Oorlog verlengt impasse Bosnië
De oorlog om Kosovo heeft een
verlammende uitwerking op de relaties in de Servische Republiek in
Bosnië.
Door onze redacteur PETRA DE KONING
BANJA LUKA, 2 JUNI. Vijfduizend collega's zitten thuis. Alleen de
portier is er nog, bij de ingang van het bedrijf Cajavec in Banja Luka,
de hoofdstad van de Servische Republiek in Bosnië. In Cajavec
werden onderdelen gemaakt voor de auto-industrie in Joegoslavië,
dat grenst aan de Servische Republiek. Die fabrieken liggen stil vanaf
het begin van de NAVO-aanvallen. De vijfduizend werknemers zijn naar
huis gestuurd.
Wekenlang protesteerde Radovan Borjanic (31), portier, met zijn
collega's tegen de 'agressie' op de Servische 'broeders en zusters' in
Joegoslavië: "Wij zijn één volk." Iedereen weet, zegt
hij, dat het niet om de Albanezen was dat de NAVO aanviel: "Die hadden
het goed in Kosovo. Maar Amerika wil Joegoslavië kapot maken."
Demonstranten gooiden ruiten in van kantoren van internationale
organisaties in Banja Luka, ze vernielden meubilair, verbrandden
papieren. Handgranaten ontploften op een parkeerplaats. Een cameraman
van een lokaal televisiestation dat wordt gesteund door buitenlandse
organisaties, werd in elkaar geslagen. Nu demonstreert Borjanic niet
meer. "Niemand luistert naar ons." Maar zijn collega's hebben geen werk,
en Borjanic zelf kreeg al twee maanden geen salaris. "We moeten de
straat weer op, dit kan niet doorgaan."
Sinds het begin van de NAVO-luchtaanvallen op Joegoslavië raakten
meer dan vijftigduizend werknemers in de Servische Republiek hun baan
kwijt. Zeventig procent van de export van de Servische Republiek was
naar Joegoslavië, en vijfenvijftig procent van de import kwam er
vandaan.
Apotheken en ziekenhuizen hebben nu al een tekort aan medicijnen. De
prijzen van levensmiddelen zijn gestegen met twintig tot veertig
procent. En er kwamen al meer dan veertigduizend vluchtelingen uit
Joegoslavië naar de Servische Republiek. Ze wonen bij familie of in
tenten bij het busstation. "Zelfs de bedelaars zijn hierheen gekomen",
zegt Boris Divjak van het ministerie van Economische Zaken van de
Servische Republiek. "Ze zijn hun markt in Joegoslavië kwijt."
De minister van Economische Zaken voorspelde twee weken geleden hevige
sociale onrust. En ook Bosnië-gezant Carlos Westendorp waarschuwde
dat het conflict om Kosovo de vrede in Bosnië in gevaar kan
brengen. De Bosnische Serviërs vinden dat zij, na de Serviërs
in Joegoslavië, het meest te lijden hebben van de NAVO-acties. Maar
ook al voordat er bommen op Joegoslavië vielen, werd er
gedemonstreerd in de Servische Republiek. Woedend waren de Bosnische
Serviërs in maart over de beslissing van een internationale
arbitragecommissie dat Brcko in het noorden van Bosnië neutraal
blijft en niet aan de Servische Republiek wordt toegewezen. Brcko is
strategisch belangrijk: de stad is de enige verbinding tussen het westen
en het oosten van het Servische deel van Bosnië.
Op 5 maart, de dag dat die beslissing viel, ontsloeg Carlos Westendorp
de president van de Servische Republiek, de ultra-nationalist Nikola
Poplasen. Volgens Westendorp blokkeerde Poplasen het vredesproces in
Bosnië. Poplasen weigerde de gematigde, hervormingsgezinde premier
Milorad Dodik opnieuw te benoemen. Dodik wordt gesteund door een
meerderheid in het parlement, en door de internationale gemeenschap.
