NAVO kán geen grondtroepen sturen
Niet alleen de politieke wil ontbreekt om NAVO-grondtroepen naar Kosovo te sturen, ook in de praktijk is het een vrijwel onmogelijke zaak, vindt A.J. van Vuren.
De luchtaanvallen van de NAVO moeten Milosevíc dwingen het dictaat van Rambouillet te ondertekenen, maar daar ziet het tot op heden nog niet naar uit. Tegelijkertijd worden de Albanezen in Kosovo op grote schaal vermoord of verdreven. Velen vragen zich met toenemende verontwaardiging af waarom de NAVO geen grondtroepen inzet om de Albanezen daadwerkelijk te beschermen, want luchtaanvallen doen dat niet.
De cultuurhistoricus Thomas H. von der Dunk aarzelt bijvoorbeeld niet om grondtroepen van de NAVO niet alleen naar Kosovo te sturen, maar hij wil die zelfs tot voor de poorten van Belgrado laten opmarcheren (NRC Handelsblad, 27 maart). Maar het is één ding om vanuit de leunstoel op hoge toon de inzet van grondtroepen te eisen, het is iets heel anders om feitelijk in de Kosovaarse modder te gaan vechten. Waarom zou een soldaat uit Nederland of uit de Verenigde Staten zijn of haar leven wagen voor de vrede en veiligheid in Kosovo? Gaat het om het voortbestaan van Nederland, respectievelijk de Verenigde Staten? Wie wil er ook maar één boterham minder eten om Kosovo?
Daarentegen vindt Von der Dunk het normaal dat Servische soldaten niet voor hun land willen sneuvelen: ,,Dat de eerste dienstplichtigen zich al in een psychiatrische kliniek hebben laten opnemen om uitzending naar het front te voorkomen, maakt duidelijk dat niet alle Serviërs gestoord zijn.'' Dus een Servische soldaat is gestoord als hij de integriteit van zijn belaagde land en daarmee een fundamenteel belang van zijn land wil verdedigen, maar onze soldaten mogen zich van Von der Dunk laten verminken of doden om die vermaledijde Milosevíc eens een lesje in humanitair gedrag vis à vis zijn Albanese onderdanen bij te brengen. Ik denk dat Von der Dunk meer weet van culturen uit het verleden dan van de hedendaagse cultuur in het Westen; die bereidheid is er noch bij het grote publiek, noch bij de regeringen van de NAVO-landen. De ministers Albright en Van Aartsen hebben dat onomwonden verklaard.
Kortom, er gaapt een enorme kloof tussen wat het spraakmakende deel der natie belijdt over vrede, veiligheid en de rechten van de mens en wat het volk ervoor over heeft. Onze politici kunnen die kloof niet overbruggen. Dat is hun niet kwalijk te nemen, wel dat zij daar niet eerlijker over zijn.
Maar los van het feit dat wij geen grondtroepen in willen zetten, kunnen wij dat onder de gegeven omstandigheden ook helemaal niet. Een blik op de kaart leert dat Kosovo niet aan zee grenst en voorzover grondtroepen niet door de lucht worden aangevoerd moeten zij door Montenegro, Albanië en/of Griekenland en Macedonië. Thessaloniki heeft een goede haven en vandaar loopt een goede weg door Griekenland en Macedonië. Maar die landen zullen, gezien hun opstelling tot dusver, vrijwel zeker niet willen meewerken. Montenegro zal zeker ook geen toestemming geven en er is bovendien een aanzienlijke Servische troepenmacht gelegerd. Aldus lijkt alleen Albanië in aanmerking te komen, maar dat land beschikt nauwelijks over de infrastructuur voor het verzamelen van een troepenmacht van ten minste 100.000 man en de daarop volgende verplaatsing naar Kosovo, om over de logistieke ondersteuning maar te zwijgen. Gesteld dat de NAVO omstreeks deze tijd grondtroepen in Kosovo had willen inzetten, dan zouden de voorbereidingen daartoe ongeveer drie maanden geleden begonnen moeten zijn. Het is dus feitelijk uitgesloten om op dit moment of in de naaste toekomst tot gesynchroniseerde inzet van grond- en luchtstrijdkrachten te komen. Grondtroepen hebben nu eenmaal veel meer voorbereidingstijd nodig dan luchtstrijdkrachten.
