U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.
   Z A T E R D A G S   B I J V O E G S E L
Pensioendesk - Doe de Pensioencheck
NIEUWS  | TEGENSPRAAK  | SUPPLEMENT  | AGENDA  | ARCHIEF  | ADVERTENTIES  | SERVICE 

  NIEUWSSELECTIE  
  KORT NIEUWS  
  RADIO & TELEVISIE  
  MEDIA  

S c h a k e l s
Dossier Bijlmerenquête

Volledige tekst eindrapport


Meijer en Oudkerk over het werk van de Bijlmercommissie:

'De bureaucratie deed de deur op slot'


Ze waren voor elkaar gewaarschuwd, de voorzitter en zijn vice- voorzitter. Maar Theo Meijer en Rob Oudkerk werden wapenbroeders in hun waarheidsvinding. Ze hebben zelfs al een onderwerp voor een volgende enquete: de fundamenten van de overheid zelf. 'Men pikt beslotenheid gewoon niet meer.'

Joost Oranje

Abrupt valt de stilte van een plotselinge relativering over het gesprek.

Rob Oudkerk. Foto Roel Rozenburg
Rob Oudkerk. Foto Roel Rozenburg

De vraag was of de heren de afgelopen weken eigenlijk iets hebben meegekregen van het wereldnieuws uit Kosovo. Rob Oudkerk, ondervoorzitter van de enquêtecommissie die de Bijlmerramp onderzocht, formuleert voorzichtig: ,,M'n werk voor de commissie heeft me er niet van weerhouden om dat nieuws net zo te volgen als alle Nederlanders. Het is een ramp met een grote R, wij waren bezig met een ramp met een kleine R.'' Theo Meijer, de voorzitter: ,,Het relativeert enorm. Maar toch. Voor veel mensen in de Bijlmer is de ramp individueel een net zo groot probleem als die vluchteling die uit Kosovo weg moet. Als ik bewoners hoor zeggen: ik ben een ander mens geworden, ik herken mezelf niet meer, dan is dat voor hen net zo erg als iemand anders die op de vlucht moet. ''

Het afgelopen half jaar ws de Bijlmerramp het leven van Theo Meijer en Rob Oudkerk. Beiden hadden tot oktober 1998 maar nauwelijks van doen gehad met het onderwerp, maar na de installatie van de commissie, was er niets anders meer dan de ramp. Zes maanden later ligt het eindrapport 'Beladen Vlucht' op tafel en zorgt het voor veel meer onrust dan de meeste politici voor ogen hadden toen de commissie in het leven werd geroepen. Want eigenlijk was het helemaal niet de bedoeling dat deze commissie zó veel overhoop zou halen. Het werk van Meijer en zijn mensen, zo was in Den Haag te horen, had vooral tot doel een streep te zetten onder het onderwerp dat ruim zes jaar zo regelmatig het nieuws bepaalde. Vandaar dat de 'traumacommissie' in eerste instantie maar weinig tijd kreeg, de fracties er niet de meest ervaren politici voor voordroegen en er formeel slechts de mogelijkheid was om mensen onder ede te horen.

Hoe anders hangt de vlag er vandaag de dag bij. Het onderzoek naar de Bijlmerramp werd een volwaardige parlementaire enquête, de media- aandacht was ongekend en het eindrapport bevat dermate risicovol materiaal voor de top van het paarse kabinet, dat de premier zelf zich genoodzaakt zag om, luttele uren na de verschijning, olie op de aanzwellende politieke golven te gooien. Voor Theo Meijer (een oud milieuinspecteur en tot voor kort onbekend Brabants CDA kamerlid) en PvdA'er Rob Oudkerk (Amsterdamse arts uit de Rottenberg-school met een scherpe neus voor publiciteit) is het hun finest hour. Ook zij hoorden een half jaar geleden de verhalen dat ze elkaar de tent uit zouden vechten, dat we konden wachten op de ruzie tussen de wat bedaagde Meijer en de geprofileerde Oudkerk. De voorzitter over zijn ondervoorzitter: ,, Ze hebben me gewaarschuwd voor Rob: die loopt over je heen. Maar we hebben afgesproken dat we niets voor elkaar verborgen zouden houden. We vullen elkaar perfect aan.''

De ondervoorzitter over zijn voorzitter: ,,Ik ontdekte al snel dat we op één lijn zaten met de meest cruciale der menselijke eigenschappen: humor en relativeringsvermogen. Verder runde Theo de tent en hield ik m'n oren en ogen vooral daarbuiten open.''

