Twee kwartjes de kilometer
Wim Hermsen (64)
Beroep: gepensioneerd gemeente-ambtenaar
Atletiekvereniging: Running De Meern
Aantal marathons: 19 (alle volbracht)
Persoonlijk record: 3 uur en 14 minuten
,,Vijf, zes jaar geleden heb ik een hartslagmeter aangeschaft. Niet zozeer vanwege mijn leeftijd. Meer omdat een loper ongeacht zijn leeftijd goed moet luisteren naar zijn lichaam. Als ik voor een trainingsloopje van twee uur op pad ga en mijn hartslag stabiliseert na verloop van tijd rond de 145-150, dan weet ik dat het goed zit.
Wie doseert en zich goed voorbereidt, die kan tot op hoge leeftijd marathons lopen. Daarvan ben ik heilig overtuigd. Artsen juichen het over het algemeen ook toe. Maar los daarvan: ik weet dat ik bewust met mijn sport bezig ben en geen onverantwoorde risico's neem. Zolang ik de marathon binnen de vier uur kan lopen, blijf ik het doen.
Mijn voorbereiding op 'Rotterdam' begon drie maanden geleden. Stap voor stap werk je toe naar de wedstrijd. Via duurlopen en intervaltrainingen, om maar eens wat te noemen. In de laatste weken neem je steeds meer gas terug. Ik beschik over een goede basisconditie, omdat ik dagelijks een paar uur de polder intrek en in de winter op het ijs sta.
Van de negentien marathons die ik tot dusverre heb gelopen, ben ik niet één keer uitgestapt. Ja, daar ben ik best trots op. Eén keer heb ik serieuze problemen gehad. Dat was in de beginjaren, toen ik tijdens een wedstrijd onvoldoende had gedronken en mijn maag hevig begon te protesteren.
Voeding is essentieel. Mijn hele voedingspatroon is afgestemd op 20 procent eiwit, 20 procent vet en 60 procent koolhydraten. Veel lopers raken rond kilometer 30-35 in de problemen omdat ze door hun koolhydratenvoorraad heen zijn. Het lichaam is dan aangewezen op vetverbranding, maar dat kost twee keer zoveel zuurstof.
Van belang is ook dat je je niet mee laat sleuren in het tempo van een ander. Dat breekt je vroeg of laat op. Vooral in het begin is de verleiding groot om hard weg te gaan. Niet doen! Dat is vragen om problemen. Vijf minuten voor één kilometer is altijd mijn leidraad. Dan hou ik het vol.
Wat ik jaarlijks kwijt ben? Ik roep altijd een dubbeltje de kilometer, maar of dat waar is? Per jaar leg ik ongeveer 2.500 kilometer af. Dat kost me twee paar schoenen, zeg maar 400 gulden. Het inschrijfgeld varieert. Voor een trimloopje om de hoek ben je gemiddeld zo'n 10 à 12 gulden kwijt.
Bij grote wedstrijden kies ik meestal voor een voorinschrijving. Dat scheelt toch een paar tientjes. In Rotterdam was ik dit jaar 37,50 gulden kwijt. Als ik even verder reken, en voeding en kleding erbij optel, ja, dan red ik het niet met een duppie. Hou het maar op twee kwartjes de kilometer.''
Tekst: Mark Hoogstad