Poplasens eigen kandidaten werden weggestemd in het parlement, er was
(en is) geen premier die een nieuwe regering kon vormen.
Poplasens aanhangers gingen de straat op. Westendorp was een 'fascist',
Dodik een 'verrader'. Poplasen zelf vond (en vindt) dat hij nog steeds
president is. En zijn populariteit groeide, zeker na de beslissing over
Brcko en de NAVO-aanvallen. "Dit is een gevaarlijke situatie voor heel
Bosnië", zegt parlementsvoorzitter Petar Djokic van de
Socialistische Partij, die deel uitmaakt van de regering van Dodik.
"Onze coalitie verliest steun, het Dayton-akkoord wordt bedreigd.
Westendorp moet snel een nieuwe president benoemen."
Maar Westendorp doet niks. Een van zijn woordvoerders in Banja Luka: "We
wachten af wat er in Joegoslavië gebeurt. Wij willen dat het rustig
is in de Servische Republiek voordat wij besluiten hoe het verder moet."
Ook Poplasen wacht af. In zijn kantoor in het parlementsgebouw van Banja
Luka zit de ontslagen president onderuitgezakt in een stoel. Zijn
secretaresse brengt hem een dubbele whisky. "De meeste Bosnische
Serviërs", zegt hij, "hebben wapens, ook zware." Poplasen zou graag
oproepen tot mobilisatie, maar hij weet dat de Serviërs nu geen
kans maken tegen de NAVO. En daarom, zegt hij, gaf hij de bevolking
opdracht kalm te blijven. "Het belangrijkste is dat we biologisch
overleven. Amerika wil de Serviërs uitschakelen. Omdat wij ons
verzetten tegen hun wereldorde van de dollar en Coca Cola." Volgens
Poplasen zou Amerika het geweldig vinden als er rellen uitbraken. "Dan
hebben ze een excuus om ook hier in te grijpen. Wij weten dat in het
Pentagon de plannen al klaar liggen: legereenheden van Kroaten en
moslims moeten de Servische Republiek bezetten."
Over Westendorp doet Poplasen luchtig. "Een charmante man, maar hij kan
alleen zelf beslissen wat hij tussen de middag eet. Verder bepalen
Clinton en Albright wat hij zegt en doet." Het Dayton-akkoord noemt
Poplasen 'klinisch dood'. Alle buitenlanders moeten weg uit Bosnië.
"Dan gaan Serviërs, moslims en Kroaten aan tafel zitten en lossen
we de problemen op." Poplasen zou graag met Westendorp een borrel
drinken en de zaken regelen. "We hebben allebei onze ambities vervuld:
hij heeft veel geld verdiend, en ik heb mijn volk niet verraden, zoals
Dodik en zijn marionetten-regering."
Slavko Mitrovic, bestuurslid van Dodiks sociaal-Democratische partij,
reageert nijdig. "Poplasen zelf is een verrader. Hij wil het land
isoleren, de mensen gras laten eten. Wij willen dat onze kinderen naar
school gaan, dat we kunnen reizen, dat er wordt geïnvesteerd."
Bij de fundamenten van een nieuwe orthodoxe kerk in Banja Luka worden
kaarsen aangestoken voor de Servische slachtoffers van de NAVO-bommen.
Op een bank zit Boris Bakocevic, student elektrotechniek. Volgens hem
wordt er nu niet meer tegen de NAVO betoogd omdat Dodik de organisatoren
'chanteert'. "Hij wil geen demonstraties, hij werkt samen met de
bezetters." Maar Bakocevic denkt niet dat Bosnië zonder
buitenlanders kan. "Er zijn te veel extremisten, ook bij ons." Poplasen
hoort daar niet bij, vindt hij. "Poplasen wil alleen maar een zuiver
Servië, zonder moslims en Kroaten. Dat is ook beter, na alles wat
er is gebeurd."