U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.
Klik hier
NIEUWS  TEGENSPRAAK  SUPPLEMENT  DOSSIERS  ARCHIEF  ADVERTENTIES   SERVICE

 NIEUWSSELECTIE 
 KORT NIEUWS 
 RADIO & TELEVISIE 
 MEDIA 

S c h a k e l s
Ministerie van Buitenlandse Zaken Duitsland

Stern
(Interview met J. Fischer)

Nadir
(Informatie over de RAF)


Joschka Fischer: Mein langer Lauf zu mir selbst. Kiepenheuer & Witsch, 170 blz, ƒ34,40

Joschka Fischer (1948)

Dikbuik werd marathonloper

Michèle de Waard
Het regent schuldbekentenissen in de Berlijnse republiek. Niet toevallig gaat het in alle gevallen om katholieken. Het begon met Helmut Kohl. "Ik heb een fout gemaakt", zei de oud-bondskanselier over het netwerk van geheime rekeningen dat hij als CDU-leider had gesponnen. Vorige week verraste Christoph Daum, die getipt werd als bondstrainer, vriend en vijand. Na heftige ontkenningen ooit te hebben gekokst biechtte hij op: "Ik heb cocaïne gebruikt. Alstublieft, vergeef me."

Inmiddels heeft ook Joschka Fischer het boetekleed aangetrokken. Hij heeft twee fouten gemaakt. "Ja, ik heb agenten in elkaar geslagen. Ja, ik heb met stenen gegooid. Dat was fout en daarvoor draag ik de volle verantwoordelijkheid", zei de groene minister van Buitenlandse Zaken donderdag in het parlement. Na verhoor door de rechter in een proces tegen een vroegere RAF-terrorist (Rote Armee Fraktion), werd Fischer in de Bondsdag aan de tand gevoeld over zijn jeugdzonden uit de roerige jaren zeventig toen hij een kraker was in Frankfurt.

Maar Fischer heeft nóg een fout gemaakt.

Hij was te dik, bekent hij in zijn meest recente en openhartige boek Mein langer Lauf zu mir selbst dat in 1999 verscheen, maar nog tot voor kort hoog in de Duitse bestsellerlijsten stond. De streng katholiek opgevoede Fischer heeft niet alleen een lange weg nodig gehad om van beroepsrevolutionair in de alternatieve scene democraat te worden, zoals hij de rechter bekende. In zijn boek beschrijft hij het diepe dal waardoor hij moest om van een barokke dikbuik een ascetische langeafstandloper te worden. In de maanden voor de verkiezingsoverwinning van sociaal-democraten en Groenen in 1998 leerde een verwonderd publiek een heel andere Fischer kennen.

Binnen een jaar verloor de groene politicus bijna 40 kilo en werd hij de bekendste marathonloper van Duitsland. Nog in de zomer van 1996 woog de 181 centimeter lange Fischer 112 kilo. Op zijn vijftigste verjaardag telde hij op de weegschaal nog slechts 75 kilo. 'Ik was enorm trots op mezelf!', schrijft Fischer, nu 52. Wat een prestatie: slank en hij was helemaal alleen uit het gat gekrabbeld. Het belangrijkste was voor Fischer vooral dat hij zichzelf weer had gevonden. Het gevecht dat hij tegen zichzelf voerde, heeft Fischer opgeschreven in een ontwapenend verslag, dat vele tienduizenden Duitse lezers heeft aangesproken.

