NIEUWS  TEGENSPRAAK  SUPPLEMENT  DOSSIERS  ARCHIEF  ADVERTENTIES   SERVICE


Dossier Vredesmissie Ethiopië en Eritrea

Nieuws

Geschiedenis conflict

Nederlandse defensiepolitiek

Nederlands bataljon

Ethiopië en Eritrea

Documenten

Links

'Gele en rode kaarten voor Eritrea èn Ethiopië'

Gevaar dreigt aan het front


Het vredesproces tussen Ethiopië en Eritrea schiet niet hard op. De veiligheidszone tussen de twee landen is vanmiddag afgekondigd, maar nieuwe gevaren dreigen.

Door onze correspondent KOERT LINDIJER

ASSAB, 18 APRIL. Een Keniase officier van de VN-vredesmacht in Eritrea kan de temperaturen van boven de 40 graden Celsius nauwelijks verdragen. "Ik smelt", puft hij in de Danakil-woestijn, één van de meest onherbergzame gebieden ter wereld. Het brandend zand is niet zijn enige zorg. "Er dreigt gevaar van nieuwe gewelddadigheden, want Eritrea stuurt paramilitaire eenheden de veiligheidszone in die wij moeten controleren", zegt hij.

Op 50 kilometer van de havenstad Assab had vorig jaar juni de grootste veldslag plaats in de drie jaar geleden uitgebroken oorlog tussen Eritrea en Ethiopië. Rond het front liggen de talrijke nog niet geborgen lijken, veldflessen vastgeklemd in verschrompelde handen.

In december sloten Ethiopië en Eritrea een vredesverdrag. Centraal in het akkoord staat de instelling langs de 1.000 kilometer lange grens van een gedemilitariseerde, 25 kilometer brede Tijdelijke Veiligheidszone (TSZ) op Eritrees grondgebied. Ruim 4.000 militairen van de Verenigde Naties, onder wie 1.100 Nederlanders, gaan deze strook land controleren. Gebakkelei tussen beide landen waar precies de grenzen lopen van de TSZ - gebaseerd op de plaats waar de troepen zich ophielden vóór het uitbreken van de vijandelijkheden in mei 1998 - verhinderde tot vandaag stationering van de VN-troepen in het gebied.

De Nederlandse generaal-majoor Patrick Cammaert is commandant van de VN- vredesmacht. "Ik hoop dat binnen korte tijd de VN-soldaten hun posities kunnen innemen", zegt hij. Ethiopië trok ruim één maand geleden bijna al zijn troepen uit Eritrea terug maar weigert bij het stadje Irob in de TSZ zijn infanteriebataljon weg te halen. Eritrea protesteerde en begon pas onlangs zijn militairen uit de zone terug te trekken.

Wie is volgens Cammaert verantwoordelijk voor het traineren van het vredesproces? "We zouden beide landen in gelijke mate gele en rode kaarten kunnen geven", antwoordt hij diplomatiek. Beide partijen beschouwden het vaststellen van de omvang van de TSZ in het licht van het nog te beslechten dispuut over de loop van de definitieve grenzen tussen de twee landen.

De meest onmiddellijke bedreiging voor het vredesproces lijkt de stationering van de Eritrese milities in de TSZ. Volgens het vredesakkoord mocht Eritrea burgerbestuurders, politieagenten en paramilitaire eenheden met lichte wapens naar de TSZ sturen zodra de zone een feit zou zijn. Maar "de milities en de politie trokken voortijdig de TSZ binnen en we weten niet hoeveel het er zijn", zegt Cammaert. "We werden daardoor verrast, maar met ons mandaat kunnen we daar weinig aan doen. De milities zijn bijna hetzelfde als de reguliere Eritrese soldaten. Er bestaat een gevaar dat deze milities in grensdorpjes in problemen raken met soldaten van de andere kant."

