U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.

NIEUWS  TEGENSPRAAK  SUPPLEMENT  DOSSIERS  ARCHIEF  ADVERTENTIES   SERVICE


LEVENSLIED
VIC VAN DE REIJT
KANSEN
PIRATENZENDERS
GESCHIEDENIS
JACQUES HERB
FESTIVAL
TECHNIEK
CAFÉS
DIEP TRIEST
BOEKEN
LEVENSLIEDEREN
ARTIESTENGAGE
QUIZ: RAAD EEN LIED

Kunnen inleven

Ik krijg een heel apart gevoel van binnen (1976)

Vertolker: Corry Konings

,,Een leven zonder liefde bestaat niet, zeg ik wel eens. Daarom slaan liedjes over liefde ook zo aan bij de mensen. Iedereen herkent dat aparte gevoel van binnen. Het liedje is destijds speciaal voor mij geschreven. Niet op mijn lijf hoor. Ik bedoel: het was niet zo van: 'Corry heeft net dat en dat meegemaakt en daar schrijven we nu een liedje over.'

,,Je hoeft niet alles waarover je zingt te hebben meegemaakt, maar het helpt wel. Een heel apart gevoel had ik natuurlijk wel eens voor iemand gehad, dus daarin kon ik me toen inleven. Andere nummers, zoals Mooi was die tijd, vragen om iets meer levenservaring. Toen ik jong was, kon ik me wel voorstellen wat het was om bijvoorbeeld iemand te verliezen, maar nu wéét ik wat het is. Dan zing je anders, veel meer met je hele hart.

,,Een goed levenslied gaat over dingen die een ieder kunnen overkomen. Het moet in de ik- of jijvorm zijn geschreven. Zodra het zou zijn: 'Zij krijgt een heel apart gevoel van binnen', creëer je een afstand. De luisteraar voelt zich dan niet aangesproken.

,,Ik zing het lied nog altijd tijdens mijn optredens en nog altijd met veel plezier. Toen ik het liedje voor het eerst opnam, wist ik niet dat ik het 25 jaar later nog zou zingen. De kreet 'Ik krijg een heel apart gevoel van binnen' is natuurlijk te gek. Hoewel de tekst in de zeventiger jaren is geschreven, is hij nog steeds actueel. Het is nooit bij me opgekomen ook maar één woord te moderniseren. Mijn publiek is het duidelijk met me eens. Als ik het nummer inzet, zingen de mensen het woord voor woord mee.''

Ik krijg een heel apart gevoel van binnen

refr.: Ik krijg een heel apart gevoel van binnen
Als jij me aankijkt lieve schat
Wat moet ik zonder jou beginnen
Hoor je 't bonzen van m'n hart
Ik krijg een heel apart gevoel van binnen
Al raak ik jou maar even aan
Dan wordt het warm en koud van binnen
Ik kan niet zonder jou bestaan
De eerste liefde in je jonge leven
Brengt meestal veel onzekerheid
Aan wie moet je de ware liefde geven
Bij 1 ben je die twijfels zomaar kwijt
Dat is de ware man
Je snapt niet hoe dat kan
refr.
Geen mens kan zonder liefde in z'n leven
Zolang ons wereldje nog draait
Met jou hoop ik nog heel vaak te beleven
Dat fijne gevoel dat ware liefde zaait
En als jij naar me kijkt
Dan zing ik tegelijk
refr.(2x)
Dan wordt het warm en koud van binnen
Ik kan niet zonder jou bestaan
TEKST EN MUZIEK: A. KRAAMER EN J. V.D. VELDEN
Copyright: Nada-Winter Music/Nada International

Martelgang

Judith (2000)

Schrijver en vertolker: Maarten van Roozendaal

,,Ze kon alleen maar Judith heten. Geen Anita of Carla, nee, een Júdith gaat met haar zoontje naar de camping. Ik zie haar voor me, herken haar soms op straat, net als de andere personen in het lied. 'Hé, daar loopt een Frans', zeg ik dan tegen mijn vriendin. En zij ziet het ook.

