IMF
Hans Buddingh'
Het Internationaal Monetair Fonds (IMF)
speelt een belangrijke rol bij de crisis in Azië. Had het IMF eind
1996 ruim 56 miljard dollar aan leningen uitstaan, alleen al door de
noodpakketten voor Thailand, Indonesië en Zuid-Korea komt daar zo'n
35 miljard dollar bij. Een overzicht van de belangrijkste doelstellingen
en activiteiten.
Organisatie Het bestuur bestaat uit afgevaardigden van alle lidstaten,
die worden benoemd door de nationale regeringen. Kleinere landen zijn
tot een kiesgroep samengevoegd, met één vertegenwoordiger
in het bestuur. Naarmate de landen naar rato van hun economisch gewicht
meer bijdragen in de vorm van quota's, beschikken ze over meer stemrecht
in het bestuur. Zo hebben de VS een quota dat boven de voor een veto
vereiste 15 procent ligt.
Taken
De taakopdracht is sinds de oprichting in het Amerikaanse Bretton Woods
niet wezenlijk veranderd. Volgens de in 1944 ondertekende Articles of
Agreement moet het IMF onder meer bijdragen aan evenwichtige economische
groei, werkgelegenheid en wisselkoersstabiliteit. Het IMF oefent door
jaarlijkse rapportages toezicht uit op het financieel-economisch beleid
van de inmiddels 181 lidstaten. Ook geeft het fonds trainingen en
technische bijstand.
Financiering
De belangrijkste middelen zijn de quota's die alle landen naar rato van
hun economisch gewicht bij het fonds hebben. Dit zijn reservemiddelen
van de centrale banken van de lidstaten - dus geen begrotingsmiddelen -
die de lidstaten aan het IMF uitlenen. Driekwart hiervan mag in eigen
valuta worden gedeponeerd. Het totaal aan quota's wordt elke vijf jaar
herzien om gelijke tred te houden met de groei van de wereldeconomie en
de behoefte aan liquiditeiten. Het totaal aan quota's komt na de
herziening van vorig jaar uit op 285 miljard dollar. Ook is er nog 46
miljard dollar aan extra kredietmiddelen beschikbaar op grond van een
speciale leningenovereenkomst met een groep rijke landen.
Leningen
Het beroep dat op het IMF wordt gedaan, is sterk toegenomen. De
belangrijkste oorzaken daarvan zijn de overgang van de ex-communistische
en arme ontwikkelingslanden naar de vrije-markteconomie en de
liberalisering van het kapitaalverkeer in veel landen. De Mexico-crisis
eind 1994 is wel aangeduid als de 'eerste crisis van de 21-ste eeuw',
omdat Mexico het eerste slachtoffer was van het wereldwijde
'flitskapitaal'. Een dergelijke crisis heeft een acuut karakter, omdat
veel valuta's tegenwoordig (ook bij kapitaaltransacties) volledig
inwisselbaar zijn. Uitgeleend kapitaal kan dus in korte tijd worden
teruggetrokken. Daarom ook zijn snelle 'noodpakketten' vereist. In de
Zuidoost-Aziatische crisis gaat het vooral om kortlopende buitenlandse
schulden van een ondoorzichtige privé-sector, waaronder ook een
aantal particuliere banken. Na de Mexico-crisis maakte het IMF
transparantie van gegevensverstrekking en versterking van de banksector
tot nieuwe prioriteit, maar dat heeft nog onvoldoende resultaat
opgeleverd. Vandaar dat het IMF was verrast door de crisis in met name
Zuid-Korea en Indonesië.
Het IMF worstelt met het dilemma dat de verstrekte leningen voornamelijk
ten goede komen aan Westerse banken die veel te grote risico's hebben
genomen bij de kredietverlening aan de crisislanden. Dat betekent dat
deze banken niet of nauwelijks worden gestraft voor hun
onverantwoordelijke gedrag, waardoor de kiem voor een volgende crisis
kan zijn gelegd. Vandaar het beroep van het IMF op de buitenlandse
banken hun vorderingen op de crisislanden in elk geval over een langere
periode uit te smeren. Bij het uitblijven van hulp van het IMF zou
echter het internationale bankensysteem in een wereldwijde crisis komen.
Landen kunnen in drie jaar maximaal driemaal hun quota's aan harde
valuta bij het IMF lenen. Bij de crises in Mexico en Zuidoost-Azië
zijn op grond van de 'exceptionele' omstandigheden veel grotere leningen
verstrekt.
Liberalisering
Het IMF-bestuur besloot tijdens de jongste jaarvergadering eenstemmig te
streven naar liberalisering van het kapitaalverkeer in alle aangesloten
landen, omdat dit productiviteit en groei bevordert. Dit betekent dat na
een nog goed te keuren wijziging van de Articles of Agreement een land
dat het betalingsverkeer voor kapitaaltransacties wil beperken eerst
toestemming van het IMF nodig heeft. Nu strekt de jurisdictie van het
IMF zich alleen uit tot betalingsverkeer dat te maken heeft met
internationale handelstransacties.
|