Geld alleen helpt Balkan niet
Stoel Joegoslavië blijft symbolisch leeg in Sarajevo
In Sarajevo is gisteren het Stabiliteitspact voor de Balkan ondertekend. In Bosnië hebben miljarden dollars tot dusver niet geleid tot een multi-etnische samenleving, maar wel tot hulpverslaving. Ditmaal worden voorwaarden gesteld aan de hulp.
Door onze correspondent RENÉE POSTMA
SARAJEVO, 31 JULI. Één stoel bleef symbolisch leeg tijdens de historische topconferentie in Sarajevo. Joegoslavië is niet welkom bij het Stabiliteitspact voor de Balkan zolang Milosevic er de dienst uitmaakt. De Serviërs kunnen de komende winter hooguit rekenen op een beetje brandstof om de ergste kou te weren. Meer zit er niet in, tenzij ze er natuurlijk in slagen om Milosevic voor de winter weg te krijgen.
De Russen zijn het met deze opstelling fundamenteel oneens, maar zagen er in Sarajevo op het laatste moment vanaf om de slotverklaring te blokkeren.
"Ik blijf tegen de keus tussen Milosevic of hulp", bromde de Russische premier Stepasjin na afloop. Maar de Russen tekenden vervolgens braaf, omdat het Stabiliteitspact voor de Balkan tenslotte vrede en veiligheid in Zuidoost-Europa gaat brengen.
Na afloop van de historische topconferentie in de ijshal van het voormalige Olympische complex in Sarajevo was de sfeer opgetogen. Er was een duidelijke slotverklaring tot stand gekomen, er waren geldbedragen genoemd en de leiders van de landen van Zuidoost-Europa was een duidelijk plan voorgelegd. En wat misschien nog het belangrijkste was: iedereen was gekomen. De presidenten van de Verenigde Staten en Frankrijk, de premier van Groot-Brittannië en Nederland, de Duitse bondskanselier - tevens initiatiefnemer van het Stabiliteitspact - en vele, vele anderen.
"Je kunt allerlei dingen bedenken waarom het niet goed zou gaan, maar de vastberadenheid die uit de komst van al deze mensen hier vandaag spreekt, en waar ze het over gehad hebben en waar iedereen elkaar dus weer aan kan herinneren, dat vindt ik heel betekenisvol", reageerde staatsecretaris Benschop, die minister van Aartsen van buitenlandse zaken verving, na afloop.
De topconferentie in Sarajevo, die donderdag vooraf werd gegaan door een bijeenkomst van regionale leiders, was bedoeld om een keerpunt te markeren. Van bijna tien jaar van bloedige conflicten rond het Joegoslavië van Slobodan Milosevic naar het tijdperk van na de NAVO bombardementen. Van de tijd van machteloze diplomatieke offensieven van de internationale gemeenschap naar een toekomst van gemeenschappelijke wederopbouw van een gebied dat door alle betrokkenen als ronduit lastig wordt ervaren.
De keuze voor Sarajevo was niet alleen symbolisch voor het recente geweld, maar vooral ook voor de historische moeilijkheidsgraad van het gebied. Geen spreker liet de gelegenheid voorbij gaan om te herinneren aan de Eerste Wereldoorlog die uitbrak nadat in Sarajevo de Habsburgse kroonprins in 1914 om zeep werd geholpen door een Servische nationalist. Twee wereldoorlogen en vijftig jaar communisme later is van enige samenhang op de Balkan nauwelijks meer sprake, anders dan langs etnische lijnen: Albanezen in Kosovo, Macedonië en Albanië die het liefst samen in één land zouden willen wonen; Serviërs die hun droom van een Groot Servië langzaam maar zeker in rook hebben zien opgaan; Hongaren die hun droom over het herstel van een Groot Hongarije alleen maar in hun diepste binnenste durven koesteren.
Het Stabiliteitspact biedt de landen op en rond de Balkan een duidelijk mechanisme om uit de vicieuze cirkel van etnische haat en geweld te komen. Geld op zich helpt niet, heeft de ervaring geleerd. Bosnië heeft sinds het vredesverdrag van Dayton miljarden dure dollars gekregen voor de wederopbouw, maar het beoogde doel van een multi-etnische samenleving is niet gehaald. Serviërs, Moslims en Kroaten blijven in hun eigen gemeenschappen leven. Niemand weet hoe het verder moet wanneer de donorgelden - motor van de Bosnische economie - ooit zouden wegvallen.
Daarom heeft de internationale gemeenschap aan nieuwe steun voor de Balkan terecht duidelijke voorwaarden verbonden. "Pas als je laat zien dat je onderling kunt samenwerken, valt er te praten over verdere integratie in Europa", was de keiharde boodschap. En dat viel de regeringsleiders en staatshoofden van de straatarme Balkanlanden niet mee. Ze staan voorlopig met lege handen, al is het geld in de verte wel degelijk zichtbaar.
De bedragen die de Nederlandse premier Kok in Sarajevo noemde - een half miljard gulden per jaar - en die de Amerikaanse president Clinton liet vallen - anderhalf miljard gulden - liegen er niet om. Zodra de betrokken landen met plannen komen, kunnen ze op geld rekenen. Geld om wegen aan te leggen, geld om het bedrijfsleven op te starten, geld om aan democratie en transparantie te werken.
Het Stabiliteitspact voor de Balkan biedt de landen daarom wel degelijk iets nieuws. Nieuwe perspectieven, maar vooral ook nieuwe verantwoordelijkheden. Wie een idee heeft kan onmiddellijk terecht bij de Duitse diplomaat Hombach - Europese coördinator van het pact - die aanstaande september een eerste inventarisatie wil houden aan een regionale ronde tafel.