|
|
|
NIEUWSSELECTIE Het Ministerie van Justitie over de bestrijding van seksueel misbruik
|
Pedoseksueel behandelen of niet
ROTTERDAM, 14 AUG. Het is moeilijk uit te leggen: een eerder veroordeelde die opnieuw een kind misbruikt. Waarom is die man - zedendelinquenten zijn vrijwel altijd mannen - vrijgelaten? Waarom is hij niet langer behandeld? Of domweg chemisch gecastreerd? En waarom wist de buurt van niks? Op 17 mei 1996 verkrachtte Jan S. een 15-jarig meisje. Hij kreeg vier jaar cel en kwam na drie jaar vrij. Hij werd niet behandeld: geen tbs, geen therapie. Het Pieter Baan Centrum in Utrecht onderzocht de man wel, maar adviseerde geen tbs-behandeling. Het openbaar ministerie volgde, zoals vrijwel altijd, dat advies. Nogal wrang, nu blijkt dat dezelfde Jan S. een half jaar na zijn vrijlating de 7-jarige Chanel Naomi Eleveld uit Assen ontvoerde, seksueel misbruikte en vermoordde. De buurt is Assen is verontwaardigd en geëmotioneerd, zo bleek tijdens een stille tocht gisteravond. De politiek roept om hardere maatregelen om recidive door pedoseksuelen te voorkomen. Seksuele delinquenten vervallen vaker in herhaling dan andere delinquenten. "Het is ook een illusie dat je recidive volledig de kop in zou kunnen drukken", zegt J. Doek, hoogleraar jeugd- en beschermingsrecht aan de Vrije Universiteit. "Recidive blijft, het is niet uit te roeien. Daar is niets aan te doen", meent ook J.Mulder, directeur van De Waag, een centrum voor ambulante forensische psychiatrie. Maar wat kan je doen om de kans op herhaling verlagen? Doek heeft het over "meer dan vijftig procent", anderen houden het op een derde. In het buitenland worden harde maatregelen niet geschuwd. Die lopen uiteen van gedwongen chemische castratie (de staat California in de Verenigde Staten) tot het publiekelijk bekendmaken van naam en adres van pedoseksuelen (Engeland en verschillende staten in de VS). Maar over beide maatregelen zijn Nederlandse experts en politici niet enthousiast. Het is een botsing tussen de persoonlijke levenssfeer van een veroordeelde en het publieke belang. Enerzijds heeft een pedoseksueel zijn straf uitgezeten en heeft hij recht op 'een nieuwe start'. Anderzijds wil en kan de samenleving eisen beschermd te worden tegen mannen die opnieuw kinderen misbruiken. Waar ligt de grens? Gedwongen chemische castratie wordt gezien als een te rigoureuze ingreep, een te vergaande inbreuk. Psychiaters zijn bovendien verdeeld over het effect, zo schreef de Los Angeles Times toen de wet in California werd aangenomen. In Nederland wordt wel op vrijwillige basis geprobeerd seksuele lusten te onderdrukken door medicatie, zegt M. Drost, directrice van het Pieter Baan Centrum. "Via hormonale behandeling of met antidepressiva die als bij-effect impotentie hebben. Het is iets van de laatste drie jaar, omdat er in Nederland nogal wat weerstand was om gedrag op een biologische manier te beïnvloeden." De medicatie kan helpen bij mannen die zich uitsluitend aangetrokken voelen tot kinderen, zegt Mulder. "Het is moeilijk hen op een andere manier te behandelen. Je kan die mannen niet overtuigen dat een jongen van achttien ook heel aantrekkelijk kan zijn. Ze zijn dus veroordeeld tot het celibaat. De medicatie kan dan beter zijn dan eindeloos fantaseren." Volgens Mulder maken sommige pedoseksuelen bij elkaar reclame voor een hormonale behandeling. "Dan vertellen ze elkaar dat het prettiger is dan eeuwig en dwangmatig bezig te zijn met seks." De buurtbewoners in Assen hadden willen weten dat Jan S. eerder veroordeeld was. Maar een pedoseksueel publiekelijk aan de schandpaal nagelen is niet wenselijk, vinden politici, strafrechtspecialisten en psychiaters. De man wordt weggepest en in elkaar geslagen, zoals meerdere malen in Engeland is gebeurd. Ook in Amsterdam en Urk werden veroordeelde zedendelinquenten belaagd door boze buren. "Iemand heeft dan geen leven meer en raakt in een isolement. Dat is zeer negatief voor die persoon. De kans op recidive rechtvaardigt dat niet", zegt strafrechtgeleerde M. Moerings, die recent voor een internationale publicatie over seksuele delinquenten de Nederlandse situatie onder de loep nam. Hoogleraar jeugd- en beschermingsrecht J. Doek: "Het bekendmaken van naam en adres heeft geleid tot tragische incidenten, tot gevallen van zelfmoord. Die kant moeten wij niet op." Maar welke kant dan wel? In de Verenigde Staten loopt de praktijk uiteen, niet overal wordt de naam van de zedendelinquent bekendgemaakt. In sommige staten is hij alleen bij de politie bekend, in andere staten is er een register dat voor het publiek toegankelijk is. In Engeland mogen verdachte en veroordeelde pedofielen niet met kinderen werken - dus niet op een sportclub of op een school. In Nederland zijn er voorstellen in die richting, maar heel voorzichtig. De bescherming van de privacy is een probleem. Minister Korthals (Justitie) wil ook wel een register, zodat scholen kunnen kijken of een sollicitant daarin staat, maar dan moet dat wel allemaal behoedzaam, vertrouwelijk, via een speciale afdeling. Pedoseksuelen in de gaten blijven houden is ook een idee. De politie houdt een oogje in het zeil. Maar ook dit stuit op bezwaren. "Als de straf erop zit, verlies je het recht iemand zonder verdenking te blijven observeren", zegt strafrechtexpert Moerings. Een mogelijke oplossing is iemand vervroegd vrij te laten en daar condities (volgen, behandelen) aan te verbinden. Maar in België ontstond juist hierover na de affaire-Dutroux veel discussie. Dutroux was vervroegd vrijgelaten, maar koos zelf zijn psychiater en kwam bovendien zelden opdagen. In Nederland is een paar jaar geleden besloten dit systeem niet opnieuw in te voeren. Een tussenvorm is de politie inlichten over de pedoseksueel en de man zelf te vertellen dat de politie weet waar hij woont. "Hij weet dan dat zij het weten. En als er een zedendelict in de buurt wordt gepleegd, wordt hij uitgenodigd voor een gesprekje op het bureau", zegt Doek. "Dat werkt preventief", volgens Mulder van psychiatrisch centrum De Waag. En bijna altijd goed is: meer behandelen. De trend op dit moment is gedragstherapie, sociale vaardigheidstraining en leren omgaan met een psychische stoornis. Pedoseksuelen moeten alert worden, leren inzien wanneer ze in een situatie geraken die tot seksueel misbruik kan leiden. Ze doen dit vaak in groepstherapieën. "Daders nemen van elkaar meer aan dan van een therapeut", is de ervaring van Drost van het Pieter Baan Centrum. Maar wanneer houd je op met de behandeling van een pedoseksueel die nu eenmaal seksuele lusten heeft? Mulder: "Als iemand geleerd heeft op het juiste moment aan de bel te trekken."
Zie ook:
Strafrechtspecialisten: Aanwijzen pedoseksueel onwenselijk, 14 augustus 1999
|
NRC Webpagina's
14 AUGUSTUS 1999
|
Bovenkant pagina |