Even kookte ongeduld VN'ers over
Duizenden Kosovaarse
vluchtelingen staken de afgelopen dagen de grenzen met Macedonië en
Albanië over. Ze verhalen van tekort aan eten en opnieuw van
gewelddadigheden.
Door onze redacteur YAËL VINCKX
CEGRANE, 25 MEI. Een metalen stem klinkt door het Macedonische
opvangkamp. "Ouders, die gisteren bij de grensovergang Blace in het
gedrang hun kinderen zijn kwijtgeraakt, kunnen zich nu laten
registreren." Het geronk van een Zwitserse machine overstemt de rest van
de metalen boodschap;soldaten maken even verderop het terrein egaal om
in grote haast tenten neer te zetten voor een nieuwe golf vluchtelingen.
Het vluchtelingenkamp Cegrane, in het noordwesten van Macedonië, is
in de ban van de nieuwe vluchtelingen. Bijna vierduizend Kosovaren zijn
hier de afgelopen twee dagen gearriveerd; zo'n drieduizend vluchtelingen
worden vanavond verwacht. De nieuwelingen worden uitgehoord door
Kosovaren die vaak al weken in het kamp verblijven. Hebben ze nieuws
over achtergebleven familieleden, vrienden of kennissen? Staat hun
winkel er nog? Hebben NAVO-bommen hun huizen getroffen?
De grenzen met Macedonië en Albanië waren twee weken bijna
gesloten. Slechts enkele vluchtelingen schuifelden af en toe langs de
slagbomen. Sinds een paar dagen laten de Serviërs weer grote
aantallen Kosovaren door. Zaterdag zijn de drie broers Bislimi uit
Ferizaj aangekomen, met hun moeder, echtgenotes en kinderen. Een broer
kwam in Cegrane terecht, twee broers in een ander vluchtelingenkamp. Ze
zijn vandaag herenigd - al is het gezin nog niet compleet. De vierde
broer is in Kosovo achtergebleven, de vijfde broer verliet het getroffen
land eerder en is overgebracht van Macedonië naar Australië.
Net als andere vluchtelingen verhalen de Bislimi's over gebrek aan eten.
In Kosovo zou een tekort aan onder meer brood en melk zijn. "We hadden
alleen nog een beetje macaroni", zegt Ismet Bislimi. Beweringen van
woordvoerder Ron Redmond van de VN-hulporganisatie UNHCR over
hongersnood worden echter tegengesproken, zowel door vluchtelingen als
door hulpverleners in het kamp. "De mensen zijn moe en hebben honger,
maar ze zijn niet ondervoed", zegt UNHCR-medewerker Grainne O'Hara in
Cegrane.
Ferizaj is inmiddels een spookstad, vertellen de broers. Bijna iedereen
heeft het stadje verlaten. De NAVO-bommen hebben volgens de Bislimi's
niet veel schade aangericht. "De kazerne van het Joegoslavische leger is
getroffen, evenals enkele Servische schuilplaatsen. Het leek alsof de
NAVO wist waar de bommen te gooien", zegt Ismets vrouw enigszins
verwonderd.
Twee broers zijn, met hun gezin, al weken op de vlucht in Kosovo. Dat
geldt voor veel van de nieuw gearriveerde vluchtelingen. Joegoslavische
soldaten en Servische politie-agenten hebben hen vaak al twee maanden
opgejaagd. De broers werden een maand geleden naar Macedonië
gedeporteerd; ze arriveerden volgens eigen zeggen in een overvolle trein
aan de Servische kant van de grens, maar de Serviërs besloten de
trein na vijf uur wachten terug te sturen.
De broers, echtgenotes en kinderen hadden toen al hun bangste uren
achter de rug. Die vonden plaats toen een dronken Servische agent hen op
een dag gedurende drie uur onder schot hield. Hij dreigde een jongetje
van drie te vermoorden, maar trok uiteindelijk zijn vader mee naar
buiten. Een militair voorkwam de moordpartij, zegt zijn dochter. En zijn
vrouw draait de ogen naar het dak van de tent. "Een Serviër!" De
familie Emini uit Pristina kwam zondag per trein bij de grens aan. Vader
Hazir besloot halsoverkop te vluchten na de aanranding van vier meisjes
uit de buurt door Serviërs. Zelf heeft Hazir Emini een zoon en vier
mooie dochters, onder wie drie tieners. "Ik dacht steeds te blijven. De
oorlog zou wel snel ophouden. Maar ik durfde het risico niet langer te
nemen."
Over hun ontvangst door de Macedonische politie aan de grensovergang
Blace "willen we niet klagen", zegt de oudste dochter, Ganimete Emini.
Binnen de UNHCR echter groeit de irritatie over het optreden van de
Macedoniërs aan de grens. Vluchtelingen worden in bussen geladen,
die vaak urenlang in de volle zon blijven staan. De deuren zijn
gesloten; medewerkers van de UNCHR mogen soms een paar flessen water
door de kleine zijraampjes duwen. Vluchtelingen vallen flauw.
Zondagavond kookte het ongenoegen van de UNHCR over. Toen wilden
Macedonische autoriteiten de bussen met nieuw aangekomen vluchtelingen
direct naar buurland Albanië rijden, ook overvol met Kosovaren.
Daarop ging UNHCR-personeel met zijn pickup-auto's en zijn jeeps voor de
bussen met vluchtelingen staan. Na overleg besloten de Macedoniërs
de vluchtelingen toch op te nemen. Althans, voorlopig, voegden de
autoriteiten eraan toe. UNCHR-medewerkers zeggen binnenskamers zich al
op te maken voor een volgende confrontatie.