,,Frans is een triest geval. Hij zit gevangen in een leven met zijn vrouw, twee kinderen en een caravan. Als ik iets tegen Frans zou kunnen zeggen, zou ik roepen: wegwezen! Maar dat zou voor dit levenslied natuurlijk niet bevorderlijk zijn, dus ik ben blij dat hij gelaten zijn lot ondergaat.

,,Ik laat Frans in het lied niet praten, want Frans is een denker. Hij leeft zoals dat van hem wordt verwacht, maar zijn geest is vrij. In Judith ziet hij zijn vrijheid. Aanvankelijk wilde ik ze verliefd op elkáár laten worden, maar een vriend zei: 'Weet je wat nog erger is? Als Judith niet eens enig idee heeft van Frans' liefde.'

,,Het was een martelgang, dit lied. Ik liep al ruim een jaar met het beeld in mijn hoofd. Afgelopen zomer ben ik drie dagen op een camping gaan staan, wachtend op Frans, Marijke en Judith. Die kwam ik niet tegen, maar wel campingdingen zoals gekuch in tenten - mooi detail in het lied.

,,De tekst heeft twee kladblokken en vele uren gelul met vrienden gekost. Wat nu het eerste couplet is - de situatieschets - bestond in mijn eerste versie uit zes coupletten. Ik moest enorm schaven, versimpelen en daardoor is het een sterke tekst geworden.

,,Het is een levenslied omdat het een verhaal met kop en staart bevat. En het is herkenbaar. Als ik het in het theater zing, zie je het publiek denken: god, ik ken ook een Frans. En misschien bedoelen ze zichzelf dan wel.''

Judith

Het begon precies als ieder jaar, standplaats 1110
Een beetje scheef, maar lekker dicht bij de toiletten
Frans zet wel eventjes de caravan op z'n plek
De kinderen zijn al aan het zwemmen als Marijke thee gaat zetten
De gasfles, de schoenenzak, het plastieke servies
En Marijkes blauwe badpak is gekrompen
Ach, je wordt gewoon steeds dikker, haalt Frans zijn schouders op
En gaat dan tot hij flauwvalt de kano op staan pompen
Maar deze keer kwam er een vreemde auto aan gereden
Een jonge moeder met haar zoontje, prompt op 1111
Ik ben Frans, zegt Frans, je buurman, zal ik je even helpen
Dat is heel aardig, ik heet Judith, maar ik doe het liever zelf
Zullen de Hartkampjes niet komen dan, vraagt Marijke na het eten
Het is wel een mooie tent, zegt Frans, hij steekt de gaslamp aan
Marijke pakt haar puzzelboek, Frans kijkt nog even bij de kinderen
Hij haalt de spulletjes naar binnen, voordat ze slapen gaan
Zo'n vrouw en dan geen man, Frans kan de slaap niet vatten
Zo'n jongetje, dat opgroeit en dan geen vader heeft
Schraapt iemand daar haar keel, hoort Frans en zonder na te denken
Kucht hij zachtjes terug alsof hij antwoord geeft
Die ochtend vroeg Judith de kinderen mee uit zwemmen
Marijke had net thee gezet, Frans las een oude krant
Ik loop wel even met de kano mee, had hij ridderlijk gesproken
Nu zijn de kinderen in het water, zit hij met Judith aan de kant
Op maandag is er jeu de boules, zegt Frans, en dinsdag is de bingo
Op woensdagavond is er dansen na de grote barbecue
Op vrijdagmiddag karaoke, dat is eigenlijk voor de kleintjes
Maar het is inmiddels de gewoonte, dat ik dan ook een liedje doe
Wat leuk, zei Judith kalm en toen dook ze in het water
Al snel dreef Frans wat onbeholpen in zijn kano rond
Als hij nou vrijdag eens wat stoers zong, iets zoals I did it my way
Dat was wel een liedje, dat hij bij Judith passen vond
Weer bij de caravan bukt Marijke de billen uit haar badpak
Ze zoekt alweer haar puzzelboek, ze heeft net thee gezet
Ga je vrijdag nog wat zingen, vraagt ze 's avonds na het eten
Misschien, zegt Frans en brengt de kinderen naar bed
Judith was niet bij de bingo en ook niet bij het jeu de boulen
En ook niet naar het dansen na de barbecue gegaan
Ze hadden wel zo nu en dan wat over de kinderen gesproken
Maar nu was het vrijdagmiddag, dus nu kwam het er op aan
Het was vertederend hoe prachtig Judiths zoontje stond te zingen
Frans klapt zijn handen rood, zijn finest hour is nabij
Hij staat op, hij loopt naar voren, als het doek dan toch moet vallen
Dan maar als Presly of Sinatra en het liefst als allebei
Alsof hij haar heeft haalt Frans de handen langs de slapen
Hij gooit de microfoon een paar keer behendig heen en weer
Al tijdens de intro staat hij hevig heup te wiegen
Dan precies de goede inzet en now the end is near
Hij zag Judith en hij zag Marijke zitten
Hij zag zijn kinderen, de hele wereld draaide om hem heen
Hij zag hoe Judith vriendelijk naar hem lachte
Toen haar zoontje op haar arm nam en verdween
Dat was echt mooi, Frans, zegt Marijke na het eten
Ach, zegt Frans en pulkt iets te onverschillig in zijn oor
Judith was alvast gaan pakken en was die avond weer gaan rijden
En dat was handig, zei Marijke, want dan slaapt die kleine door
Inmiddels zit Marijke weer te puzzelen
Frans kijkt bij de kinderen, steekt dan de gaslamp aan
Straks haalt hij de spulletjes naar binnen
Doet de caravan op slot voordat ze slapen gaan
TEKST EN MUZIEK: MAARTEN VAN ROOZENDAAL
Judith (2000) uit het theaterprogramma Aan Gezelligheid Ten Onder.

