'Etnische zuivering in Zuid-Servië'
Druk op Milosevic stijgt snel in Servië
BELGRADO, 29 JUNI. In
Servië groeit de druk op de Joegoslavische president Milosevic om
af te treden. In Belgrado zijn echter geen tekenen te zien dat Milosevic
zich van die druk iets aantrekt.
In Kosovo uitten leiders van de Servisch-orthodoxe kerk gisteren felle
kritiek op Milosevic. Bij de herdenking van de Slag op het Merelveld van
28 juni 1389, waarbij de Serviërs hun historische nederlaag tegen
de Turken leden, herinnerde patriarch Pavle aan Milosevic' historische
toespraak op de 600ste verjaardag van die slag, gisteren tien jaar
geleden. Ditmaal, zo merkte Pavle op, ontbraken de Servische leiders bij
de herdenking op het Merelveld. "Ditmaal is er geen huichelachtigheid.
De goddeloze leiders nemen niet deel [aan de herdenking]." De
geestelijke leider van de Serviërs in Kosovo, bisschop Artemije,
zei: "Dankzij het beleid [van Milosevic] wonen er geen Serviërs
meer in de Krajine [in Kroatië], wonen er geen Serviërs meer
in Slavonië [in Oost-Kroatië], wonen er geen Serviërs
meer in westelijk Bosnië en wonen er in Servië 600.000
vluchtelingen voor wie niet wordt gezorgd." Artemije stelde Milosevic
verantwoordelijk voor het geweld van de laatste maanden tegen de
Albanezen èn voor de wraakacties van de Albanezen tegen de
Serviërs van dit moment. De leider van de Kosovo-Serviërs,
Momcilo Trajkovic, liet zich in dezelfde zin uit. Als Milosevic niet
aftreedt, zo zei hij, is Kosovo voor altijd voor de Serviërs
verloren.
Vanaf vandaag wil de Servische oppositie, verenigd in de Alliantie voor
Verandering, gaan betogen tegen Milosevic en vóór
vervroegde verkiezingen en persvrijheid. De demonstraties gaan ook door
als de politie ze verbiedt. Vandaag wil de oppositie in de stad Cacak de
straat op gaan. In Belgrado eiste gisteren een groep van vijftig
prominente intellectuelen het aftreden van Milosevic. Een groep
kunstenaars eiste het herstel van de persvrijheid. De enige
onafhankelijke vakbond in Servië schaarde zich eveneens achter het
streven, Milosevic tot aftreden te dwingen.
Niets in Belgrado wijst erop dat het bewind gevoelig is voor die eisen.
De gecontroleerde massamedia blijven Milosevic prijzen om zijn wijsheid.
De decreten die op grond van de staat van oorlog zijn uitgevaardigd
tijdens de oorlog tegen de NAVO worden in snel tempo omgezet in
wetsamendementen, waardoor de overheid ondanks de opheffing van de staat
van oorlog de samenleving kan blijven controleren. In een van die
amendementen werden veel produkten extra belast om het leger te kunnen
betalen. Een ander decreet, op grond waarvan alle openbare bijeenkomsten
werden verboden, is nog steeds niet opgeheven.
Vanuit het zuiden van Servië komen berichten over de etnische
zuivering van het grensgebied met Kosovo. De afgelopen dagen worden
Albanezen die aan de Servische kant van de grens leven massaal gedwongen
hun dorpen te verlaten. De Albanezen uit de dorpen Suharnë,
Ramabuqë, Qarr, Zarbincë en Muhoc zijn naar de regio van
Kamenica in Kosovo verdreven. In veel dorpen zouden Serviërs de
woningen van de verdreven Albanezen in brand hebben gestoken.
In Kosovo zelf is het Kosovo Bevrijdingsleger UÇK begonnen de
wapens in te leveren bij de vredesmacht KFOR, op grond van het recente
akkoord dat met KFOR is gesloten. Van nu af aan mogen UÇK-
soldaten geen uniformen meer dragen en mogen ze alleen nog wapens dragen
in bepaalde gebieden. Hun commandanten mogen worden vergezeld door
maximaal drie militairen die alleen niet-automatische wapens mogen
hebben. (Reuters, AFP, AP)