De racefiets
1 Frame en fiets
Het carbon frame van deze Colnago C40 weegt zeven kilo. Vier jaar
geleden reden veel wielerploegen nog met stalen frames die elf kilo
wogen. Andere bekende profmerken zijn Gazelle, Pinarello en Giant. De
C40, afgemonteerd met Shimano Dura-Ace onderdelen, kost 9.000 gulden.
Een grote ploeg als de Rabobank heeft 150 fietsen voor 19 renners.
2 Tijdritframe
Aerodynamischer dan het gewone frame. De buizen zijn 'druppelvormig' om
de fiets tijdens tijdritten minder luchtweerstand te geven.
3 Pedaal
Tien jaar geleden moesten renners hun schoenen nog in een beugel steken.
Met een riempje konden ze zich 'vastsnoeren' aan het pedaal. Dat leidde
soms tot afknelling van de voeten. Dit pedaal werkt als een skibinding:
de renner klikt de schoen vast. Als hij aan de zijkant de voet wringt,
schiet de schoen uit de binding.
4 Derailleur
'Versnellingsbak' van de racefiets. De derailleur wordt aangetrokken of
losgelaten door de versnellingskabel. De ketting 'glijdt' bij deze
beweging over de tandwielen.
5 Stuurpen
Sinds een jaar of vijf zit de pen óm de vork in plaats van
ín de vork. Ook is de stuurpen verlengd. Dit zorgt ervoor dat de
renner een aerodynamischer houding kan aannemen.
6 Remschakelgreep
De remgreep functioneert ook als versnellingssysteem. Als de grote
hendel naar binnen wordt geknepen gaat de fiets in een lichtere
versnelling. De kleine hendel zet de fiets in een zwaardere versnelling.
Het grote voordeel van dit systeem is de nauwkeurigheid, het is
praktisch onmogelijk fout te schakelen. Ook hoeft de renner niet meer
met de handen van het stuur.
|