Na een sprint op het middenveld, kon de voormalige activist zijn zware lichaam nauwelijks meer met zich meetorsen. Met knikkende knieën strompelde hij langzaam verder. Dat hij door jongeren werd ingehaald, okee, dat was nu eenmaal het lot van de ouderdom. Maar dat hij het op het voetbalveld niet meer zonder zuurstoftent redde, dat deed pijn. Het versterkte zijn slechte geweten, maar consequenties trok hij niet uit deze deprimerende ervaring. En eten en drinken kon hij. Zelfs bij de toenmalige Helmut Kohl dwong Fischer respect af omdat hij de kanselier 'onder de tafel' kon eten. Kieskeurig was Fischer nauwelijks. Bijna alles smaakte hem. Als ontbijtworst, ham, kaas, roereieren of gebakken eieren, het liefst met spek, worst, en in boter gebakken, brood en jam. En als het zich voordeed was hij ook bereid 's morgens bij het ontbijt al gebakken aardappelen tot zich te nemen. Jawohl.

Kerrieworst

Niet dat hij daar dan de hele dag op teerde. 's Middag nuttigde hij een overvloedige lunch, weliswaar met een slecht geweten maar toch. Soms nog een kerrieworst tussendoor. Pommes frites met mayo voor de kleine honger in de namiddag tijdens koude winterdagen. 's Avonds dan er werkelijk tegenaan, zonder de geringste gedachte te verspillen aan calorieën of gezondheid. Zo was hij jarenlang in de weer, vaak tot diep in de nacht, at en dronk hij en voerde heftige politieke discussies. 'Wat uiterlijk, figuur en postuur begon ik steeds meer op de toenmalige kanselier van de Bondsrepubliek te lijken', schrijft Fischer. Zelfs daarin zag de groene geen aansporing zijn levenswijze te veranderen. Even schrok Fischer toen een goede vriend, die een jaar ouder was dan hijzelf en duidelijk te zwaar, na een ernstige operatie zes bypasses kreeg. Voortaan werd hij naast zijn slechte geweten ook gekweld door angst over zijn gezondheid. De vrees voor een hartaanval liet hem niet meer los. Het was echter duidelijk dat hij niet de psychische kracht had om afscheid te nemen van zijn toenmalige levensstijl. Hij voelde zich als een hamster in een zelfgemaakt rad die steeds in cirkels voortrende en voelde zich daarbij belabberd, hoewel hij dat voor de buitenwereld zorgvuldig verborgen hield. Vlotte babbels en levendige toespraken in het parlement leidden de aandacht van zichzelf doeltreffend af. Maar controles bij de huisarts? Dat nooit. Onkel Doktor was voor slappelingen, niet voor Fischer.

Deze stoere houding was niets anders dan verpakte lafheid, stelt hij in zijn boek vast. Hij was eenvoudigweg bang voor het werkelijke bloedvetgehalte en de consequenties die hij daaruit moest trekken. De grote klap kwam in augustus 1996 toen Fischers derde vrouw, Claudia, na dertien jaar een eind aan hun relatie maakte. 'Een catastrofe' die hem tot een nieuw begin dwong, anders dreigde letterlijk zijn persoonlijke ondergang. Niet alleen zijn huwelijk was mislukt. Zijn hele leven en omgang met zichzelf dreigde op een debacle uit te lopen. De keus was: doorgaan of een radicale ommezwaai.

In enkele seconden ('er was inderdaad niet meer tijd nodig') nam Fischer het besluit een eind te maken aan zijn destructieve levensstijl. Wekenlang was zijn programma: weinig eten, nauwelijks alcohol en veel zielenleed. Het was een geluk bij een ongeluk dat het drama plaatsvond in de heuvels van Toscane waar Fischer een vakantiehuis heeft. De lokale keuken was eenvoudig en gezond: vetarm, rijk aan rauwkost, groenten, koolhydraten, olijfolie en dat bleek ook nog lekker. Voortaan domineerden pasta en groenten de eettafel van Fischer, vis, brood, fruit en sla. Verse ananas, banaan, melk en een mengsel van havervlokken.

