NIEUWSSELECTIE
KORT NIEUWS
RADIO & TELEVISIE
MEDIA
Menu, recept en uitleg
|
ALLE ETEN KOMT UIT DE FABRIEK
Eet smakelijk
Veel mensen maken zich zorgen
over het voedsel. Maar bijna niemand doet moeite er meer vanaf te
weten. "Weinig mensen kennen de voordelen van de technologisering."
Marcel aan de Brugh
Wie weet hoe de mosterd wordt gemaakt? Wie kent de bereidingswijze van
pindakaas, pastasaus, instantsoep of azijn? De Consumentenbond
misschien? Nee, helaas. Een vriendelijke stem aan de telefoon zegt dat
de bond zich niet met voedseltechnologie bezig houdt. Ze verwijst naar
het Voedingscentrum in Den Haag. Maar ook daar reageert de medewerkster
verontschuldigend. "Jeetje, daar heb ik zo ééntweedrie
geen informatie over. " Haar aardige stem zegt dat het Voedingscentrum
allerlei vragen kan beantwoorden; over vitamines, mineralen, E-nummers,
verontreinigingen, voeding tijdens de zwangerschap, voeding voor
sporters, voor vegetariërs. Maar over de technologie achter
voeding? Nee. "Heeft u het misschien al geprobeerd bij de fabrikant
zelf?"
De Albert Heijn Klantenlijn wellicht? "Ik kan u niet vertellen waar onze
huismerken vandaan komen en hoe ze worden gemaakt", klinkt het monter
aan de andere kant van de lijn. "Dan kunnen we te maken krijgen met
concurrentievervalsing. Probeert u het eens bij het Voedingscentrum."
Wat voor pindakaas en azijn geldt, gaat ook op voor boter, melk,
diepvriespizza, maïzena, krakelingen, vla: voor de meeste
voedingsmiddelen. "Ons dagelijks voedsel is volkomen
vertechnologiseerd. Maar niemand die het lijkt te weten. Er is geen
centrale instantie waar je met vragen terecht kunt. En de industrie
verdoezelt het", zegt prof.dr. C. van Woerkum verbonden aan de
leerstoelgroep Communicatie en Innovatie Studies van Wageningen
Universiteit en Researchcentrum (de voormalige Landbouwuniversiteit).
Wie weet bijvoorbeeld dat het vlees in een babyhapje eerst wordt
gesneden in stukjes van 100 gram, daarna wordt gekookt en vermalen.
Vervolgens wordt het bij een temperatuur van 90 graden Celsius in een
grote mixer gemengd met de rest van de ingrediënten - suiker,
maïsstroop, zetmeelpoeder, gistextracten, zout, kruiden,
melkeiwit. Het mengsel wordt naar een vat gepompt en gemalen totdat het
de gewenste textuur heeft; dan gaat het mengsel naar een
ontluchtingstank waar alle lucht eruit wordt gezogen om veranderingen in
smaak, aroma en kleur zoveel mogelijk te voorkomen. In een volgende tank
wordt het papje gepasteuriseerd bij 91 graden Celsius. Daarna wordt het
afgevuld in glazen potjes, die tot slot nog worden gesteriliseerd. "De
westerse mens is ver verwijderd geraakt van zijn voedseltechnologie",
meent Van Woerkum. Hoeveel de gemiddelde burger nu precies weet over de
voedseltechnologie is niet eens bekend. In Leiden doet het Instituut
voor Strategisch Consumentenonderzoek onderzoek naar de
consumentenmening over gezondheid en voedsel, "maar kennisvragen
stellen we niet", zegt drs. Carla Smink. Het SWOKA weet wel dat
tweederde van de consumenten zich regelmatig zorgen maakt over de
voedselveiligheid. Vrouwen, ouders met jonge kinderen, zieke mensen en
ouderen maken zich het meeste zorgen. Het vreemde is dat ruim 80
procent van de ondervraagden wel meer wil weten over voedsel, met
name over genetisch gemanipuleerd voedsel. "Ik denk dat de
belangstelling voor voeding en gezondheid is toegenomen door de komst
van genetisch gemanipuleerd voedsel", aldus Smink. De consument zelf
doet weinig moeite om informatie te vergaren. Slechts tien procent
leest de etiketten. Hetzelfde percentage leest folders of brochures.
Volgens de Wageningse hoogleraar Van Woerkum is het etiket geen ideale
bron van informatie. "Daar word je toch niet wijs uit", zegt hij. "Zo'n
rijtje met ingrediënten, wat weet je als je dat gelezen hebt?" Van
Woerkum vindt dat er in Nederland een onafhankelijk expertisecentrum
moet komen dat je kunt bellen en dat je meteen kan voorzien van actuele
informatie over technologie. "Het probleem is", zegt Van Woerkum, "dat
de consument door zijn onkunde volkomen onvoorspelbaar wordt. Hij zit
in een situatie waarin hij niks weet, maar wel heel vatbaar is voor
geruchten betreffende zijn voeding, want dat raakt aan zijn lijfelijke
gezondheid. In zo'n situatie kan er van alles gebeuren."
