|
|
|
NIEUWSSELECTIE Discussie: Zedendelinquenten na straf volgen?
|
Afscheid zedenrechercheur Hoek
'Pedoseksualiteit elitekwestie'
AMSTERDAM, 3 NOV. Laat dit duidelijk zijn, zegt zedenrechercheur Jaap Hoek: het misbruik van kinderen is niet toegenomen. "Het taboe is weggevallen. Vroeger werd een kind naar kostschool gestuurd als zijn oom niet van hem af kon blijven en daarna hoorde je er nooit meer iets over. Nu is er aandacht voor het slachtoffer." Deze week krijgt hij "functioneel leeftijdsontslag". Zeven jaar rechercheerde hij bij de Amsterdamse jeugd- en zedenpolitie, een groot deel van die tijd leidde hij er de unit kinderporno. Hoek werd binnen het opsporingsapparaat bekend als dé zedenspecialist. Dat kwam allereerst door de organisatie van de zedenpolitie. Terwijl de zedenrecherche in het hele land werd gedecentraliseerd bleef Amsterdam het enige korps waar alle zedenzaken rechtstreeks naar één gespecialiseerde afdeling gaan. Jaap Hoek was zodoende een van de weinigen die enig overzicht behielden op een moment dat het kindermisbruik nog nauwelijks prioriteit had. Een bitter voorbeeld van de slechte organisatie van de zedenpolitie, zegt Hoek, is dat van de 'Björn-tapes'. Deze videobanden met het ruwste soort misbruik van een jongetje waren wereldwijd verspreid. Internationaal poogde men 'Björn' op te sporen. Aangenomen werd dat hij Engels was, en dat de kans groot was dat hij aan het misbruik was overleden. De Amsterdamse zedenrecherche zond opsporingsberichten naar alle Nederlandse korpsen. Toen twee Amsterdamse rechercheurs in de Achterhoek "een laatste strohalm" natrokken bleek dat de hele zaak in Almelo al voor de rechter was geweest. "Björn bleek een Achterhoeks jongetje te zijn. Hij had tijdens het proces zelfs in de rechtszaal gezeten, terwijl wij nog naar hem op zoek waren." Dat is nog maar drie jaar geleden. Inmiddels vergaderen zedenrechercheurs van alle politiekorpsen iedere drie maanden om informatie uit te wisselen en wordt een landelijke database ten behoeve van de opsporing opgericht. Hoek stapte in 1993 naar de Tweede Kamer met een selectie kinderporno. "Er was niets om kinderporno mee aan te pakken. Ik heb een compilatie laten zien om duidelijk te maken dat de wet niet deugde." Dat hielp. Tot dat moment kon iemand die kinderporno vervaardigde met het doel dat te verspreiden hooguit drie maanden gevangenisstraf krijgen. "En over het bezit van kinderporno werd al helemaal niet gesproken." Na het bezoek van Hoek werd kinderporno een 'item'. Sinds vorig jaar kan het bezit van één afbeelding met kinderporno tot een veroordeling tot vier jaar celstraf leiden. En op het vervaardigen en verhandelen staat nu een gevangenisstraf van zes jaar. De tijd dat Hoek een tip kreeg van een fotowinkel waar een dubieus rolletje om te ontwikkelen was aangeboden, is voorbij. Ook een inval in videowinkels levert niet langer duizenden banden met kinderporno op. "De tegenpartij is zich, net als wij, beter gaan organiseren." Hoek moest in zeven jaar duizenden afbeeldingen van misbruikte kinderen bekijken. Sommigen, eindeloos gerecycled, waren al vijftig jaar oud. "De afgebeelde handelingen zijn exact hetzelfde gebleven. Maar de techniek is ontwikkeld. De beelden zijn gemakkelijker te maken, en worden in een handomdraai verspreid op Internet." Het lijkt "een mooie week" om afscheid te nemen, zegt Hoek. Tijdens de behandeling van de Justitiebegroting, maandag, werd in de Kamer het ene verregaande voorstel na het andere gedaan om zedendelinquenten stenger te vervolgen: chemische castratie, DNA-tests, een voorwaardelijke straf tot vijftien jaar, levenslange opsluiting in tbs. Hoek: "Een zeer goed opgeleide reclassering is het eerste dat nodig is. Ik heb de indruk dat men niet bereid is zich in te zetten om ex-zedendelinquenten te blijven volgen. Ook ontbreekt de kennis om signalen te herkennen die erop wijzen dat iemand weer in de fout zal gaan." "De echte pedoseksueel", die meerdere kinderen heeft misbruikt, moet wat hem betreft permanent op een 'long stay'-afdeling in tbs worden gehouden. "Ik heb er te veel ontmoet die volhouden: 'Er komt een tijd dat seks met kinderen weer normaal is'." Tientallen "echte" pedoseksuelen heeft hij ontmoet. En opvallend, zegt hij, is dat het zelden "Pietje Gerritsen uit de achterbuurt" is. "Denkt u eerder aan professor zus en zo. Intellect en financiën, dat hebben ze vrijwel altijd. Ik ben er vaak om uitgelachen maar ik heb de afgelopen jaren echt een soort tweedeling in het kindermisbruik waargenomen. Incest zag ik vaker onder wat je met een rotwoord "sociaal zwakkeren" zou kunnen noemen. Structurele pedoseksualiteit lijkt een elitekwestie." Hoek heeft het over de zwaarste categorie, personen "die hun hele huis hebben ingericht om kinderen gemakkelijk naar binnen te lokken, ze er te misbruiken en daar opnamen van te maken". Het is een intelligente groep die "alle trucs" kent, zegt Hoek. "Ze misbruiken, maken intussen opnames maar weten op dat moment zelf perfect buiten beeld te blijven". Het duidt volgens hem op een kille distantie waar hij "nog altijd beroerd" van wordt. Hoek sluit niet uit dat hij nu en dan nog als deskundige bij de opsporing van kindermisbruik betrokken wordt. Vooralsnog gaat hij in een koor zingen. "Drie avonden per week. Dat heb ik nodig om mijn emoties eindelijk eens weg te zetten."
Zie ook:
'Zedendelinquent strenger straffen' (2 november 1999)
|
NRC Webpagina's
3 NOVEMBER 1999
( a d v e r t e n t i e s )
|
Bovenkant pagina |