NIEUWS  TEGENSPRAAK  SUPPLEMENT  DOSSIERS  ARCHIEF  ADVERTENTIES   SERVICE


Kosovo Conflict

Nieuws

Achtergrond

Nasleep

Conflict

Vluchtelingen

Etnische zuivering

Internet en Media

Links

Gevolgen van de NAVO-bombardementen voor Europa

De Joegoslaven komen


Het bestaan in Joegoslavië is na de NAVO- bombardementen nog kariger dan het al was. De groep van onafhankelijke Joegoslavische economen, de 'Groep 17', pleit voor snelle hulp. Anders zullen honderdduizenden Joegoslaven elders in Europa hun heil gaan zoeken.

Door Renée Postma

Het beeld bevroor op 9 april toen de Zastava autofabrieken in Kragujevac voor het eerst getroffen werden door NAVO-bommen. Aan het plafond van de assemblagehal hangen een stuk of tien Yugo's roerloos in de lucht. De Joegoslavische personenautootjes zijn bijna klaar. De achterlichten zitten er al op. Nog een paar meter en ze waren af geweest. Het zal er niet meer van komen. Sinds 12 april, toen een tweede raketaanval volgde, ligt het grootste deel van de fabriek in puin en kraken de losgeslagen metaalplaten in de wind.

Hier en daar scharrelen nog wat arbeiders in blauwe overalls tussen het puin. Zij ruimen op, leggen wat nog bruikbaar is op grote hopen: kabels bij kabels, buizen bij buizen, ventielen bij ventielen etc. Het meeste is inmiddels 'opgeruimd', maar achter in de spuiterij ligt alles nog kriskras door elkaar. Niemand is hier nog binnen geweest omdat het vermoeden bestaat dat er giftige stoffen zijn vrijgekomen.

Slobodan Milosevic, de opzichter, heeft zachte, droevige bruine ogen. "Ja er worden vaak grapjes gemaakt over mijn naam, maar daar ben ik wel aan gewend. " Hij leidt het zoveelste gezelschap journalisten over de puinhopen van de centrale stookgebouwen. Stukken verwrongen en deels gesmolten staal markeren de plek van het 'epicentrum', de plaats waar enkele van de in totaal 21 raketten insloegen. Hier stonden enorme boilervaten die niet alleen het Zastava fabriekscomplex, maar ook een groot deel van de stad verwarmde, die vlak buiten de poort van het terrein begint. De boilervaten liggen nu als lek geschoten Jules Verne- achtige onderzeeërs op een binnenplaats te roesten. Milosevic en de andere mannen op de binnenplaats zijn de fase van verbijstering al voorbij. Toen ze midden april voor het eerst naar binnen mochten, wisten ze niet wat ze zagen. "Alles was kapot."

Nu gaat het erom de zaak zo snel mogelijk weer aan de praat te krijgen. Een buitenstaander ziet alleen vernieling en verwoesting, maar Milosevic ziet stukken staal, verbindingsstukken en draadjes die best op elkaar passen. "Op 15 oktober begint hier het stookseizoen. Als we de komende weken iets van geld zouden kunnen krijgen kunnen we tenminste de verwarming weer aan de praat krijgen. Kennis hebben we genoeg, het is allemaal een kwestie van geld."

Milosevic is een van de weinige werknemers van de roemruchte Zastava fabrieken die tenminste nog werk heeft. Al krijgt hij daarvoor niet meer dan een paar tientjes per maand. Op een enkeling na zijn de dertigduizend werknemers van de verzamelde metaalbedrijven die onder de naam Zastava opereren, naar huis gestuurd.