Meijer: ,,En nu kunnen we niet meer zonder elkaar...''

Oudkerk: ,,Nu gaan we bij de Meijertjes dia-avondjes regelen.''

Meijer: ,,Kunnen we meteen m'n trouwfoto's inplakken, want dat is al 28 jaar niet gebeurd.''

Beide heren schuddebuiken van het lachen. Een dag na de presentatie van het eindrapport is de sfeer in ieder geval goed in Meijers werkruimte in de Eerste Kamer waar de enquêtecommissie en haar staf de afgelopen maanden de tenten hadden opgeslagen. Tevreden hebben de twee zojuist de hoofdredactionele commentaren uit de kranten bekeken, die allemaal het voor hen meest cruciale aspect van het rapport er uitlichten: de deplorabele schets van het overheidsapparaat. Oudkerk: ,,Toen ik een half jaar geleden dit dossier in één week had gelezen wist ik het al: dit wordt geen gewone enquête. Dit wordt een zoektocht naar afgebrokkeld vertrouwen in de hoeder van de samenleving. En het resultaat is ont-luis-te-rend, het is zó veel, het is bijna te erg.'' Meijer: ,,Het is vooral zo ontluisterend omdat wij hebben aangetoond hoe de bureaucratie op z'n strepen ging staan, hoe men vond dat het werk prima was verricht. Vervolgens deed men de deur op slot en vroeg zich niet af of de maatschappelijke onrust weg was. Terwijl de samenleving helemaal niet vond dat het werk af was.''

Past hier niet enige nuance? Waar haalt u eigenlijk de onderbouwing vandaan dat deze situatie exemplarisch is voor het hele overheidsapparaat? Meijer: ,,Wie garandeert me dat het elders anders is? Ik ben geschrokken van het automatisme waarmee het in de nasleep van de Bijlmerramp allemaal gebeurde. Problemen negeren, ze niet erkennen, informatie niet doorgeven. Het zet me aan het denken of deze opstelling niet is binnengeslopen in ons rechtsbestel. Als Tweede Kamer moeten we echt hard aan dit probleem gaan trekken.'' Oudkerk: ,,Openheid. Eerlijkheid. Tijdigheid. Dat zijn de ankers van een overheid, maar hebben we die ook in Nederland? Zou een interessant onderwerp zijn voor een volgende enquête.''

Toch hebben ook voorgaande enquêtes dit soort cultuurkritiek op de overheid geuit en veel veranderd is er niet. Wat is het medicijn voor hardleerse bureaucratie?

Oudkerk: ,,Ik heb in mijn opleiding tot arts geleerd: als iets twintig jaar slecht is, duurt het de helft van die tijd voordat het weer goed komt. Het gaat heel lang duren voordat het bureaucratisch complex impulsen oppakt die het beter maken. Het gaat dan om andere mensen, een andere gedachtengang, een andere blik op de samenleving.''

Meijer: ,,Het is ook een kwestie van frappez toujours. Continu deze dingen blootleggen en hopen dat het de zaak openbreekt. Maar ik ben niet pessimistisch: de samenleving is mondiger geworden. Men pikt beslotenheid gewoon niet meer, zoals het tegenwoordig ook niet meer wordt gepikt als je huisarts jouw dossier geheim houdt. De overheid moet de omslag maken anders met haar burgers om te gaan.''

Toch kwam er gisteren vanuit de politiek meteen kritiek op het eindrapport van de commissie. Volgens premier Kok zou er ,,licht'' zitten tussen de deel- en eindconclusies, D66-minister Borst (Volksgezondheid) trok openlijk de onderbouwing in twijfel en een opiniemaker als PvdA'er Marcel van Dam bagatelliseerde een aantal verwijten aan bewindslieden. Daar stuur je een minister niet om naar huis. Oudkerk: ,,Als je, zoals Van Dam, er een vak van hebt gemaakt om te ridiculiseren, en je haalt één klein feitje uit het rapport om te onderbouwen dat onze totale rapportage niet deugt, dan stelt mij dat zeer teleur. Ik hoop echt dat al die deskundigen nou eerst eens gaan lezen voor ze becommentariëren. Alstublieft: léés dat rapport zorgvuldig, zie dat alles is onderbouwd met feiten op papier en trek dan de conclusies. Echt: het is niet niets wat we hebben aangetroffen.''

