Door onze redactie wetenschappen
De kans op leukemie onder Bosnië- en Kosovo-veteranen als gevolg van hun uitzending wordt, met het huidige aantal overledenen, overschaduwd door het normale risico op leukemie.

Militairen blijven meestal een half jaar in het gebied waarnaar ze worden uigezonden. De 25.000 Nederlandse militairen die in 1999 en begin 2000 in Kosovo hebben gediend, verzamelden dus bij elkaar 12.500 risicojaren in den vreemde, maar hun 'burgerlijke' risico om een bloedkanker te krijgen (van ongeveer 5 per 100.000 per jaar) tikte twee jaar lang gewoon door.

Van de volwassenen die leukemie krijgen overlijdt minder dan de helft. Leukemie onder mannen van 20 tot 40 jaar, de leeftijdscategorie die de VN in vredesmachten uitzendt, komt zo weinig voor dat de jaarlijkse incidentie flink kan variëren. In 1995 overleden in de vier leeftijdsgroepen (20 tot en met 24 jaar, 25 tot en met 30 jaar enz.) die de Nederlandse kankerregistratie bij 20- tot 40-jarigen bijhoudt respectievelijk 2,5, 2,1, 1,8 en 3,5 mannen per 100.000 mensen per jaar. Een jaar later lagen die getallen iets anders: 2,9, 3,1, 4,1 en 3,6. Twee doden bij 50.000 manjaren is dus een 'burgerlijk' sterftecijfer dat nog binnen de statistische variatie valt.

Zie ook:

NAVO wees op risico van munitie (8 januari 2001)
Militairen bellen Defensie over leukemie (6 januari 2001)
Leukemie in leger verontrust Europa (5 januari 2001)
Leukemie spookt door Europa (5 januari 2001)
Van Hoof wil onderzoek naar leukemie (4 januari 2001)

( a d v e r t e n t i e s )