|
|
|
NIEUWSSELECTIE Brits Ministerie van Defensie Ministerie van Volksgezondheid
Gezondheidsplein
NAVO National Gulf War Resource Center
The Bulletin
|
Europa in de ban van Balkan-syndroom
ROTTERDAM, 9 JAN. In heel Europa hoor je de politici denken: 'Ojee, na de BSE-crisis toch niet opnieuw een Europawijde affaire!' Het zal toch niet waar zijn dat 'onze jongens' tijdens de oorlogen en vredesmissies op de Balkan hebben blootgestaan aan verhoogde gezondheidsrisico's louter vanwege het gebruik van bepaalde munitie? Er tekent zich rond het zogenoemde Balkan-syndroom een opmerkelijke discrepantie af. Aan de ene kant is er de ongerustheid bij betrokkenen en politici die opheldering verlangen (de Italiaanse premier Giuliano Amato), alle veteranen laten screenen (de Britse staatssecretaris van Defensie John Spellar) of een verbod eisen op het gebruik van munitie met verarmd uranium (de Duitse bondskanselier Gerhard Schröder). En aan de andere kant zijn er de geruststellende reacties van wetenschappers (geen verband aangetoond) en het NAVO-bondgenootschap (loos alarm). Verarmd uranium is licht-radioactief materiaal en net als andere zware metalen is het chemisch giftig. Het is geschikt voor munitie (kogels, granaten, raketten) waarmee bepantserde voertuigen of stellingen worden bestookt. Het verdampt als het doel treft, en daarin schuilt een potentieel gevaar bij inademing. Dat laatste wordt door niemand bestreden. Zelf wees de NAVO de lidstaten medio juli 1999 op de risico's. Dat was weliswaar meer dan vijf weken na afloop van de bombardementen op Servische doelen, maar het werd kennelijk nog niet te laat geoordeeld om expliciet te waarschuwen voor contact met geraakte pantserdoelen. Nog weer drie weken later resulteerde dit voor de Nederlandse militairen en hulpverleners op de Balkan in speciale instructies. 'Uit de buurt blijven', luidde de boodschap. Onderzoek naar de mogelijke gezondheidsrisico's van het gebruik van munitie met verarmd uranium heeft op bescheiden schaal plaatsgevonden. Daarin is geen significant verband gebleken tussen de omstreden munitie en het complex van klachten dat wordt aangeduid met Balkandyndroom (of Golfsyndroom), uiteenlopend van chronische oververmoeidheid tot leukemie met de dood tot gevolg. De NAVO zou in de oorlog rond Kosovo (1999) 31.500 stuks munitie met verarmd uranium hebben verschoten. Bij de oorlog in Bosnië (1994- '95) zou het gaan om 10.000 stuks munitie. In totaal zou daarin ongeveer 12 ton verarmd uranium zijn verwerkt. De concentratie verontreinigde lucht - zeg maar de wolk van verdampt verarmd uranium - die dat heeft veroorzaakt, is voor militairen, hulpverleners en bewoners zó gering geweest, dat zij volgens de WHO, de Wereldgezondheidsorganisatie van de Verenigde Naties, geen leukemie verzoorzaakt kan hebben. Nochtans vindt ook de WHO dat nader onderzoek nodig is. Het meest voor de hand zou liggen een dergelijk gezondheidsonderzoek in Irak te verrichten. Daar is in de Golfoorlog bijna dertig keer zo veel munitie met verarmd uranium verschoten als op de Balkan. Maar voor een zo'n expeditie houdt Irak zijn grenzen dicht. Vooralsnog moet men het doen met onderzoek dat onder Britse en Amerikaanse militairen die deelnamen aan de Golfoorlog heeft plaatsgevonden. Zo blijkt volgens het Britse ministerie van Defensie uit onderzoek van de universiteit van Manchester, dat er nauwelijks verschil is in de sterftecijfers onder militairen die aan de Golfoorlog meededen en soldaten die daar niet vochten. Van de 53.000 Britse militairen in de Golfoorlog waren er in juni vorig jaar 452 overleden. Van de militairen uit de vergelijkbare controlegroep die niet bij de Golfoorlog betrokken was waren er toen 439 dood. Van de Golfgroep gingen er 158 dood aan een ziekte (64 aan kanker), van de controlegroep 190 (68 aan kanker). Wie hierop afgaat concludeert al gauw dat er niet veel bijzonders aan de hand is. Maar dat kan de onrust niet wegnemen, en evenmin de roep om nader onderzoek. Die klinkt sinds eind vorig jaar het luidst vanuit Italië, waar acht Balkangangers aan leukemie zijn overleden, en heeft inmiddels zo veel adhesie gekregen dat vandaag zowel in NAVO- verband (in Brussel) als in de Europese Unie (in Stockholm bij voorzitter Zweden) beraad plaatsvindt over het vermeende Balkan- syndroom.
Zie ook:
NAVO wees op risico van munitie (8 januari 2001)
|
NRC Webpagina's 9 JANUARI 2001
|
Bovenkant pagina |
|