Volgens de Wageningse hoogleraar is dat de reden waarom er in Engeland
de afgelopen jaren zo'n felle tegenstand is ontstaan tegen genetisch
gemanipuleerd voedsel. "Het ongenoegen kwam op gang na het auto-ongeluk
van prinses Diana", aldus Van Woerkum. "Bij haar begrafenis kwam een
onbeholpen prins Charles in beeld die zich geen raad leek te weten met
zijn zoontjes. Het beeld dat de Britten hadden van de prins veranderde
op slag. Van een excentriekeling en een onbetrouwbare echtgenoot, naar
iemand die verantwoordelijkheid probeert te nemen voor zijn kinderen.
Zijn populariteit schoot omhoog. En op de toppen van die populariteit
hield hij een verhaal waarin hij biotech-voedsel vergelijkt met
Frankenstein. Hij smolt werkelijkheid en science-fiction samen en zo
ontstond de naam Frankenstein food. De argeloze burger die
weinig over biotech-voedsel weet, ziet het verschil niet. Voor hem
klinkt het geloofwaardig."
De recente voedselcrises - BSE bij koeien, varkenspest, dioxinekippen -
hebben het alleen maar erger gemaakt. "Het is inderdaad niet best wat er
is gebeurd", zegt toxicoloog dr. K. van der Heijden, die zich de
afgelopen twintig jaar heeft beziggehouden met voedselveiligheid en
onder andere werkte voor TNO, het RIVM en de
Wereldgezondheidsorganisatie (WHO). "Maar als mensen wat beter op de
hoogte zouden zijn, zouden ze weten dat het meevalt. Dat het systeem
goed in elkaar steekt. Maar ze weten niks over de processen, over de
uitgebreide controles, over keurmerken. In die sfeer gaat het
vertrouwen danig wankelen." En dat is volgens Van der Heijden nergens
voor nodig. "Voedsel is nog nooit zo veilig geweest", zegt de inmiddels
gepensioneerde toxicoloog. Voor de WHO stelde hij met drie andere
deskundigen het International Food Safety Handbook samen dat
afgelopen juni werd gepubliceerd (uitg. Marcel Dekker, New York/Basel,
$195,-). Het is een uitgebreid werk over de wetenschap, de
internationale regulering en de controle van voedsel.
Van der Heijden: "De burger kent de reden van de vertechnologisering
niet. Door de mondialisering komt voedsel inmiddels uit alle hoeken van
de wereld. Dat moet houdbaar blijven. Het moet verpakt worden. Je moet
voedsel beschermen tegen microbiële verontreinigingen. Bovendien
is de vraag naar kant-en-klare voeding enorm gestegen. Om dat allemaal
te garanderen heb je technologie nodig. Weinig mensen kennen de
voordelen ervan. Ze denken dat technologie er alleen maar is om de
winst van de bedrijven te vergroten. Ze leggen geen verband met hun
eigen gezondheid. Als er eens een keer iets misgaat is het van: zie je
wel, ze klooien maar wat aan." Maar volgens Van der Heijden is een
incidentele salmonella-vergiftiging juist een bewijs voor de veiligheid
van het voedsel. "Want het piekt er meteen uit. We zijn gezond,
bedorven voedsel komt veel minder voor. Salmonella in kip hoeft
trouwens geen probleem te zijn, als je het maar goed verwarmt."
De afgelopen tien jaar is de houding van de consument ten opzichte van
voedsel ingrijpend veranderd, zo is te lezen in het International Food
Safety Handbook. Maakte de consument zich in de jaren zeventig en
tachtig vooral druk over additieven, pesticiden en toxinen in de
voeding, tegenwoordig ligt de nadruk meer op microbiële veiligheid
en voedselkeuze. "Voedseladditieven worden niet meer als een probleem
gezien", aldus Van der Heijden. Lag de trend een decennium geleden nog
op het ontwijken van negatieve zaken, nu zoekt de consument actief naar
positieve cues, zoals vitamines. "Gezondheid scoort erg hoog
tegenwoordig, en daar hoort voeding bij", aldus Van der Heijden. "Er
hangt een beeld van: je zorgt voor je zelf, je bent verantwoordelijk
voor je eigen lot."
Van Woerkum erkent die trend. "Consumenten willen hun gezondheid
inkopen. Dat zie je aan de stijgende verkoop van zogenaamde
functional foods, voedingsmiddelen waaraan een gezondheidsclaim
zit. Dat zijn producten met extra calcium of extra vitamine C. Of die
daadwerkelijk gezonder zijn is maar de vraag."