Behalve een ingrijpende verandering van zijn voedselpakket, hadden zijn lichaam en geest meer nodig: sport, sport, en nog meer sport. Het werd lopen. Eigenlijk had hij joggen altijd verdacht gevonden, schrijft hij. Rennen zonder bal leek hem zo saai. Maar lopen vereiste de minste hulpmiddelen en beloofde een geweldig calorieverbruik. Zo begon Fischer aan een nieuw leven op sportgympen en in de morgenstond. Hij liep eerst in Toscane, toen in Bonn op het pad langs de Rijn. Totdat hij op een dag de Drachenfels in de rug had. Als hij 22,5 kilometer kon lopen, waarom dan ook niet 42 kilometer en begon te trainen voor de marathon van New York.

Het lopen en zijn nieuwe voedselpakket bleken voor Fischer dè manier te zijn om 'de weg naar zichzelf terug te vinden'. Want één ding was hem helder geworden. De dramatische toestand van zijn lichaam had duidelijk te maken met zijn introductie in de 'grote politiek'. De cesuur was zijn verkiezing tot afgevaardigde van Bündnis 90/Die Grünen in het parlement in Bonn. Vanaf 1983 nam hij in omvang langzaam maar gestaag toe. De werkelijke verandering waarbij Fischer snel dik werd kwam na zijn benoeming tot minister van milieu op 12 december 1985. Het was zowel politiek als persoonlijk zijn moeilijkste tijd. Fischer was immers een politieke rebel en maakte furore toen hij gestoken in een colbert met spijkerbroek en op spierwitte gympen in het parlement van Wiesbaden in zijn nieuwe ambt werd geïnaugureerd.

Pijnlijk moest hij leren van fouten die hij keer op keer in de politiek maakte. Tenslotte was Fischer nog in de jaren zeventig vele jaren overtuigd revolutionair geweest, die met zijn kameraden in de Spontisceen de illusie koesterde dat de staat omver kon worden geworpen. "Ik heb lange tijd nodig gehad voordat ik de constitutionele orde van de Bondrepubliek kon accepteren", bekende Fischer bij zijn verhoor deze week in Frankfurt.

Het had hem een jaar gekost om zijn radicale persoonlijkheidsverandering voor elkaar te krijgen. Na de verkiezingsoverwinning van rood-groen in september 1998, kreeg Fischer het eveneens voor elkaar in een jaar uit te groeien tot een gerespecteerd minister van Buitenlandse Zaken.

Banaan

Nog altijd weet Fischer zijn nieuwe levensstijl met de stress en overvolle agenda van zijn huidige functie vol te houden. Komt een Vietnamese minister op bezoek, hapt Fischer tijdens de lunch een banaan weg. Is hij voor besprekingen in Washington, dan loopt hij met zijn lijfwachten langs het groen bij het Capitool om zijn dagelijkse kilometers af te leggen. Vijf dagen in de week tien kilometer lopen, is Fischers recept; in New York, Jeruzalem, Rio of Berlijn desnoods na middernacht.

Alan Sillitoe's roman Eenzaamheid van de langeafstandloper was Fischers therapie en Fischer is er het diepe mee ingegaan. Een pr- adviseur heeft hij niet nodig gehad, in tegenstelling tot andere prominente politici. Alleen maar een grote inzet en een ijzeren wilskracht, zoals hij zelf zegt. Fischers openhartige bekentenissen over zijn veranderingen - van dikbuik tot asceet en van revolutionair tot democraat - hebben beslist bijgedragen tot de status die hij nu heeft bereikt: die van populairste politicus van Duitsland, en een die gelukkig is met zichzelf.


Zie ook:

Joschka Fischer staat even oog in oog met eigen verleden (17 januari 2001)
Kruistocht Meinhof jr. tegen Joschka Fischer (16 januari 2001)
Joschka Fischer raakt de Duitse ziel (15 januari 2001)
Fischer brengt zichzelf in opspraak (4 januari 2000)

NRC Webpagina's
19 JANUARI 2001

Archief Boeken


( a d v e r t e n t i e s )

Klik hier

Klik hier

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC Handelsblad