Tweede volkslied

't Kleine café (1976)

Schrijver en vertolker: Vader Abraham

,,'t Kleine café bestaat echt. Het lied kwam spontaan in me op, toen ik een kwart eeuw geleden in café 't Schippershuis in Hoorn zat te wachten op een journalist. Ik keek om me heen en dacht: 'De avondzon valt over straten en pleinen, padampadapam..in de stad'. Het was alsof tekst en muziek zichzelf schreven op dat moment. Het was er zo gemoedelijk. Ik dacht: dit is waar de gewone man komt.

,,Tja, en de rest is een successtory hè. Waar ik ook kom is het 'meneer Kartner, doe het kleine cafeetje nog eens'. Een evergreen. Tijdloos. Het is zo ongeveer het tweede volkslied geworden. Dat bedenk je van tevoren niet.

,,Ik heb geluk gehad, net als collega's als Charles Aznavour en Adamo, die ik vaak tegenkwam toen ik met mijn smurfen de wereld over reisde. Wij hebben een talent van God gekregen, en de kans gehad dat te gebruiken.

,,Het is jammer dat het levenslied in een verkeerd daglicht staat. 'Geen niveau', roepen discjockeys in Hilversum.

,,Ze moesten eens weten van wie ik regelmatig een kaartje krijg... Van Van Agt! En van Wiegel heb ik ook wel eens een ansicht gekregen. Alsof dat mensen zonder niveau zijn! Nijpels: ook een fan van me. En zo kan ik doorgaan.

,,Ik ben niet verbitterd, begrijp me niet verkeerd. Ik heb er mee leren leven dat miskenning het lot van de levensliedvertolker is.

,,Ik schreef het allerlaatste nummer dat Johnny Jordaan voor zijn dood uitbracht. Ik zag laatst die serie over zijn leven op de VPRO-televisie, maar denk je dat ik word genoemd? Het geeft niet, maar ik heb wel een onderscheiding van de koningin gekregen, dat zegt toch iets?''

