Diplomatie worstelt op vele fronten met plan
G8
Er werd deze week
véél gepraat over de Kosovo-crisis, op veel plaatsen en
op veel niveaus. Maar doorbraken bleven uit. En intussen gingen de
bombardementen door, net als de 'etnische zuivering'.
Door onze redacteuren BIRGIT DONKER
en PETER MICHIELSEN
BRUSSEL, ROTTERDAM, 22 MEI. De diplomatie meanderde deze week heel wat
af: langs Moskou en Helsinki, langs Noordwijk en Washington, langs
Belgrado, Brussel, Bari en Bonn - er werd veel overlegd in de Kosovo-
crisis. Maar bereikt werd weinig. En gebombardeerd werd ook deze week
weer zonder pauze.
De tekst op tafel is die van de G8, de zeven rijkste industrielanden in
de wereld en Rusland, die op 6 mei een plan overlegden met zoveel open
vragen dat alle inspanningen nog niet hebben geleid tot de klaarheid
die nodig is om de tekst te vertalen in een VN-resolutie waarmee
Belgrado onder druk kan worden gezet.
Het plan van de G8 voorziet in de beëindiging van het geweld en de
repressie in Kosovo, de legering van een "effectieve internationale
civiele en veiligheidsaanwezigheid" met steun van de VN, de vorming van
een interimbestuur over Kosovo met steun van de Veiligheidsraad, de
terugkeer van vluchtelingen en de toegang van hulporganisaties, het
begin van een politiek proces voor autonomie voor Kosovo op basis van
het akkoord van Rambouillet en de ontwapening van het Kosovo
Bevrijdingsleger UÇK.
De belangrijkste vragen waarover de NAVO en Rusland het niet eens kunnen
worden betreffen de aard van en het commando over de
'veiligheidsaanwezigheid' waarvan het plan rept. De NAVO eist de
leiding van een militaire vredesmacht op. Rusland was daar aanvankelijk
fel tegen, maar stelt nu de voorwaarde dat Belgrado moet instemmen met
de aard van en het commando over de vredesmacht. Dat is een heel kleine
koerscorrectie, die weinig hoop biedt op een doorbraak. Het liefst wil
Rusland een uit Russen bestaande vredesmacht, waaraan andere landen
zouden kunnen deelnemen. Maar dat vindt geen genade in de ogen van de
NAVO. Alleen over de voorlopige werknaam voor de troepenmacht, KFOR
(analoog aan SFOR in Bosnië), doet niemand moeilijk. Verwijzend
naar Shakespeare zei NAVO-woordvoerder Jamie Shea: "What's in a name, a
rose by any other name would be as sweet." Het tweede grote punt is de
vraag in welke volgorde de punten in het G8-plan moeten worden
gerealiseerd. Rusland wil dat de eerste stap bestaat uit een
stopzetting van de bombardementen. De NAVO wil dat eerst de
Veiligheidsraad een resolutie aanneemt waarmee Belgrado moet instemmen
en dat een zichtbaar begin wordt gemaakt met een troepenaftocht uit
Kosovo voordat de bombardementen worden stopgezet. Tien uur lang spraken
deze week de gezanten Tsjernomyrdin (namens Rusland), Ahtisaari (namens
de EU) en Talbott (VS) over de zaak zonder eruit te komen. Nog langer
bespraken ambtenaren van de G8 in Bonn over dezelfde kwestie, met
hetzelfde gebrek aan resultaat. Volgende week wordt verder gepraat, ook
met de Joegoslavische leider Slobodan Milosevic, die dinsdag
Tsjernomyrdin weer op bezoek krijgt.
Tsjernomyrdin verpersoonlijkt, met zijn veronderstelde (maar onbewezen)
invloed op Milosevic voorlopig de hoop op een doorbraak. Brussel kwam
deze week een beetje uit de richting van de internationale diplomatie
te liggen. Toch was het op het NAVO-hoofdkwartier een komen en gaan van
bewindslieden die hun zegje kwamen doen. De Britse minister Cook liet
weten de inzet van grondtroepen niet uit te sluiten. De Duitse
bondskanselier Schröder vond dat de ingeslagen weg van het
luchtoffensief gevolgd moet bijven worden en noemde de inzet van
grondtroepen 'ondenkbaar'. De Italiaanse premier D'Alema bepleitte een
bombardementspauze zodra de G8 het eens is over een VN-resolutie, om
Belgrado de kans te geven daar positief op te reageren. De NAVO bleef
bij monde van Shea volhouden dat de luchtaanvallen pas stoppen als
Milosevic heeft voldaan aan de vijf voorwaarden die hem bij aanvang van
de luchtaanvallen zijn gesteld, waaronder een controleerbaar staakt-
het-vuren en de instemming met een internationale vredesmacht in
Kosovo.
Het debat over de inzet van vechtende grondtroepen (in tegenstelling tot
een vredesmacht die pas ná een akkoord in actie zou komen) wordt
inmiddels dringender, omdat de internationale gemeenschap de Albanese
vluchtelingen vóór de winter wil laten terugkeren naar
Kosovo. Dat betekent dat uiterlijk volgende maand moet worden begonnen
met het verzamelen van de benodigde troepen, wat zo'n zes weken zou
duren, zodat ze in augustus aan het werk kunnen.
Secretaris-generaal Solana gaf vier weken geleden opdracht de bestaande
plannen voor grondtroepen voor Kosovo te actualiseren. NAVO-militairen
hebben nu berekend dat zo'n 45.000 soldaten nodig zijn voor een
troepenmacht die zich niet naar binnen hoeft te schieten. Dat is 17.000
man meer dan voorzien in het vredesplan van Rambouillet. Meer troepen
zijn nodig, omdat er inmiddels veel meer vluchtelingen zijn die veilig
naar huis moeten worden begeleid. Ook zijn meer genietroepen nodig voor
het herstellen van (door de NAVO gebombardeerde) infrastructuur en
wordt verwacht dat de militairen taken moeten uitvoeren van de politie
en van het burgerlijk bestuur. Een van de verwachte problemen: claims
op woningen en grond zullen nauwelijks controleerbaar zijn, omdat veel
vluchtelingen alle documenten is ontnomen. Gevreesd wordt ook dat de
Joegoslavische autoriteiten, die de grenscontrole in Kosovo willen
blijven uitvoeren, vluchtelingen zonder paspoort aan de grens zullen
tegenhouden. " Dat spelletje komt er aan", voorspelt een NAVO-diplomaat.
"De Serviërs zeggen nu dat er maar 800.000 Albanezen waren."
Volgens de VN-hulporganisatie UNHCR zijn er echter tussen maart vorig
jaar en afgelopen donderdag 914.423 Kosovaren over de buitengrenzen van
Kosovo gevlucht of verdreven.