R A D I O & T E L E V I S I E
|
NIEUWSSELECTIE
S e l e c t i e
Televisie
|
B E E L D :
Medegevoel
Maarten Huygen
Niet dat kinderen aan de beelden kapot waren gegaan. Zij kunnen dagelijks in films en steeds realistischer computerspelletjes doden zien vallen. Ze vallen zelf schijndood op de speelplaats. Onderscheid tussen feit en fictie is dan niet helder. De doorgewinterde kijker ziet door het jaar heel wat lijken. De angstige jongen werd met de schoen tegen de grond gehouden en op een truck geladen om te worden doodgeschoten. "Maar", zei de filmmaker, "Dr. Julius Spencer, de minister van informatie, was toevallig in de buurt, dus werd de jongen gered". We zagen de doctor-minister in militair uniform met een brilletje op en de mitrailleur in aanslag. Hij was op de scène gestuit, had de camera gezien en de combinatie snel gemaakt: slechte public relations. Het is moedig van de burger van Sierra Leone dat hij met gevaar voor eigen leven de ellende in eigen land filmt. Maar de schok, voor zover je daar op de sofa voor de buis van kunt spreken, was bij mij al voorbij. Ik kreeg veel meer informatie uit de krantenberichten en reportages over deze negen jaar oude oorlog. Charles Taylor die moordend door het platteland trok en de nieuwe weeskinderen omvormde tot gevaarlijke vechtmachines. In Blauw Licht werd opgemerkt dat het Westen zou moeten ingrijpen. Maar zouden onze jongens het beter doen dan de Nigeriaanse vredesmacht? Ik dacht aan Srebrenica. Ook Westerse troepen worden wild als elk lief jongetje van twaalf zich kan ontpoppen tot moordenaar. De bezettende troepen in de Politionele Acties in Indonesië, de Vietnamoorlog en in de Tsjetsjeense oorlog waren zeker niet beter. Ingrijpen kan averechts werken. Zo beschermden hulporganisaties de Hutu- moordenaars in Oost-Congolese opvangkampen. Goede bedoelingen, zeker, maar in dienst van kwaadwilligen. De som van al deze feiten is een gevoel van zinloosheid, toeval en willekeur. Dr. Julius Spencer was helaas niet aanwezig bij het jongetje dat in de beginscène van Cry Freedom werd neergeschoten. Later op de avond zag ik op de ARD een oud interview met de inmiddels overleden Pol Pot in de documentaire Todesspiralen. Deze vroegere, wrede dictator van Cambodja had anderhalf miljoen doden op zijn geweten. Nee, hij had geen spijt. Indertijd waren bewogen Westerse intellectuelen bekoord door zijn terugkeer naar een agrarische samenleving. In het interview was Pol Pot een charmante oude man die terugkeek op zijn loopbaan. Soms twinkelden er pretlichtjes in zijn ogen. Ik had goeiïg, in geanimeerde conversatie tegenover hem kunnen zitten. Dat vond ik nou schokkend.
|
NRC Webpagina's
10 FEBRUARI 2000
|
Bovenkant pagina |