Het kleine café aan de haven

De avondzon valt over straten en pleinen
De gouden zon zakt in de stad
En mensen die moe in hun huizen verdwijnen
Ze hebben de dag weer gehad
De neonreclame die knipoogt langs ramen
Het motregent zachtjes op straat
De stad lijkt gestorven, toch klinkt er muziek
Uit een deur die nog wijd open staat
refr.: Daar in dat kleine café aan de haven
Daar zijn de mensen gelijk en tevree
Daar in dat kleine café aan de haven
Daar telt je geld of wie je bent niet meer mee
De toog is van koper, toch ligt er geen loper
De voetbalclub hangt aan de muur
De trekkast die maakt meer lawaai dan de jukebox
Een pilsje dat is-t-er niet duur
Een mens is daar mens, rijk of arm, 't is daar warm
Geen monsieur of madam maar WC
Maar 't glas is gespoeld in 't helderste water
Ja, het is daar een heel goed café
refr.
De wereldproblemen die zijn tussen twee glazen
Bier opgelost voor altijd
Op de rand van een bierviltje staat daar je rekening
Of je staat in 't krijt
Het enige wat je aan eten kunt krijgen
Dat is daar 'n hardgekookt ei
De mensen die zijn daar gelukkig gewoon
Ja de mensen die zijn daar nog blij
refr. (3x)
TEKST EN MUZIEK: PIERRE KARTNER
Copyright: Vabo Music bv/Editions Altona

Bloedserieus

Lia (1990)

Vertolker: Jan Rot

,,Ik heb mijn school afgemaakt en dat mag je best horen in een lied. De teksten die ik zing, moeten goed in elkaar zitten. Geen clichés als 'Waarom ging hij weer naar die ander heen' want die kunnen niet meer. De Zangeres Zonder Naam mocht dat wel, want de kneuterigheid hoorde bij haar tijd. Zij zong de clichés oprecht, dat hoor je. Ik zou ze met een knipoog zingen en dat wil ik niet. Je mag best naar mijn Lia lúisteren met een knipoog, maar ik zíng het bloedserieus.

,,Leo Kenter van de Tröckener Kecks schreef de tekst voor mij nadat ik hem vroeg om een Meisje van zestien-achtig nummer. Toen het van de fax rolde, pakte ik mijn gitaar en binnen vijf minuten maakte ik de muziek. Een hit is het nooit geworden, het is zelfs geen single geweest. Ik heb het wel eens aan Jaques Herb voorgelegd, want je zou het nummer kunnen vergelijken met Manuela, waarin ook een verkeersongeluk plaatsvindt. Ik spreek hem van de week en zal hem toch nog eens vragen of hij er niet iets mee wil.

,,Het verhaal van Lia is echt gebeurd. Voor een concert van The Cats is ooit een meisje verongelukt en zij hebben ook een nummer voor haar geschreven: Lea. The Cats vreesden aanvankelijk dat ik er een grapje van had gemaakt. Toen ze het hoorden, vonden ze het mooi. De familie van het meisje weet er ook van.

,,Ik heb het me lange tijd aangetrokken dat ik geen hit scoorde, want ik vind mezelf best een goede vertolker van het levenslied. De cd Hoop & Liefde, waar Lia op staat, werd destijds geprezen. Nu kan ik die miskenning wel hebben. Het is een soort geheim tussen een klein publiek en mij: wij vinden Lia een grote hit, al denkt de rest van de wereld daar anders over.''

Lia

Lia, Lia, Lia, Lia
,,Je blijft vanavond hier en daarmee uit'', roept moeder kwaad
Daar ligt Lia snikkend op haar bed
Nu zijn ze zo dichtbij en zal je zien dat zij niet gaat
Dan voelt zij in haar zak de sleutels van de Mobylette
Lia rijdt over de Dijk door regen en door wind
Zo hard ze kan, het is al negen uur
Ze denkt aan Wilma haar vriendin en hoe laat de band begint
Een windvlaag, ze glijdt uit, verliest de macht over het stuur
Lia, Lia, Lia, Lia
,,Je blijft vanavond hier en daarmee uit'', roept Wilma kwaad
Haar zoon rent weg en zij, zij schudt haar hoofd
Dan hoort ze op de radio ineens een oude plaat
Over Lia, van een band waar zij in heeft geloofd
Ze was helemaal vergeten hoe mooi de zanger zong
Iedereen wordt oud, maar Lia, (Lea, Leah) blijft voor altijd jong
Lia, Lia, Lia, Lia
TEKST: LEO KENTER
MUZIEK: JAN ROT
Lia (1990) van de cd Hoop & Liefde. Uitgegeven door YaYa.

INTERVIEWS: ARANKA KLOMP

NRC Webpagina's
21 DECEMBER 2000
    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC Handelsblad