Vredesoperatie begint met geruzie tussen de NAVO en
Rusland
Elfde week van de oorlog werd de laatste
De elfde week van de oorlog om
Kosovo werd de laatste: donderdag maakte NAVO-chef Solana een eind aan
de luchtacties. Op dezelfde dag werd de vredesmacht KFOR gevormd. Een
dag later wierp Moskou de eerste problemen op.
Door onze redacteuren BIRGIT DONKER
en PETER MICHIELSEN
BRUSSEL, ROTTERDAM, 12 JUNI. Donderdag eindigde de oorlog om Kosovo.
Vrijdag begon een kleine koude oorlog tussen de NAVO en Rusland, over
de sector die Rusland voor zijn eenheden van de vredesmacht KFOR in
Kosovo opeist en die de NAVO niet wil geven. Toen overleg mislukte,
stuurde Moskou gisteren vanuit Bosnië snel wat soldaten richting
Kosovo om te pakken wat ze niet kregen.
Het deed denken aan het eind van de Tweede Wereldoorlog: wie het eerst
komt, die het eerst maalt, moet Moskou hebben gedacht, net als in 1945,
toen de bezetting van Oost-Europa door het Rode Leger een voldongen
feit schiep dat bijna een halve eeuw overeind zou blijven. De Russen
houden wellicht halt aan de grens tussen Servië en Kosovo, maar
hoe dan ook eindigde week elf van de oorlog in Kosovo niet alleen met
vrede, maar ook met beteuterde gezichten. Die waren er ook aan het begin
van de week, want het vredesproces, dat vorige week in een versnelling
raakte toen Belgrado het vredesplan van Martti Ahtisaari en Viktor
Tsjernomyrdin had aanvaard, liep vertraging op toen in het weekeinde de
NAVO en Joegoslavische generaals het niet eens konden worden over het
hoe, wat, waar en wanneer van de militaire ontruiming van Kosovo. De
Joegoslaven eisten garanties dat het Kosovo Bevrijdingsleger UÇK
hen bij de aftocht niet zou aanvallen, wilden eerst een VN-resolutie,
eisten dat de NAVO-troepen onder VN-vlag Kosovo zouden binnengaan en
wilden voor de aftocht meer dan de toegestane zeven dagen. Bovendien
wilden ze 15.000 militairen in Kosovo achterlaten. De NAVO hervatte
daarop de bombardementen. NAVO-militairen in Brussel konden nog wel
begrip opbrengen voor de bezwaren van Belgrado. " Terugtrekken is
gevaarlijk. Als je je omdraait word je in de rug geschoten." Maar veel
garanties kon de NAVO niet geven. "De NAVO heeft het UÇK niet
onder bevel." Meer tijd kon men de Joegoslaven wèl geven. En een
Veiligheidsraad resolutie ook.
Dat bleek dinsdag, toen de ministers van de G8 (zeven rijke
industrielanden plus Rusland) het in Bonn eens werden over een ontwerp-
resolutie voor de Veiligheidsraad over het verdere vredesproces. De
resolutie voorzag in een snelle aftocht van de troepen van Belgrado en
de vorming van een vredesmacht KFOR. Die moet een bestand controleren,
verhinderen dat Joegoslavische of Servische troepen terugkeren naar
Kosovo, het UÇK ontwapenen en vluchtelingen in staat stellen
terug te keren. Een speciale vertegenwoordiger van VN-chef Kofi Annan
moet een interim-bestuur gaan leiden en instanties vormen die Kosovo
"substantiële autonomie en zelfbestuur" moeten geven op basis van
de akkoorden van Rambouillet. Alle betrokkenen, aldus de resolutie,
moeten samenwerken met het VN-tribunaal voor oorlogsmisdaden in Den
Haag. Het G8-akkoord leidde tot een hervatting van het militaire
overleg tussen de NAVO en Joegoslavië in Macedonië. Na 24 uur
praten kon KFOR-bevelhebber Sir Michael Jackson woensdag melden dat
over de militaire ontruiming alsnog een akkoord was bereikt. Belgrado
krijgt daarvoor elf in plaats van zeven dagen. De andere eisen werden
afgewezen. Toen NAVO-bevelhebber Wesley Clark donderdag kon melden dat
de aftocht echt was begonnen, kon NAVO-chef Javier Solana een eind
maken aan de bombardementen. Dat was het sein voor de Veiligheidsraad om
de ontwerp-resolutie van de G8, ondanks Chinese bezwaren, aan te nemen
en KFOR te machtigen Kosovo binnen te gaan. Het was, zei VN-chef Kofi
Annan, "het eind van een donker en desolaat hoofdstuk in de
geschiedenis van de Balkan". KFOR - even afgezien van de Russische KFOR-
soldaten die gisteren alvast op weg gingen naar Kosovo - trekt vanaf
vandaag Kosovo binnen. Britse, Franse en Amerikaanse soldaten moeten
als wegbereiders wegen begaanbaar maken en mijnen ruimen en in eerste
instantie de weg naar en het vliegveld van Pristina bezetten. KFOR
verdeelt Kosovo vooralsnog in vijf sectoren: de VS in het westen,
Groot-Brittannië in het centrum, Duitsland in het zuiden en
Italië in het westen, Frankrijk (en waarschijnlijk de Russen) in
het noorden, waar veel Serviërs wonen die inmiddels zeer bang zijn
voor wraakacties van terugkerende Albanezen of het UÇK. 2050
Nederlandse soldaten gaan naar de Duitse sector. De VS leveren met
zevenduizend man ongeveer 15 procent van KFOR. Rusland wil twee- tot
tienduizend man bijdragen, maar het heeft geen geld om ze te betalen. De
oorlog heeft 79 dagen geduurd, waarin 35.219 missies werden gevlogen en
23. 000 bommen en raketten werden afgeworpen of afgevuurd. De laatste
bommen op Joegoslavië vielen woensdag om 19.53 uur. Er waren
twintig hele of gedeeltelijke missers en volgens Belgrado kwamen rond
tweeduizend burgers om het leven. De politiek meest schadelijke misser
betrof het bombardement op de Chinese ambassade in Belgrado. De NAVO
verloor twee vliegtuigen, maar geen mensen. De campagne begon met 112
Amerikaanse en 102 Europese gevechtsvliegtuigen en eindigde met 323
Amerikaanse en 212 Europese toestellen. Volgens het Pentagon zijn de
helft van de wapens van de Joegoslaven, eenderde van de tanks, een
groot deel van het luchtafweer en meer dan 80 procent van de moderne
vliegtuigen vernield. Olieraffinaderijen zouden in hun geheel en olie-
opslagplaatsen voor meer dan 40 procent zijn vernietigd. Volgens de NAVO
zijn 5000 Joegoslavische soldaten gesneuveld, volgens Belgrado 462
soldaten en 114 politiemannen. De hoogste prijs betaalden de Kosovaren.
Gerekend vanaf maart vorig jaar hebben de Serviërs 986.000
Kosovaren de grens overgejaagd. KFOR moet hen terugbrengen. De NAVO
denkt dat de helft van de vluchtelingen nog voor de winter terug kan
keren. De politici zijn voorzichtiger. En de Kosovaren zijn dat ook.