En bij een naschok op zondag vielen nog eens zestig. Maar wie de moeite neemt om vier uur te rijden naar Surendrenagar komt voor een raadsel te staan. De mensen die rond het marktplein hangen, bevestigen eerst dat er vele doden zijn. Als je doorvraagt word je verwezen naar het zusterdorp, Khandipur. Daar liggen alle lijken, de crematies zijn al begonnen. Op de rampplek in Kandipur is het aantal doden ineens tien. En ten slotte nul. Er zijn niet eens gewonden. "Kijk, onze huizen hebben grote schade", roepen de dorpelingen, en ze wijzen naar omgevallen muren van leem, bij elkaar gehouden door pleisterwerk. Ook zonder aardschok zou zo'n muurtje omver te duwen zijn. In de chaos werkt de geruchtenmachine op volle toeren. Zo zou de Britse televisiezender BBC hebben aangekondigd dat zich op zaterdag om half een nog veel ernstiger beving zal voordoen. Niemand heeft het persoonlijk gehoord, maar je weet maar nooit, en velen nemen zaterdag dan ook het zekere voor het onzekere en rennen de straat op. Sommige journalisten zijn tamelijk fantasierijk en vertellen in de camera dat de ledematen op straat slingeren. En ten minste een filmploeg is uit het ziekenhuis verjaagd omdat die per ongeluk aan het filmen was op de afdeling voor suikerpatiënten. Tegenover de overactieve journalisten staan de afwachtende politici. Op 26 januari, toen duizenden mensen werden bedolven na een schok die in heel het Indiase subcontinent voelbaar was, liet de regering de feestelijkheden voor Republic Day rustig doorgaan. Het is een soort Koninginnedag, de dag waarop in 1950 de Indiase grondwet werd aangenomen. Duizenden mensen in de hoofdstad Delhi, inclusief alle leden van het kabinet van premier Vajpayee, bewonderden de show van straalvliegtuigen, marcherende soldaten, de parade van tankwagens, raketten en helikopters. Op dat moment waren de helikopters elders hard nodig. Want wat afgelopen vrijdag is gebeurd, is niet zozeer een natuurramp, als wel een sociale catastrofe. Er zijn meer mensen overleden door het gebrek aan ziekenzorg, transportmiddelen en graafmachines, dan door vallende stenen. Politici zijn niet geneigd dat toe te geven. Toen men de bevolkingsminister van Gujarat confronteerde met beelden uit het dorp Anjar, waar vierhonderd kinderen bedolven zijn en er geen graaf- of boormachine te bekennen is, zei de man licht geïrriteerd dat het beeld niet klopt. Er is al volop hulp in Anjar, beweerde hij. Zelfs in het bezoeken en het troosten van de nabestaanden is men niet erg snel. Oppositieleidster Sonia Gandhi kwam wel al op zaterdag naar Gujarat, maar zij werd uitgejouwd door leden van de RSS, de hindoefundamentalistische beweging die deze deelstaat stevig in haar greep heeft. Op alle plaatsen waar gebouwen zijn ingestort, staan de mensen van de RSS, in hun bekende witte overhemden en kaki-kortebroeken. Ze doen niets en ze helpen niemand. Ze lopen met stokken rond en zijn, zoals het een fascistische club betaamt, een zelfgeproclameerde ordedienst. Premier Vajpayee kwam vanochtend pas aan in Gujarat. Hij had een druk weekend, vanwege Republic Day. Zijn eerste conclusie: "De hulpverlening komt veel te langzaam op gang."
Zie ook:
Als een reuze sandwich liggen de dikke lagen beton op elkaar (29 januari 2001) |
NRC Webpagina's 29 JANUARI 2001
|
Bovenkant pagina |
|