M E D I A
|
NIEUWSSELECTIE
|
Copywriter in een boze wereld
HENK VAN GELDER
Het is, hoe dan ook, een curieus verhaal, dat een verrassend licht werpt op het ambacht van de copywriter - de man of de vrouw, die er prat op gaat de auteur te zijn van overbekende zinnetjes als "Wat er ook gebeurt" (Nationale Nederlanden) of "Hij zocht, ik vond" (Randstad), maar die buiten het eigen reclamewereldje een volstrekt anoniem bestaan leidt. In de buitenwereld staat immers niemand erbij stil dat er mensen bestaan voor wie het schrijven van reclameteksten een drukke - en vaak goed betaalde - werkkring betekent. Wie zijn die lieden eigenlijk? Iets van hun denkwereld is nu vastgelegd in het Copyboek, een pas verschenen bundel waarin 24 copywriters over hun vak schrijven. Uitgesproken onbeholpen soms, want lang niet iedere reclametekstschrijver blijkt in staat te zijn ook een coherente beschouwing op papier te zetten over iets dat verder gaat dan de kwaliteiten van dubbeldrank, automobielen of verzekeringen. Ook heeft een enkeling zich ervan afgemaakt met een moedeloos makend verslag van het eigen writer's block, of met romantische aanstellerij over schrijven tegen de deadline op de rand van de keukentafel, in een hangmat of in bad. Hans Moltzer, die behalve voor AH ook werkte voor Bruynzeel, het Internationaal Wol Secretariaat en Cascade-waterbedden, zegt zelfs zich te herkennen in de passages van 'die arme Marcel Proust' over de boeuf la mode van Françoise: "Zoiets geeft me dan weer moed om door te gaan. Om de onderste steen boven te halen als ik weer eens over paprika's moet schrijven." Zo is blijkbaar het droevige lot van de copywriter die eigenlijk een gevierd literair schrijver had willen worden. Anderen blijven liever nuchter over hun vak. "Een goeie copywriter", aldus Eugène Roorda, "is een salesman die, gestoken in het maatkostuum van de opdrachtgever, de consument in een dodelijke omarming neemt om zo dicht mogelijk te komen waar hij wezen wil: bij diens portemonnee! Laat daar geen misverstand over bestaan; dit is de boze wereld ten voeten uit." En dan te bedenken, dat die opdrachtgever zelden een tekst in één keer goedkeurt. Hun mooiste vondsten worden geschrapt, zeggen copywriters vaak, al blijven ze daarover in het Copyboek tamelijk discreet. Er zijn er maar twee, die met een concreet voorbeeld komen: een Duitse ondergoedfirma weigerde de slagzin "Unter alles" en een Duitse dieselfabrikant was niet gecharmeerd van de kopregel: "Eindelijk een Duitser die fluistert." Maar de verstandigste woorden komen pas aan het slot. "Niemand zit te wachten op een reclametekst", schrijft Erik Wünsch, de auteur van reclamecampagnes voor Porsche, Volkswagen en het dagblad Trouw. "Niemand neemt de tijd voor reclame. Reclame blijft een ongenode gast."
het Copyboek, uitg. Adfo Specialists Group, 179.-
|
NRC Webpagina's
27 JULI 1999
De Stem Martin Ros |
Bovenkant pagina |