UÇK 'vergat' zware wapens in te
leveren
PRISTINA, 28 JULI. Duitse
soldaten van de vredesmacht KFOR hebben gisteren in Kosovo een groot
illegaal wapendepot van het Kosovo Bevrijdingsleger UÇK gevonden.
Het UÇK heeft na de vondst laten weten dat het was "vergeten" de
wapens in te leveren.
In het dorp Kusnin, twaalf kilometer van Prizren, troffen de KFOR-
militairen twee zware machinegeweren, 150.000 kogels, 900
mortiergranaten en tientallen anti-tankmijnen aan - genoeg, zo zei een
KFOR-woordvoerder, om een peloton uit te rusten. Deze wapens hadden
uiterlijk midden vorige week ingeleverd moeten zijn, op grond van
afspraken met KFOR.
Het UÇK gaf toe dat het zijn wapens waren die in Kusnin zijn
aangetroffen. Volgens een woordvoerder van het Bevrijdingsleger hadden
de wapens inderdaad ingeleverd moeten zijn, maar was men het wapendepot
in Kusnin gewoon vergeten. KFOR heeft laten weten genoegen te nemen met
die verklaring. Het feit dat de wapenopslagplaats in Kusnin niet werd
bewaakt, spreekt volgens woordvoerders van de vredesmacht voor de lezing
van het UÇK.
De commandant van KFOR, de Britse generaal Sir Michael Jackson, had zich
eind vorige week tevreden getoond over de mate waarin het UÇK
zich aan de afspraken over de inlevering van wapens houdt. Algemeen
wordt evenwel aangenomen dat het UÇK niet alle zware wapens heeft
ingeleverd.
In Denemarken is gisteren een huurling aangehouden op de verdenking
tijdens de oorlog om Kosovo in dienst van de Serviërs
oorlogsmisdaden te hebben begaan. De 26-jarige Deen, wiens identiteit
niet is vrijgegeven, werd in Roskilde opgepakt en voorgeleid in
Rödding. Hij ontkende in Kosovo burgers te hebben vermoord, maar
gaf toe soldaten van het UÇK te hebben gedood. In een gesprek met
een krant had de man eerder echter erkend bij de campagne van 'etnische
zuiveringen' betrokken te zijn geweest en in het kader daarvan rond
twintig UÇK-strijders en burgers te hebben vermoord, onder wie
vrouwen en kinderen. "Ik heb diverse gezinnen gedood. De lijken heb ik
met benzine overgoten en in brand gestoken", zo zei de man tegen
Extra Bladet. De Deen maakte in Kosovo deel uit van een
huurlingengroep waartoe verder Russen, Polen, Finnen en Hongaren
behoorden. De man was zelf naar de krant gestapt, "uit woede over de
Serviërs", die zijn geld - vierhonderd mark en tweeduizend dollar -
zouden hebben gestolen. Hij was zonder een cent op zak naar huis
teruggekeerd. De mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch heeft
gisteren het resultaat van een onderzoek naar een door de Serviërs
aangericht bloedbad gepubliceerd. Het speelde zich in april af in twee
dorpen in het Drenicagebied in Centraal-Kosovo. In een van de dorpen
sloten ze 47 dorpelingen, onder wie 23 kinderen, op in een kamer,
gooiden er een handgranaat naar binnen en vuurden vervolgens hun
machinegeweren op de Kosovaren leeg. Slechts zes mensen overleefden de
slachtpartij. Later schoten de Serviërs in een nabijgelegen dorp
alle 23 mannen van een Albanese familie dood. (Reuters, AFP, AP)