Meijer: ,,Bovendien: ik heb altijd begrepen dat éénmaal de Kamer onjuist informeren niet kan, hoe klein ook. Gaan we dat principe nu ineens loslaten?'' Was u teleurgesteld over de reacties van de collega politici? Meijer: ,,Ach, ik begrijp het allemaal wel. Toch hoop je dat ze niet zo vanuit het defensief reageren. Dat ze de lijn van de commissie wat meer erkennen en zich realiseren dat er echt een trendbreuk moet komen. Dat met name dt aspect wat meer ondersteuning had gekregen. Maar dat komt nog wel als het rapport goed is bestudeerd.''

Oudkerk: ,,Ik bedacht me vannacht in bed ineens dat ik zelf waarschijnlijk óók zo had gereageerd als ik had gelezen wat wij over de Kamer, over bewindslieden en over het overheidsapparaat hebben opgeschreven. Het is een heel menselijke reactie om te doen zoals Kok en Borst en een aantal parlementariërs deden, dus eigenlijk neem ik ze dat ook niet kwalijk. Het gaat om later, als alles gelezen is. Ik zal erg teleurgesteld zijn als dn goed gedocumenteerde feiten aangevochten zouden worden. Daar zou ik als commissielid grote problemen mee hebben.''

De enquêtecommissie had al eerder te maken met kritische tegenwind. Tijdens de openbare verhoren sloeg de vlam in de pan toen er een bandopname werd geopenbaard waarop een El Al-medewerker een lijst met gevaarlijke stoffen citeerde. Medewerkers van de luchtverkeersbegeleiding ( LVB ) zouden dit vervolgens ,,onder de pet hebben gehouden''. Het leidde tot een grote commotie, de schorsing van betrokken verkeersleiders en een woedende uitval van premier Kok. Later bleek echter dat de verkeerde lijst met stoffen was voorgelezen en kreeg de commissie het verwijt onnodige paniek te hebben veroorzaakt. Meijer is het daar nog steeds niet mee eens: ,,Waar het om ging, en dan kom ik eigenlijk weer terug op die ontluisterende overheid, is dat wij een band boven water hadden gekregen die zes jaar in een kast had gelegen, zonder dat iemand er ooit naar gekeken had, terwijl al die jaren de Bijlmerramp in discussie was. Dáár ging het om.''

Tijdens dat verhoor ging het daar helemaal niet om. Toen ging het vooral om wat er op die band stond, dát veroor zaakte de commotie. Meijer: ,,Niet door ons. Al heel snel hebben twee andere getuigen inderdaad gezegd dat het de verkeerde lijst was. Dat hebben wij gewoon meegenomen en het eindresultaat staat in het rapport. Anderen maakten er commotie van.'' Oudkerk: ,,Los daarvan: inmiddels staat vast dat die LVB 'ers destijds niet wisten dat de lijst die voorgelezen werd, de verkeerde was. Zij hebben willens en wetens informatie achtergehouden die mogelijk van levensbelang kon zijn. Dat is onaanvaardbaar voor een ambtenaar. Dat principe staat keihard overeind, nog steeds.''

Neemt niet weg dat het zorgvuldiger was geweest dat eerst allemaal even uit te zoeken.

Oudkerk: ,,Achteraf is het antwoord ja. Zoals voortaan iedere enquête eerst haar feitenonderzoek moet afronden en dan pas met de openbare verhoren moet beginnen. Wij moesten tijdens de openbare verhoren de lijn van ondervraging volgen, die verhoren goed voorbereiden en tegelijkertijd deden de onderzoekers nog feitenonderzoek...''

Meijer: ,,En moesten we ook nog voorgesprekken voeren...''

Oudkerk: ,,Die vervolgens weer invloed hadden op de verhoren. Dat is achteraf niet goed geweest. Het feitenonderzoek was pas 14 april afgerond! Ik denk dat we maar zeventig procent van de feiten boven water hadden toen we begonnen aan de openbare verhoren.''

Maar dan heeft u in feite uw werk toch gewoon niet goed kunnen doen? Oudkerk: ,,Het is ook weer niet zo dat daardoor de kwaliteit van het rapport wezenlijk is aangetast. Maar daarom kan je over de werkwijze toch wel aanbevelingen doen voor de toekomst?''

Meijer: ,,Je moet roeien met de riemen die je hebt. Niemand heeft ingeschat dat er lopende de enquête zoveel boven water zou komen. We zijn overstelpt met informatie. Wisten wij veel dat er op tien ministeries Bijlmer dossiers lagen. Daar kwam ik pas achter toen ik de minister-president verzocht een coördinator aan te stellen. We hebben niet voor niets twee keer uitstel gevraagd aan de Kamer.''

