Grondtroepen hadden oorlog voorkomen
Als het Westen tussen 1991 en
1994 was opgetreden zoals nu in Kosovo, was deze oorlog ons bespaard
gebleven, meent H.J.A. Hofland.
In zijn artikel van 28 juni op deze pagina legt Kees Versteegh een
aantal columnisten op zijn snijtafel. Het gaat hem om degenen die het in
de loop van de Joegoslavische oorlog bij het verkeerde eind hebben
gehad, en dan vooral, hoe ze nu over deze opinies denken. Een soort
zuivering dus. De Britse krijgshistoricus John Keegan heeft zich
voorbeeldig gedragen door "ruiterlijk toe te geven" dat hij zich heeft
vergist. Hij en anderen hebben geschreven dat in het algemeen een oorlog
niet met bombardementen alleen te winnen valt (dat had de geschiedenis
bewezen). Zo zou het ook noodzakelijk zijn in deze oorlog grondtroepen
te gebruiken om "Milosevic op de knieën te brengen". Aan het eind
van zijn verhandeling schrijft Versteegh dan over de 'intellectuele
euthanasie' van Keegan c.s. als een daad die "een diabolisch soort
schoonheid" heeft. Ik zou er geen commentaar op hebben, als Versteegh
niet ook mij in zijn anatomische les had betrokken.
Versteegh volgend, begin ik met de controverse over de grondoorlog. Of
die 'wenselijk' of 'noodzakelijk' zou zijn geweest, weet ik niet. Ik ben
geen militaire deskundige. Maar ik was en ben er wel zeker van dat een
grondoorlog om Kosovo politiek onmogelijk is. Zo'n oorlog zou
hoofdzakelijk door Amerikaanse troepen moeten worden gevoerd. Daarvoor
is geen meerderheid in het Congres te vinden, en er is geen president
die zich eraan waagt. Het politiek complex dat de grondoorlog
verhindert, heb ik beschreven als 'de binnengrenzen van de NAVO'. Het
blijft trouwens niet tot Amerika beperkt. Ieder stadium van de
beschaving laat zich onder meer herkennen aan de manier van oorlog
voeren. Bij ons sneuvelt men niet meer aan het front maar in het
verkeer, bij het stappen en op schoolpleinen, schreef ik ongeveer.
Als het Westen voor de oorlog kiest, moet het dus wel bombarderen. En
dan is er een anti-parallel: terwijl de sneuvelbereidheid is afgenomen,
is de wapentechnologie zeer snel vooruit gegaan. De precisie op lange
afstand is tot een geloofsartikel geworden. Niet alleen wil men niet
meer sneuvelen, het hoeft ook niet meer zoals nu is bewezen.
Van 1991 af heb ik me bij de gebeurtenissen in Joegoslavië
betrokken gevoeld. Van de verwoesting van Mostar tot het beleg van
Sarajevo en de catastrofe van Srebrenica ben ik een 'interventionist'
geweest. Sterke aanwijzingen zie ik in het feit dat Karadzic en Mladic
nog altijd vrij rondlopen.
Begin december 1996 heb ik me vergist. Het was in de tijd dat de
oppositie tegen Milosevic avond aan avond de straat opging. Ik heb toen
gedacht dat de Joegoslavische dictator een lot als dat van zijn
Roemeense collega Ceauçescu te wachten stond, hoewel ik daarbij
geen interventie van het Westen verwachtte. Ik eindigde mijn column als
volgt: "In Belgrado moet men het zelf opknappen. Adembenemende
televisie." Dat is het gebleven zolang het heeft geduurd.
In de loop van 1998 kon niemand zich nog vergissen: Milosevic was in
Kosovo met ouderwetse zuiveringen bezig. In een column in juni van dat
jaar vroeg ik me af wat de fameuze Europese intellectuelen aan het doen
waren. In de Koude Oorlog was er het Russell-tribunaal dat zich uitsprak
over oorlogsmisdaden. Dat oordeelde eenzijdig - toegegeven - maar als
'model' zou het zijn verdiensten kunnen hebben. De Amerikaanse columnist
William Pfaff stelde voor dat het Westen Kosovo zou erkennen, en noemde
een aantal precedenten. Wie weet had dit alles zijn nut gehad, maar het
is er niet van gekomen.
De machtigste man ter wereld was verwikkeld in een seksschandaal en de
hele wereld volgde de verwikkelingen op de voet. Dit alles liet geen
tijd voor serieuze buitenlandse politiek. Pas nadat het
impeachment op niets was uitgelopen werd Kosovo herontdekt. De
zuiveringen waren inmiddels al bijna een jaar in volle gang. Het eerste
resultaat was Rambouillet. Milosevic die zich herinnerde hoe het bij
vorige gelegenheden was gegaan, lapte de conferentie aan zijn laars. Het
einde van Rambouillet ontnam het Westen, dat wil zeggen Washington,
vrijwel alle ruimte tot verder onderhandelen. Milosevic werkte van harte
mee door verder te zuiveren. Misschien was er nog één
kans: de Russische premier Primakov was op weg naar Washington om zich
kredieten voor zijn bijna failliete economie te verwerven. Was dit voor
de Amerikanen niet de grondslag van een onderhandelingspositie? Toen
Primakov halverwege was, vielen de eerste bommen. Hij ging terug naar
Moskou. Pas weken later zijn de Russen in het spel teruggekeerd, en
toen hebben ze hun belangrijke rol gespeeld.
Heeft Washington verwacht dat Milosevic na een twee weken bombarderen
ervan overtuigd zou zijn dat het deze keer tot het bittere einde zou
gaan? Onwaarschijnlijk. Het Pentagon liet weten dat er gebrek aan bommen
dreigde. De Duitsers, de Italianen en de Grieken aarzelden. Aan Joschka
Fischer is het te danken dat het gebrekkig voorbereide politieke front
niet is gescheurd. En verder hebben de Russen de operatie gered door
zich diplomatiek steeds verder van Milosevic te distantiëren. Op 31
maart zag het er voor de NAVO niet opgewekt uit. "Het aanstaande
resultaat zoals zich dat nu aftekent, is de overwinning van Milosevic op
de puinhopen van Kosovo", schreef ik. Ja, zo zag het er toen uit.
En aan puinhopen is nu (op 29 juni) geen gebrek. Of we operatie
Allied Force nog 'humanitair' kunnen noemen? Het lijkt me een
verwatering van het woord.
Tot slot citeer ik mijzelf uit een artikel op deze pagina van 29 maart;
twee voorspellingen. "Scenario 1: Milosevic verslaat zichzelf door zijn
bezetenheid, zijn etnische zuiveringen, moordpartijen. Mogelijkerwijs
redt hij zijn positie en luistert naar de Russen die een chaos op de
Balkan ook niet kunnen gebruiken. Hij blijft leider van een volk dat
meer dan ooit verlangt naar revanche. Hij wordt de tweede Saddam.
Scenario 2: de luchtaanvallen gaan door tot de Servische strijdkrachten
zijn verslagen. Het verzet daartegen neemt toe, ook binnen de NAVO. Maar
tenslotte gebeurt toch wat gewenst was: gaat in zijn eigen oorlog ten
onder, enigszins volgens het model-Hitler."
Aan Versteegh laat ik de keus welk scenario zijn voorkeur heeft. Dit
antwoord is geen intellectuele euthanasie van diabolische schoonheid.
Beschouw het als een levensteken.
H.J.A. Hofland is columnist van NRC Handelsblad.