Missie van VN: situatie Kosovo is walgelijk
PODGORICA, TIRANA, 25 MEI. De
situatie in Kosovo is als gevolg van de 'etnische zuiveringen' door de
Serviërs "walgelijk" en "veel erger dan gevreesd".
Dat vindt Sergio de Mello, de leider van een speciale VN-missie die de humanitaire
situatie ter plaatse heeft onderzocht. De Mello zei gisteren in de
Montenegrijnse hoofdstad Podgorica dat zijn missie van de Serviërs
geen volledige bewegingsvrijheid kreeg. Toch heeft ze "voldoende
bewijzen" waargenomen en in "ruim voldoende" mate getuigenverklaringen
opgetekend om de conclusie te rechtvaardigen dat de Serviërs "een
shockerend aantal burgers" hebben verdreven. "Het is behoorlijk
walgelijk", aldus De Mello. Hij sprak van verwoestingen op grote
schaal, van ontvolkte dorpen en van "spooksteden" als gevolg van de
verdrijving van Kosovaren. "De situatie in Kosovo is erger dan men zich
kan voorstellen in zo'n soort conflict." In Noord-Albanië kwamen
dit weekeinde grote groepen mannen uit Kosovo aan die twee tot vier
weken geleden door de Serviërs uit vluchtelingenkonvooien zijn
gehaald en vervolgens gevangen werden gezet. Veel mannen waren nog
geboeid toen ze de grens overkwamen. Medisch onderzoek wees uit dat
velen verwondingen hadden en dat de mannen systematisch moeten zijn
uitgehongerd. De mannen zeiden dat de Serviërs hen dwongen met
stokken tegen elkaar te vechten, dat ze elke dag werden geslagen op de
handen, de nieren en de knieën en dat de Serviërs bij hun
patrouilles groepen van vijftig Albanezen aan elkaar geklonken voor hun
pantserwagens uitdreven, als menselijk schild. De mannen werden
vastgehouden in een gevangenis in Smrekonica. Daar zouden tweeduizend
Kosovaarse mannen vastzitten.
De VN concludeerden in een gisteren verschenen rapport dat vrouwen in
Kosovo het slachtoffer zijn van veelvuldige verkrachting. Onderzoek
onder vluchtelingen heeft uitgewezen dat Servische soldaten groepen van
vijf tot dertig Albanese vrouwen wegvoerden en hen uren- en soms
dagenlang verkrachtten. De vrouwen kregen te horen dat ze levend zouden
worden verbrand als ze zich verzetten. Veel vrouwen werden na de
verkrachtingen alsnog vermoord. Dit weekeinde is een recordaantal
Kosovaren de grens met Macedonië overgekomen: zaterdag
vijfduizend, zondag negenduizend en gisteren zesduizend. Tot twee keer
toe kwam het tot een conflict tussen de VN-hulporganisatie UNHCR en de
Macedonische autoriteiten. De eerste keer verhinderde de UNHCR een
poging van de Macedonische politie om de grens te sluiten, de tweede
keer voorkwam ze dat de Macedoniërs Kosovaren tegen hun wil
overbrachten naar Albanië. De regering in Skopje noemde de
incidenten later "misverstanden". (Reuters, AP, AFP)