NIEUWS  TEGENSPRAAK  SUPPLEMENT  DOSSIERS  ARCHIEF  ADVERTENTIES   SERVICE


Dossier Vredesmissie Ethiopië en Eritrea

Nieuws

Geschiedenis conflict

Nederlandse defensiepolitiek

Nederlands bataljon

Ethiopië en Eritrea

Documenten

Links

Apaches zijn onmisbaar bij een evacuatie


De betrokkenheid van de Tweede Kamer bij de uitzending van militairen is sterk toegenomen. Opportunisme en krenterigheid horen in debatten over vredesoperaties echter niet thuis, vindt Theo van den Doel.

Vorige week werd door de Tweede Kamer een nieuw aspect aan de parlementaire geschiedenis toegevoegd. Een militaire eenheid die na maanden van voorbereiding en met instemming van de Tweede Kamer 's morgens op vredesmissie naar Afrika was vertrokken, zou, volgens een aantal partijen, waaronder het CDA en D66, bij aankomst gelijk weer rechtsomkeert moeten maken. Een dergelijke bizarre politieke opstelling is nog niet eerder vertoond. Een mengeling van politiek opportunisme en Hollandse krenterigheid gaven hier blijkbaar de doorslag. Het nut van de operatie zou volgens deze partijen niet opwegen tegen de kosten. Het was toch immers rustig in het grensgebied tussen Eritrea en Ethiopië.

Daar waar het CDA enige maanden geleden luid verkondigde dat elke dag de oorlog tussen deze twee landen opnieuw kon uitbreken, loopt deze partij nu achter diegenen aan die roepen dat de stationering van gevechtshelikopters overbodig is wegens de rust in het gebied. Het is een politieke opstelling die gelijk is aan die van een windvaan. Men laat, als het onverhoopt mis zou lopen voor onze militairen, liever de Amerikanen en de Fransen de kastanjes uit het vuur halen, dan dat Nederland hieraan zelf een bijdrage levert. Het lijkt er op of het CDA en D66 in de Tweede Kamer niets hebben geleerd van het rapport van de Commissie-Bakker. Eén van de aanbevelingen van de parlementaire onderzoekcommissie naar de besluitvorming bij uitzendingen van militaire eenheden was de noodzaak van een evacuatiestrategie. 'No entry, without exit', zoals de Amerikanen het noemen. In het Toetsingskader voor militaire uitzendingen ontbrak een dergelijk element. De geschiedenis van vredesmissies leert dat omstandigheden in conflictgebieden drastisch kunnen veranderen, waardoor de militairen hun taak niet meer naar behoren kunnen uitvoeren. Militairen stenen laten bakken zonder klei gaat nu eenmaal niet.

Natuurlijk is de ene operatie de andere niet. Bij een klassieke vredesmissie, zoals de vredesoperatie van de Verenigde Naties aan de grens tussen Ethiopië en Eritrea ( UNMEE), is het risico van escalatie tussen partijen laag, maar dat neemt niet weg dat wij tegenover onze militairen verplicht zijn hen te helpen, wanneer zij in een onmogelijke situatie komen te verkeren. De Nederlandse krijgsmacht beschikt over onvoldoende middelen om zo'n evacuatie zelfstandig te kunnen uitvoeren. Daarom zal voor een dergelijke evacuatiemacht altijd een beroep moeten worden gedaan op de bondgenoten.

Tijdens de hoorzitting in de Tweede Kamer over de Nederlandse deelname aan UNMEE werd door de militaire vakbonden en een enkel militair deskundige gepleit voor het meesturen van gevechtshelikopters naar Eritrea. Hoe sterker de bewapening, hoe beter, was de opvatting. De chef defensiestaf, de belangrijkste militaire adviseur van de minister van Defensie, deelde die mening niet. Hij had hier het gelijk aan zijn zijde. Een klassieke vredesoperatie, met een laag risicogehalte, waar de VN oorspronkelijk alleen maar waarnemers naar toe wilden sturen, verhoudt zich niet met het sturen van 'vliegende forten', zoals de Apache ook wel wordt genoemd.

Geheel anders is de rol van de Apache in een evacuatiemacht. Daarin vervult de gevechtshelikopter een absoluut onmisbare rol. Voor de begeleiding van onbewapende transporthelikopters vervult de Apache het noodzakelijke 'schild'. De suggestie om de gevechtshelikopter in die rol een functie te laten vervullen, werd door de militaire adviseurs zinvol geacht. Het zou zowel politiek als militair in Washington en Parijs niet worden begrepen als Nederland deze middelen voor een bondgenootschappelijke evacuatiemacht ten behoeve van haar eigen militairen niet ter beschikking zou stellen. Dat maakt de opstelling van de Tweede Kamer daarom zo kortzichtig en onbegrijpelijk. De afgelopen maanden is veelvuldig aangegeven dat stationering van de gevechtshelikopters in Djibouti zinloos is. Het zou te ver weg zijn van het inzetgebied. Frappant is dat die vraag niet is gesteld voor wat betreft de locatie van de Franse en Amerikaanse militaire middelen. Ook de Amerikaanse middelen komen van buiten het operatiegebied, en het ligt voor de hand dat de Franse ondersteuning komt van de Franse basis die pal naast de Nederlandse basis ligt in Djibouti.

Blijkbaar vormt dit gegeven voor de critici geen belemmering. Waar het in een dergelijk evacuatiescenario om draait zijn de verschillende beslissingsmomenten. Het oplaaien van een conflict waarbij de levens van Nederlandse VN-militairen in het geding kunnen zijn, komt niet zomaar uit de lucht vallen. VN-militairen ter plaatse en inlichtingendiensten houden voortdurend de politieke en militaire activiteiten in Eritrea en Ethiopië in de gaten. Vandaar dat er bij het debat in de Tweede Kamer op is aangedrongen dat Nederland verzekerd is van de Amerikaanse en Franse inlichtingeninformatie.

In het geval dat de situatie verslechtert en een noodscenario realistisch wordt, zullen de gevechtshelikopters natuurlijk meer in de nabijheid van het operatiegebied gepositioneerd worden. Een Amerikaans vliegdekschip, dat van alle logistieke faciliteiten is voorzien, kan hierbij zelfs als een goede uitvalbasis dienen. De afgelopen jaren is de betrokkenheid van de Tweede Kamer bij de uitzending van militairen sterk toegenomen. Dat is ook terecht. Het gaat hier om uitzending van Nederlandse militairen die meestal in risicovolle situaties met gevaar voor eigen leven de Nederlandse belangen dienen. Regering en parlement zijn aan de militairen en hun gezinnen verplicht hier een zorgvuldig debat over te voeren.

Daarnaast treedt Nederland nooit alleen op en dient men ook te hebben voor de politiek-internationale context. De Franse chef van de defensiestaf onderstreepte vorige week tijdens zijn bezoek aan Nederland nog eens het belang van de Nederlandse deelname aan de evacuatiemacht. Politiek opportunisme, het willens en wetens geen oog te willen hebben voor de feiten doet hier afbreuk aan.

Wanneer de Tweede Kamer in meerderheid heeft ingestemd met een militaire missie moet zij niet als de militairen op de vliegtuigtrap staan voor vertrek, terugkomen op haar beslissing. Dat is ongeloofwaardig voor onze militairen en slecht voor de politiek.

M. van den Doel is lid van de Tweede Kamer en defensiewoordvoerder voor de VVD.

NRC Webpagina's
20 februari 2001

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC Handelsblad