'De zigeuners waren nog erger dan de
Serviërs'
In Mitrovica worden de huizen
van zigeuners massaal geplunderd: zij zouden de Serviërs hebben
bijgestaan bij de verdrijving van Albanezen. De Serviërs zelf
hebben zich opgesloten in hun stadsdeel, niet bereid voor de Albanezen
te wijken.
Door onze redacteur PETRA DE KONING
MITROVICA, 29 JUNI. Seniha Etemi (28) is alleen achtergebleven in de
zigeunerwijk van Mitrovica in het noorden van Kosovo. Ze zit op de stoep
voor haar huis, plukt zwarte haartjes van haar kin en grinnikt - nergens
om. Albanese jongens lopen door haar straat, ze dragen kasten,
koelkasten en gasfornuizen. Huizen die ze leeggehaald hebben, worden in
brand gestoken. " Wij doen terug wat de zigeuners ons hebben aangedaan",
zegt Aslan Peci (22). , ,Ze hadden wapens, ze roofden onze huizen leeg
en brandden ze af. Zij waren erger dan de Serviërs, het was een
feest voor hen."
Vorige week vluchtten de meeste zigeuners van Mitrovica naar het
noordelijke deel van de stad. Daar hebben de Serviërs van de stad
zich teruggetrokken. De wijk van de zigeuners ligt in het Albanese deel
van de stad. Franse KFOR-soldaten staan op de brug die de delen van de
stad met elkaar verbindt en houden de Serviërs en Albanezen uit
elkaar. Zigeuners die achterbleven werdendoor de Albanezen weggejaagd.
Alleen Seniha Etemi bleef voor haar huis zitten, grinnikend, om niets:
ze is niet helemaal goed bij haar hoofd. Saniha Etemi krijgt nu eten
van de Franse KFOR-militairen. Die staan met één tank in
de brandende wijk. Dat huizen en winkels worden leeggeroofd, vijftig
meter verderop, zien ze niet. De Fransen zijn druk bezig journalisten te
registreren die de brandende zigeunerwijk in willen. "Voor het geval
jullie niet terugkomen." Plunderende Albanezen - ook vrouwen, kinderen
en oude mannen - vermijden de straat met de Franse tank, ze lopen met
hun buit door kleine straatjes de wijk uit.
Afgelopen weekend dreigden Albanezen het Servische stadsdeel binnen te
trekken. In dat stadsdeel zijn de meeste winkels, en alleen daar zijn
nu bakkerijen open. De Serviërs van Mitrovica hebben besloten dat
ze niet vluchten, zoals Serviërs elders in Kosovo. Ze houden
actie-vergaderingen in restaurant Vojvoda. "We hebben ons
georganiseerd, zegt Nikola Ralevic (23), student, "wij laten ons niet
wegjagen." Dag en nacht staan de Serviërs bij de brug om de
Albanezen tegen te houden, alleen Albanese vrouwen met een
boodschappentas worden soms toegelaten. Albanese mannen werden in
elkaar geslagen toen ze eind vorige week probeerden de brug over te
gaan. Het lukte de Fransen nauwelijks nog om de twee groepen uit elkaar
te houden. Ze vreesden vooral de demonstratie van Albanezen die was
aangekondigd voor het weekend. Hashim Thaçi, leider van het
Kosovo Bevrijdingsleger UÇK en premier van de zelf-benoemde
regering van Kosovo, was onder Franse KFOR-begeleiding naar Mitrovica
gekomen om de Albanezen te kalmeren. Ze moesten ophouden met
demonstreren en dreigen, zei hij. "Iedereen die dat wil, mag in Kosovo
wonen."
Maar ook zijn eigen tolerantie kende grenzen. Een van de Albanezen in de
demonstratie schreeuwde naar hem: "Waarom laat jij Russen toe in
Kosovo?" Een ander riep: "Waarom sluit je overeenkomsten met de
Serviërs?" Thaçi maakte, bijna onmerkbaar, een beweging met
zijn hoofd naar de twee mannen. De lokale commandant van het UÇK
zag het gebaar en begreep het onmiddellijk: hij arresteerde de twee, ze
werden geboeid afgevoerd. De Fransen zagen niets van de arrestaties.
KFOR-commandant Pierrick Rio, die de gebeurtenissen volgde vanaf de
brug, was na afloop erg tevreden: "Er waren geen incidenten, we hebben
alles volledig onder controle."
Bij een andere toegangsweg tot het Servische deel van de stad hebben
Servische mannen een eigen checkpoint ingericht, naast een Franse KFOR-
tank. Ze zitten op een terras in de buurt en drinken bier. Als er een
auto langs komt, houden ze die tegen. Ze zeggen dat ze van de politie
zijn en doorzoeken de auto. " Zolang ze geen geweld gebruiken doen we
niks", zegt een Franse militair die erbij staat, "Wij beschermen de
wijk tegen het UÇK", zegt Nenad Bojzic, een van de
Serviërs. "De Fransen, daar hebben we niks aan." En als de
Serviërs gewapende UÇK-soldaten aantreffen in de auto's die
ze tegenhouden? Bojzic grijnst: "Dan zijn de Fransen in de buurt.
Daarom staan we hier."