In het vredesverdrag staat niet gestipuleerd hoeveel militieleden Eritrea in de TSZ mag stationeren. Yemani Gebre Meskel, adviseur van Eritrea's president Isayas Aferworki, wuift ieder bezwaar over de milities van de hand. "Het gaat niemand aan hoeveel van onze milities zich in de zone bevinden. De TSZ is óns gebied, basta."

Na de afkondiging van de TSZ kunnen tienduizenden ontheemde Eritreërs terug naar hun woonplaatsen om misschien nog net vóór het regenseizoen in juni te ploegen en te planten. Daarna volgt het heetste hangijzer van het vredesproces: de demarcatie van de permanente grenzen. De aanleiding tot de oorlog was immers een grensdispuut. Een vijfkoppige commissie met vertegenwoordigers van beide landen werkt de komende zes maanden in Den Haag aan deze uiterst gevoelige kwestie. Volgens waarnemers is de kans groot dat Eritrea in het gelijk wordt gesteld, indien de uitspraak is gebaseerd op de begin vorige eeuw vastgestelde koloniale grenzen. Beroept de commissie zich echter op internationaal recht, waarbij de doorslag geeft welk land de facto de betwiste gebieden bestuurde, dan maakt Ethiopië een goede kans het pleit te winnen.

Wanneer de juridische weegschaal ten gunste van Eritrea doorslaat, zal Ethiopië dit nauwelijks kunnen accepteren. "De Ethiopiërs leggen dan uit wraak het hele vredesproces stil", voorspelt een diplomaat, "De Ethiopiërs wonnen immers de grensoorlog, zij drongen ver op Eritrees grondgebied door. Om dan na alle opofferingen op het slagveld de militaire voorsprong alsnog later door diplomatie te verliezen, is onverteerbaar."

Het wantrouwen tussen de twee landen is nog levensgroot. Dat is niet verwonderlijk na één van de grootste conventionele oorlogen uit de moderne Afrikaanse geschiedenis. In Eritrea hebben de autoriteiten de nabestaanden van de gesneuvelde soldaten nog niet geïnformeerd; Ethiopië is daar vorige maand mee begonnen. Een particulier Ethiopisch radiostation meldde eerder deze maand dat tijdens de driejarige oorlog 123.000 Ethiopische soldaten zijn gesneuveld, een bericht dat niet is tegengesproken door de autoriteiten in Addis Abeba. Ethiopië stuurde in golven duizenden soldaten op de vijand af en incasseerde daarom vermoedelijk de meeste doden. Alleen al bij het offensief om het stadje Adi Quala verloor Ethiopië volgens ooggetuigen in twee dagen 20.000 man. Eritrea zou 40.000 soldaten hebben verloren.

De strijd sloeg in beide naties diepe wonden. De uitwijzing van 60.000 Eritrese burgers uit Ethiopië sinds 1998, gevolgd door het gedwongen vertrek van duizenden Ethiopiërs uit Eritrea vorig jaar, zette nog meer kwaad bloed. Ook al worden de vele obstakels in het vredesproces overwonnen, haat zal nog vele jaren voortwoekeren.

"Het is nog veel te vroeg om over verzoening te praten", gelooft Patrick Cammaert. Op zijn initiatief begonnen beide partijen gezamenlijk lijken te ruimen maar deze operatie moest voortijdig worden afgebroken toen de aartsvijanden oog in oog kwamen te staan. "In iedere oorlog die ik me herinner, werden alle lijken geruimd, maar niet in dit bittere conflict", zegt hij schamper.

Ook religieuze leiders van beide landen kunnen elkaar niet in de ogen kijken. "Werkelijk, ik begrijp dat niet", besluit Cammaert. "De priesters en moslimpredikers, zij die ons altijd voorhouden hoe volgens de Schrift te leven, zijn niet in staat om een bijeenkomst te beleggen om aan verbroedering te werken."

NRC Webpagina's
18 april 2001

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC Handelsblad