De affaire met de bandopname was niet het enige kritiekpunt op de werkwijze van de commissie. Columnisten en andere critici verweten Meijer en zijn medeleden ook een te mediabewust ondervragingsbeleid. Hoogtepunt in dat verband was wel het verhoor door Oudkerk van El Al- onderhoudsmonteur Carel Gaalman, die onder zware druk (, ,U staat onder ede, meneer Gaalman'') moest toegeven dat hij wel eens een onderhoudsrapportage had getekend terwijl hij daar eigenlijk niet achter stond. Oudkerk wordt nog steeds emotioneel als hem die kritiek wordt voorgelegd. Afgemeten: ,,Er zijn maar een paar mensen die weten wat mijn werkelijke emoties waren bij dat verhoor en ik ben blij dat ik die om me heen heb.'' Wat wilt u daar mee zeggen?

,,Dat ik zelf heel goed weet hoe ik me voelde. De weg naar het verhoor van Gaalman is veel langer geweest dan de mensen weten. Het belangrijkste is dat ik weet dat het op dat moment niet anders kon dan ik het gedaan heb.'' Toch vind ik er in het rapport weinig over terug. Weegt zo'n gedwongen openbare boetedoening van Gaalman wel op tegen de informatie die u verkreeg? Meijer: ,,Wij kregen anoniem stukken toegestuurd over het algemene onderhoud bij El Al. Hoewel dat niet in onze opdracht zat, konden we er ook niet zomaar aan voorbijgaan. Op dat moment was die informatie relevant voor ons onderzoek. Het heeft ons ook kritischer gemaakt als het ging om de naspeuringen naar het onderhoud van het ramptoestel.''

Oudkerk: ,,Wij konden meer richting geven aan wat werkelijk prioriteit moest hebben. Die dag, waarin we een aantal monteurs hebben gehoord, is cruciaal geweest voor ons beeld over het onderhoud. Het heeft dus wel degelijk nut gehad.''

Hun collega's en opdrachtgevers in de Tweede Kamer, aan de overzijde van het Binnenhof, hebben de afgelopen maanden met enige scepsis gekeken naar het werk van de vijf leden tellende enquêtecommissie. Men zou zich te veel koesteren in het licht van de camera's, zou te veel aandacht naar zich toe trekken waardoor het dagelijkse Kamerwerk onopgemerkt bleef. Bovendien werd de commissie-Meijer, al naar gelang de verhoren vorderden, steeds meer een politiek risico in plaats van de 'traumacommissie' die de Bijlmerramp slechts tot historie moest maken. ,,Het loopt daar uit de hand'', was een veelgehoorde vrees, vooral uit de regeringsfracties. Er ontstond een sfeer die bij één van de commissieleden halverwege de openbare verhoren tot de verzuchting leidde dat ,,het wel lijkt alsof we 145 vijanden aan de overkant hebben zitten''. De voorzitter en de ondervoorzitter reageren stoïcijns. ,,Ik ben dit half jaar maar één keer per week een halfuurtje in de Kamer geweest, alleen voor de stemmingen op dinsdagmiddag'', vertelt Meijer. ,,Daardoor heb ik me noch gesteund, noch geïsoleerd gevoeld omdat ik er heel bewust weggebleven ben. Ik had hier een klus te klaren.''

Oudkerk: ,,Tuurlijk proef je argwaan. Ik hoor ook wel eens wat. En natuurlijk kwam er kritiek...''

Meijer: ,,Daar kon je op wachten...''

Oudkerk: ,,Maar als iemand zegt: het is met die commissie uit de hand gelopen, dan wil ik graag een wedervraag stellen. Wat is er eigenlijk uit de hand gelopen? Wij? Ik dacht het niet. Weet je wat er uit de hand gelopen is? Het overheidsbeleid van de afgelopen zes jaar. Genoeg werk voor ons allemaal daar aan die overkant.''

Meijer: ,,Het is mijn grootste voornemen als parlementariër: onze eigen lessen in de praktijk brengen.''

Oudkerk: ,,Mijn Kamerwerk zal nooit meer hetzelfde zijn als voorheen.'' Meijer: ,,We zullen elkaar nog wel eens een knipoogje geven in die blauwe bankjes.''

Trainen trainen trainen (27 februari 1999)

Hollands Dagboek - Rob Oudkerk (6 februari 1999)

NRC Webpagina's
24 APRIL 1999

Archief
Zaterdags Bijvoegsel



( a d v e r t e n t i e s )
Is innovatie noodzakelijk - Syntens

Domicilie Cover

Domicilie,
voor wie zich vestigt
in het buitenland.

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD (web@nrc.nl)