Maar was het dan wel verstandig om luchtaanvallen op Joegoslavië te beginnen wanneer wij grondtroepen niet willen en althans in de huidige context niet kunnen leveren? De feiten waren als volgt: Milosevíc was al met een langzame etnische zuivering begonnen, hij zwichtte niet voor diplomatieke druk of militaire dreigementen en de NAVO zou bij niet-ingrijpen haar geloofwaardigheid verliezen met alle gevolgen voor haar toekomstige rol in dit deel van de wereld van dien.
De politieke cohesie van de NAVO was en is zwak; het is nu al moeilijk om de rijen met Italië en Griekenland gesloten te houden. De publieke opinie in de NAVOlanden is lauw gestemd over militair ingrijpen. Een oorlog tegen Milosevíc met grond- en luchtstrijdkrachten zat er niet in.
De NAVO en met name de Verenigde Staten hebben een grote technologische voorsprong op het gebied van kruisvluchtwapens en gevechtsvliegtuigen, waar de Serviërs nauwelijks een antwoord op hebben. Dus koos men voor luchtaanvallen. Daarmee kon men met betrekkelijk geringe risico's Milosevíc gevoelige klappen toebrengen en hem tot inschikkelijkheid bewegen. Een dergelijke campagne vanuit de lucht duurt zeker drie weken tenzij Milosevíc eerder opgeeft. Maar terwijl de luchtaanvallen amper begonnen zijn, verwachten sommigen nu al resultaat.
Milosevíc kan tegen de luchtaanvallen weinig doen en daarom vecht hij terug door Kosovo versneld etnisch te zuiveren. Los van de morele aspecten zitten hier allerlei praktische consequenties aan vast. Allereerst creëert Milosevíc als het hem meezit een crisis in één of meer buurlanden zoals Macedonië, waardoor de NAVO voor nieuwe problemen komt te staan. Voorts wordt de NAVO gedwongen de Servische grondstrijdkrachten en moordende bendes vanuit de lucht aan te vallen vóórdat de Servische luchtverdediging volledig is uitgeschakeld. Het maakt onze vliegtuigen kwetsbaar, hetgeen kan leiden tot grotere verliezen die de NAVO zich gezien de politieke cohesie en de publieke opinie maar in geringe mate kan veroorloven. Bovendien kunnen de luchtstrijdkrachten de in gang gezette etnische zuiveringen en moordpartijen niet effectief bestrijden. Dat zal wegens het ‘CNN-effect' weer kritiek oproepen in de landen van de NAVO; nu al zijn er commentatoren zoals Marcel van Dam en Mient Jan Faber die niet in de eerste plaats de Serviërs de schuld geven van de wandaden die nu in Kosovo plaatshebben maar de NAVO. Wanneer je Milosevíc heet, moet dat tot tevredenheid stemmen.
De NAVO zal met de kaarten moeten spelen die zij heeft en dat zijn langdurig volgehouden luchtacties die zeker het potentieel hebben Milosevíc op de knieën te brengen. Dat zal de Albanese Kosovaren echter nu niet helpen, maar hopelijk wel op termijn. De uitkomst staat echter niet vast.
Gegeven die omstandigheden is het van belang de NAVO te steunen in plaats van met laatdunkende kritiek Milosevíc in de kaart te spelen. We zijn tenslotte in oorlog, en onze F16-piloten wagen hun leven. Een beetje steun vanuit de makkelijke leunstoel kan geen kwaad.
A.J. van Vuren is generaal-majoor bd.