Volgens Van Woerkum past de groeiende verkoop van functional foods in de
trends van de laatste jaren. "Mensen vertonen verschillende identiteiten
gedurende de week", zegt de Wageningse hoogleraar. Door de week zijn
mensen druk. Als ze 's avonds uitgeput thuis komen, willen ze snel en
efficiënt eten. Dus grijpen ze naar gemaksvoedsel, bijvoorbeeld
naar kant-en-klaar maaltijden. "Maar bij een diepvriespizza hebben veel
mensen toch het gevoel dat ze ongezond bezig zijn", zegt Van Woerkum.
"Dus gaan ze compenseren, met functional foods want dat is in de ogen
van de consument gezond." Vervolgens staat het weekend in het teken van
rust. "Dan wordt er meer tijd uitgetrokken voor het eten. De consument
heeft meer aandacht voor zogeheten ambachtelijk voedsel", aldus de
Wageningse hoogleraar.
De drang naar zogenaamd ambachtelijk voedsel stijgt ook in tijden van
snelle culturele veranderingen. "Mensen vallen graag terug op het oude
vertrouwde, op een situatie waarin de dingen niet zo snel gaan en
voorspelbaar zijn", zegt Van Woerkum. Dat manifesteert zich bij de
keuze van de vakantiebestemming - "veel mensen reizen af naar een
rustig vissersdorpje op Kreta" - en het voedsel. Krakelingen en
erwtensoep zijn gemaakt volgens oma's recept. Om de deksel van potjes
jam zit een geruit doekje met een stukje touw. Van Woerkum: "Daarom
vind ik de introductie van genetisch gemanipuleerd voedsel op dit
moment buitengewoon riskant. Het gaat te snel voor de consument, hij is
nog niet toe aan acceptatie. Probeert men het toch door te zetten, dan
kan dat averechts gaan werken."
Bedrijven spelen slim in op de noden van de gezondheidzoekende
consument. Steeds meer producten krijgen het stempel 'natuurlijk' of
'ambachtelijk'. Op pakken muesli pronken wuivende tarwehalmen, koeien
en melkmeisjes zijn terug te vinden op melkproducten. Toxicoloog Van
der Heijden: "De industrie gaat mee met de grillen van de consument, en
dat maakt het er niet altijd duidelijker op. Want die producten met het
stempel 'natuurlijk' komen net zo goed uit de fabriek. Ze zijn net zo
goed volkomen technologisch." Het kan ook zijn dat concurrerende
bedrijven juist onduidelijkheid scheppen. "Er is bijvoorbeeld
geadverteerd met jam die geen kleur- of smaakstoffen bevat", aldus Van
der Heijden. "Alsof het product dan gezonder is. Kleur- en smaakstoffen
worden uitgebreid gecontroleerd. Maar omdat de consument de zaak
wantrouwt speelt de industrie daarop in en wekt alleen maar meer
onduidelijkheid."
Van der Heijden noemt ook nog het voorbeeld van de Spaanse olijfolie die
in de jaren tachtig ineens van de schappen moest omdat er sporen van de
stof trichlooretheen inzaten. Daarmee werden machines ontvet en
schoongemaakt. Trichlooretheen stond niet op de lijst van toegestane
stoffen, tetrachlooretheen wel. "En die stof werd bijvoorbeeld in
Italië gebruikt", aldus de toxicoloog. "Er is weinig verschil
tussen beide. Maar Spanje zat nog niet zo lang in de EU, het moest zich
aanpassen aan de regels. Italië wilde de greep op de traditionele
olijfmarkt behouden. De aanklacht tegen Spanje bleek een opzetje tussen
Italië en Duitsland. Maar de consument bleef achter met een gevoel
van: zie je wel, ze gebruiken troep in onze voeding."
Van Woerkum pleit voor meer communicatie met het publiek. Eerlijke
communicatie. "Het publiek moet weten wat er gebeurt in de
fabrieken. Anders zouden er in de toekomst wel eens klappen kunnen
vallen." Onder andere in de melksector, meent Van Woerkum. "Melk is
waarschijnlijk een van de strengst gecontroleerde producten, maar er
hoeft maar iets te gebeuren en het vertrouwen van de consument wankelt.
Stel dat dat samenvalt met berichten die twijfel zaaien of melk wel zo
interessant is als voedingsbron. Die verhalen hoor ik laatste tijd
vaker. Als die twee lijnen samenkomen kan de consument makkelijk gaan
denken: ik laat die melk maar staan."
|
NRC Webpagina's
18 DECEMBER 1999
Archief Wetenschap & Onderwijs
( a d v e r t e n t i e s )
|