Zastava werd gebombardeerd omdat het complex in de ogen van de NAVO deel uitmaakte van de militaire industrie in Joegoslavië. Een beoordeling die volgens Miloslav Djordjevic, directeur van de autofabriek, nergens op slaat. , ,Wij hebben gevraagd waarom de autofabriek kapot moest en het antwoord was omdat we auto's maakten voor politie en leger. Maar het zijn gewone personenauto's. Op die manier kun je net zo goed een bakkerij bombarderen omdat die brood maakt dat misschien door een soldaat gegeten wordt." Djordjevic, die net van de Joegoslavische regering enkele tientallen miljoenen dollars beloofd heeft gekregen om zijn bedrijf weer op te starten, ontkent in alle toonaarden dat zijn fabriek deel zou uitmaken van het Joegoslavische militair-industriële complex. Zelfs de Zastava wapenfabriek die een eindje verderop staat zou alleen maar sport- en jachtgeweren en pistolen maken. "Hier is zeker niet uit militaire overwegingen gebombardeerd", concludeert Djordjevic enigszins suggestief. Het is een veel gehoorde theorie in Servië dat de bombardementen weinig met Kosovo van doen zouden hebben gehad, maar alles met "belangen" van Westerse industrieën die zich op de Joegoslavische puinhopen zouden willen komen vestigen.

Kostadina Stankovic heeft weinig aan dit soort samenzweringstheorieën. Ze zit op een muurtje te kijken naar het dagelijks anti-Milosevic protest dat in haar stad wordt gehouden. Meedoen kan ze niet, ze heeft bloedarmoede en kan niet lang staan. Tot voor kort werkte ze in de wapenfabriek. Negentien jaar lang heeft ze het metaal bewerkt voor wat als een van de betere pistolen van de wereld geldt.

Toen op 9 april de eerste raketten insloegen was er al niemand aan het werk. De aanval was verwacht. Maar in het flatje van Kostadina op nog geen driehonderd meter van de inslagen kwam de klap hard aan. Haar dochters van 19 en 25 raakten hysterisch. Ze hebben de nacht op straat doorgebracht. Een van de dochters heeft nog steeds paniekaanvallen. Ze heeft waarschijnlijk ook een schildklierafwijking opgelopen en moet van de dokter medicijnen slikken. Kostadina zelf kampt met hartkloppingen en zou ook pillen moeten slikken, maar de noodzakelijke medicijnen zijn er niet, en als ze er wel waren dan zou ze die niet kunnen kopen. Ze heeft geen werk meer en krijgt nu maandelijks 285 dinar, wat neerkomt op nog geen dertig gulden. Ze eten brood, aardappelpuree en een beetje zomergroente. Ze koopt bij een winkeltje onderin haar flat op de pof.

De elektriciteitsrekening kan ze al in geen maanden meer betalen. Ze staat al voor 1.000 DM in het krijt bij het energiebedrijf en verwacht dat de stroom binnenkort zal worden afgesloten. Kostadina's echtgenoot Slobodan (de naam is kennelijk erg populair in Kragujevac) is taxichauffeur. Met een soort gelaten woede vertellen ze dat ze tien jaar geleden met elkaar een paar duizend DM per jaar verdienden. Ze hadden een goed leven en konden zich reizen naar het buitenland veroorloven. Met Milosevic kwam de economisch neergang: de Joegoslavische federatie viel uit elkaar, het resterende Joegoslavië werd in de ban gedaan met economische sancties en elk jaar gingen Kostadina en haar man er verder op achteruit. De Zastava wapenfabriek was al maanden voordat de NAVO-bombardementen begonnen het toneel van grote sociale onrust. Er werd regelmatig gestaakt.

De econoom Ljubomir Madzar maakt er geen geheim van dat zijn land straatarm is. "In tien jaar tijd is het gemiddeld inkomen per hoofd van de bevolking met vijftig procent verminderd. In 1989 was het nog ongeveer drieduizend dollar per jaar, aan de vooravond van de bombardementen was dat nog maar vijftienhonderd dollar." Ter vergelijking roept Madzar in herinnering dat de grote economische crisis van de jaren 1929-1933 in de Verenigde Staten slechts een terugval van 25 procent te zien gaf. Het gemiddeld inkomen per hoofd van de bevolking is sinds de bombardementen nog verder gezakt. De econoom verwacht dat het nu zelfs onder de 1.000 dollar per jaar ligt.

