Hardlopen
NIEUWS | TEGENSPRAAK | SUPPLEMENT | AGENDA | ARCHIEF | ADVERTENTIES | SERVICE 



Overzicht eerdere
afleveringen


HARDLOPEN
RENLOOP TEGEN DE SLIJTAGE
THERAPIE
DOE-HET-ZELF
MATERIAAL
TRAINEN
STRETCHEN
DOLF JANSEN
GERARD NIJBOER
HISTORIE
MARATHON ROTTERDAM
LOPERS
PREVENTIE
BOEKEN
REISORGANISATIES
LINKS

Oud-winnaars heren | Oud-winnaars dames | Weersomstandigheden afgelopen marathons | Parcours | Kaart

Deelnemers: Daniëlle Driessen | Win Hermsen

Niet zeuren als het tegenzit


Daniëlle Driessen (26)
Beroep: studente orthopedagogiek
Atletiekvereniging: Erasmus Road Runners
Aantal marathons: geen
Persoonlijk record: (,,Ik hoop op 3.45.'')

,,Al tien jaar sta ik in Rotterdam langs de kant te kijken en te klappen voor al die mensen. Keer op keer zeg ik tegen mezelf: volgend jaar doe jij ook mee. Maar omdat ik in de wintermaanden skilessen geef in Oostenrijk, komt er van het lopen vaak niet veel terecht. En je moet je toch voorbereiden. Maar dit jaar houden ze me niet tegen. De afgelopen weken heb ik heel veel gelopen. Weer of geen weer, húp de deur uit. Lopen is doorzetten. Veel vrouwen beginnen te zeuren als het eventjes tegenzit. Dat zijn 'mooi-weerlopers'. Een paar druppels en ze blijven liever thuis op de bank zitten. Dat is de reden dat er zo weinig vrouwen van mijn leeftijd aan lange-afstandslopen doen.

Ik geloof niet in al die koolhydratenverhalen. Je moet gezond eten en leven, dat is zeker. Maar ik moet er niet aan denken om tijdens het lopen een banaan weg te proppen. Gatverdamme, nee zeg. Drinken is veel belangrijker tijdens een wedstrijd. Doe je dat niet of te weinig, dan zie je al snel de hele wereld heen en weer gaan.

Mijn moeder vindt een marathon lopen niet gezond. Ze baseert zich op beelden van mensen die helemaal uitgewoond de finish bereiken. Daar hoeft ze in mijn geval niet bang voor te zijn. Ik ga lachend van start en ga lachend over de finish. Je zult mij echt niet kwijlend over de streep zien gaan.

Ik moet er natuurlijk ook weer niet te licht over denken. Maar bij wedstrijden over 30 kilometer heb ik me telkens uitstekend weten te redden. Dus waarom zou ik me zorgen maken? Van mezelf weet ik dat ik een vlak schema kan lopen. En echt op gang kom ik over het algemeen pas bij 25 kilometer.

Ik loop sinds mijn tiende, dus dik vijftien jaar nu. Tot die tijd deed ik heel fanatiek aan zwemmen. Korfbal was niks, want als ik terugkwam van de training was ik nog niet moe. Bij het lopen kan ik mijn energie tenminste kwijt.

Vaak lopen we in een groepje. Heel gezellig. Ik praat het liefst als ik loop. Tijdens een wedstrijd wil het nog wel eens gebeuren dat je plotseling in je eentje bent. Dan denk ik vaak aan mijn komende tentamens.''

Twee kwartjes de kilometer


Wim Hermsen (64)
Beroep: gepensioneerd gemeente-ambtenaar
Atletiekvereniging: Running De Meern
Aantal marathons: 19 (alle volbracht)
Persoonlijk record: 3 uur en 14 minuten

,,Vijf, zes jaar geleden heb ik een hartslagmeter aangeschaft. Niet zozeer vanwege mijn leeftijd. Meer omdat een loper ongeacht zijn leeftijd goed moet luisteren naar zijn lichaam. Als ik voor een trainingsloopje van twee uur op pad ga en mijn hartslag stabiliseert na verloop van tijd rond de 145-150, dan weet ik dat het goed zit.

Wie doseert en zich goed voorbereidt, die kan tot op hoge leeftijd marathons lopen. Daarvan ben ik heilig overtuigd. Artsen juichen het over het algemeen ook toe. Maar los daarvan: ik weet dat ik bewust met mijn sport bezig ben en geen onverantwoorde risico's neem. Zolang ik de marathon binnen de vier uur kan lopen, blijf ik het doen.

Mijn voorbereiding op 'Rotterdam' begon drie maanden geleden. Stap voor stap werk je toe naar de wedstrijd. Via duurlopen en intervaltrainingen, om maar eens wat te noemen. In de laatste weken neem je steeds meer gas terug. Ik beschik over een goede basisconditie, omdat ik dagelijks een paar uur de polder intrek en in de winter op het ijs sta.

Van de negentien marathons die ik tot dusverre heb gelopen, ben ik niet één keer uitgestapt. Ja, daar ben ik best trots op. Eén keer heb ik serieuze problemen gehad. Dat was in de beginjaren, toen ik tijdens een wedstrijd onvoldoende had gedronken en mijn maag hevig begon te protesteren.

Voeding is essentieel. Mijn hele voedingspatroon is afgestemd op 20 procent eiwit, 20 procent vet en 60 procent koolhydraten. Veel lopers raken rond kilometer 30-35 in de problemen omdat ze door hun koolhydratenvoorraad heen zijn. Het lichaam is dan aangewezen op vetverbranding, maar dat kost twee keer zoveel zuurstof.

Van belang is ook dat je je niet mee laat sleuren in het tempo van een ander. Dat breekt je vroeg of laat op. Vooral in het begin is de verleiding groot om hard weg te gaan. Niet doen! Dat is vragen om problemen. Vijf minuten voor één kilometer is altijd mijn leidraad. Dan hou ik het vol.

Wat ik jaarlijks kwijt ben? Ik roep altijd een dubbeltje de kilometer, maar of dat waar is? Per jaar leg ik ongeveer 2.500 kilometer af. Dat kost me twee paar schoenen, zeg maar 400 gulden. Het inschrijfgeld varieert. Voor een trimloopje om de hoek ben je gemiddeld zo'n 10 à 12 gulden kwijt.

Bij grote wedstrijden kies ik meestal voor een voorinschrijving. Dat scheelt toch een paar tientjes. In Rotterdam was ik dit jaar 37,50 gulden kwijt. Als ik even verder reken, en voeding en kleding erbij optel, ja, dan red ik het niet met een duppie. Hou het maar op twee kwartjes de kilometer.''

Tekst: Mark Hoogstad

NRC Webpagina's
15 APRIL 1999

   Bovenkant pagina


NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD (web@nrc.nl) APRIL 1999