Dossier Vredesmissie Ethiopië en Eritrea

Nieuws

Geschiedenis conflict

Nederlandse defensiepolitiek

Nederlands bataljon

Ethiopië en Eritrea

Documenten

Links

Door onze politieke redactie
DEN HAAG, 17 OKT. De Nederlandse militaire top acht het organisatorisch niet mogelijk Nederlandse militairen voor langer dan zes maanden naar een VN-vredesmissie in Eritrea te sturen. Dat heeft de chef defensiestaf, luitenant-admiraal Kroon, gisteren verklaard tijdens een openbare hoorzitting in de Tweede Kamer.

Een hoge functionaris van de Verenigde Naties had eerder op dezelfde bijeenkomst twijfels geuit aan de zeer beperkte duur van de inzet van Nederlandse militairen bij UNMEE, een vredesmissie die moet toezien op de naleving van de wapenstilstand tussen Ethiopië en Eritrea. De VN achten een aanwezigheid van troepen gedurende een jaar zinvoller.

Van de kant van de minister van Defensie, De Grave, was de beperking van de Nederlandse inzet tot zes maanden tot nu toe vooral voorgesteld als een risico-beperkende maatregel. Maar de chef defensiestaf maakte duidelijk dat er boven alles organisatorische bezwaren aan ten grondslag liggen.

Nederlandse militairen kunnen niet langer dan zes maanden naar vredesmissies kunnen worden uitgestuurd, en moeten daarna weer twaalf maanden in Nederland dienen, aldus Kroon. Ook de Nederlandse militaire verplichtingen in voormalig Joegoslavië en de thans lopende reorganisaties in de Landmacht staan een langduriger Nederlandse inzet in Eritrea in de weg, meent de chef defensiestaf.Een theoretische uitweg zou zijn voor Eritrea ad-hoceenheden te formeren uit verschillende krijgsmachtonderdelen, maar dat acht Kroon ongewenst. In de huidige opzet stuurt Nederland 770 mariniers naar Eritrea, met nog eens 350 man ondersteunende troepen.

Kroon deed zijn uitspraken op de hoorzittingen geflankeerd door minister De Grave, die daarmee wilde benadrukken dat de uitlatingen van de militaire top onder zijn politieke verantwoordeelijkheid vielen. In het verleden heeft in soortgelijke gevallen de militaire top meestal achter gesloten deuren gesproken, maar de Kamer wilde dat ten aanzien van Eritrea het besloten gedeelte van de hoorzitting zo beperkt mogelijk zou blijven en alleen betrekking zou hebben op de 'operationele veiligheid'.

Ter zitting bleek dat De Grave, Kroon en de andere aanwezige militairen het begrip 'operationele veiligheid' ruim opvatten. Zo bleek Kroon wel bereid om te verklaren dat hij weinig zag in het voorstel van de PvdA om de bewapening van de Nederlandse troepen te versterken met aantal gevechtshelikopters van het type Apache, en liever wat extra transporthelikopters van het type Chinook mee zou nemen. Maar voor zijn inzichten over een evacuatie (in militaire termen: extractie) van de Nederlandse troepen in noodgevallen, waarvoor de PvdA de Apaches primair wil bestemmen, verwees Kroon naar het besloten gedeelte van de hoorzitting.

Eerder waren van VN-zijde bedenking geuit over de Apache's, omdat van de aanwezigheid van deze zeer geavanceerde wapensystemen mogelijk een escalerend effect uit zou kunnen gaan. Overigens blijft na de hoorzitting van gisteren de PvdA voorstander van de inzet van de Apache's, aldus woordvoerder Koenders. Deze hoeven overigens niet per se gestationeerd te zijn in de bufferzone tussen Ethiopië en Eritrea die de Nederlandse marniniers gaan bewaken, maar zouden ook in het naburige Franse gebied Djibouti gereed kunnen staan voor inzet.

De boodschap van de meeste deskundigen was gisteren tijdens de hoorzitting geruststellend: hervatting van de Ethiopisch-Eritrese oorlog is voorshands niet zeer waarschijnlijk. De inzichten van de Militaire Inlichtingen Dienst (MID) waren in hun geheel voor het besloten deel van de zitting bestemd. Minister De Grave zegde toe, dat de Nederlandse troepen in noodgevallen geen humanitaire hulp zullen onthouden aan vluchtelingen. De PvdA wil, net als sommige andere fracties, meer preciese scenario's voor dergelijke omstandigheden.