Madzar maakt deel uit van de groep prominente, onafhankelijke Joegoslavische economen verenigd in de 'Groep 17' (www.g17.org.yu). Samen berekenen ze de economische schade ten gevolge van de NAVO- bombardementen op 29,6 miljard dollar (zie tabel). De vernielingen in Kosovo en de ecologische gevolgen van de bombardementen zijn daar om verschillende redenen nog niet in opgenomen. Zonder hulp van buiten, zegt de Groep 17, heeft Joegoslavië zeker 15 jaar nodig om het productieniveau van vorig jaar te halen. En dat was al niet veel, want voor de oorlog hadden ze al uitgerekend dat het land 25 jaar nodig zou hebben om het productieniveau van 1989 te halen. Alles bij elkaar opgeteld komen de onafhankelijke economen tot de conclusie dat Joegoslavië op dit moment veertig jaar achterligt op het niveau van 1989. Een catastrofale ontwikkeling die niet gekeerd kan worden "zonder een combinatie van radicale hervormingen binnenslands en massieve buitenlandse financiële hulp". En dat is niet alleen in het belang van Joegoslavië, vindt de Groep 17, die zich fel verzet tegen de opstelling van o.a. de Verenigde Staten en Europa dat Joegoslavië geen cent krijgt zolang Slobodan Milosevic er de dienst uitmaakt. Ook het Westen zelf heeft het grootste belang bij de wederopbouw. Als er niets gebeurt zal er "tegen het einde van dit jaar een enorme golf economische emigranten over het Westen spoelen. Geen enkele visumregeling, grenscontrole of embargo zal kunnen verhinderen dat honderdduizenden inwoners een beter heenkomen zoeken en voorgoed uit Joegoslavië vertrekken." De Groep 17 wijst ook op het belang van Joegoslavië in de Zuidoost-Europese infrastructuur (zie kader). "Ten gevolge van de vernielde bruggen over de Donau hebben veel Donaulanden enorme verliezen geleden. Alternatieve transportroutes kosten minstens 3 keer zoveel. In plaats van de aanleg van een nieuwe corridor door Roemenië en Bulgarije, is de reconstructie van de pan-Europese autoweg door Servië veel goedkoper. Hetzelfde geldt voor spoorwegen, olie- en gaspijpleidingen."

En dan is er nog de kwestie van de afzetmarkt. "De landen van Zuidoost-Europa zijn een belangrijke afzetmarkt voor de Westerse landen en Servië is een belangrijke regionale markt. Uitsluiting van Joegoslavië zou ernstige verliezen kunnen veroorzaken in heel Zuidoost-Europa, wat weer gevolgen heeft voor de export van Westerse landen naar deze regio." De onafhankelijke economen proberen met economische argumenten te overtuigen; Vojin Dimitrijevic, een van de politieke leiders van de Burgeralliantie en directeur van het Mensenrechten Centrum in Belgrado, heeft politieke argumenten. "Het belangrijkste is nu om een weg te vinden om de alternatieve politieke beweging ook bij het Stabiliteitspact te betrekken. En dat kan best door ons bijvoorbeeld mee te laten doen aan de tafel waar gesproken wordt over mensenrechten.'Als het begin er maar is, zal de rest langzaam openbreken, meent Dimitrijevic. "Onder druk van de buurlanden, door voorzichtig een einde te maken aan de sancties, door eventuele buitenlandse investeringen aan hele duidelijke controles te onderwerpen, door de regering te dwingen om de wetgeving van de laatste jaren - niet alleen de wetgeving die er tijdens de oorlog is doorgejaagd - te herroepen. Dat zijn de belangrijkste ingrediënten." Met deze boodschap heeft Dimitrijevic het hele conferentiecircuit afgereisd dat aan de grote top in Sarajevo voorafging. Maar een uitnodiging voor Sarajevo zelf heeft hij niet. Reden voor collega Vesna Pesic, oud voorzitster van de Burgeralliantie, en eveneens onvermoeibaar mensenrechtenactivist, om de vrees uit te spreken dat het Westen "Joegoslavië met Milosevic en met de puinhopen laat zitten."

NRC Webpagina's
29 JULI 1999


    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC Handelsblad