Voor val Milosevic is meer nodig dan wat protesten
Uit Servië komen berichten
over protesten tegen het beleid van Milosevic. De NAVO reageert
verheugd: het ziet de kansen keren. De vreugde lijkt evenwel voorbarig.
Door onze redacteur PETER MICHIELSEN
ROTTERDAM, 21 MEI. De ouders van soldaten uit Krusevac in het zuiden
van Servië protesteren tegen de legering van hun zoons in Kosovo.
Die zoons deserteren en masse en keren naar huis terug. De burgers van
de stad Aleksandrovac gaan kwaad de straat op. Lokale leiders in Cacak
geven Slobodan Milosevic de schuld van de oorlog. In Nis wordt
gesputterd tegen Milosevic en de Montenegrijnse president Milo
Djukanovic zei gisteren dat Milosevic op weg is naar "een lamentabel
einde".
De NAVO is blij met al deze signalen: het is het begin van het eind van
Milosevic, zo kunnen de reacties van het bondgenootschap worden
samengevat. In het begin van de oorlog stonden de Serviërs als
één man achter het regime. Nu knagen de twijfels, slaan
de meningen om en beginnen soldaten weg te lopen. Staat Milosevic op
vallen? De wens lijkt de vader van de gedachte: om Slobodan Milosevic
ten val te brengen is meer nodig dan wat boze protesten van verontruste
ouders of oppositiepolitici.
Verontruste ouders van recruten zijn niet nieuw in Joegoslavië. Ze
zijn er geweest sinds de desintegratie van 1991 uitliep op bloedige
oorlogen in Kroatië en Bosnië. Telkens weer protesteerden
moeders zonder dat dat enige consequentie had, noch voor de inzet van
hun zoons, noch voor het bewind. De desertie van soldaten is
onheilspellender, maar Westerse deskundigen hebben nog geen serieus
signaal van demoralisatie van soldaten of politiemannen in Kosovo
kunnen ontdekken en 'het geval-Krusevac' lijkt apart te staan: de
recruten uit die stad namen de benen na berichten over mishandeling van
hun demonstrerende ouders door de politie. De NAVO probeert tot
desertie aan te zetten door pamfletten met oproepen in die richting af
te werpen en zegt dat veel reservisten en recruten onderduiken om de
dienst te ontlopen. Aan de andere kant blijkt evenwel tweederde van de
opgeroepen reservisten gewoon op te komen.
Ook met boze burgemeesters en notabelen kan Milosevic leven. Steden als
Nis en Cacak zijn sinds de fel omstreden verkiezingen van eind 1996 in
handen van de oppositionele Democratische Partij. Die burgemeesters en
notabelen zijn sowieso tegen Milosevic, al jaren, dus hun protesten
zijn niet per se een signaal van kerende kansen of kantelende meningen.
De Democratische Partij stelt landelijk zelfs in vredestijd weinig voor
en is niet in het parlement vertegenwoordigd. Al met al vallen de
protesten - van verontruste ouders en andere opposanten - volledig in
het niet bij de massa-betogingen van honderdduizenden burgers in
Belgrado en andere Servische steden in de winter van 1996-1997, die
Milosevic dwongen tot ernstige concessies, maar die niet leidden tot
zijn val. Uiteindelijk hebben die massa-protesten niets opgeleverd.
Het door zijn criticus Djukanovic geregeerde Montenegro is een lastiger
probleem voor de Joegoslavische leider. Hij weet dat hij zich niet
zonder bloedvergieten van Djukanovic kan ontdoen en moet dus met de
constante kritiek uit Podgorica zien te leven. Maar aan de andere kant
wordt Djukanovic meer bedreigd door Milosevic dan omgekeerd, al was het
maar door de aanwezigheid van het Joegoslavische leger in Montenegro.
Nog kan Milosevic in de door zijn bewind volledig gecontroleerde media
worden afgeschilderd als de man die de Joegoslavische territoriale
integriteit met succes verdedigt, de NAVO weerstaat en Kosovo voor de
Serviërs heeft gered. ("Het is een eer voor ons de aanvallen van
zo'n machtig bondgenootschap af te slaan", zei hij vorige maand tegen
het Slowaakse blad Praca). Voor veel Serviërs verwezenlijkt
hij zelfs een oeroude Servische droom door Kosovo te ontdoen van de
zeer onbeminde Albanezen. Het ziet er niet naar uit dat de meesten van
die Serviërs fundamenteel anders over hem zijn gaan denken dan een
paar weken geleden.