Vlajko Stojiljkovic
Op 10 april 1997 werd in een
restaurant in Belgrado Radovan Stojicic vermoord toen hij een pizza zat
te eten. De moord joeg als een schokgolf door het politieke
establishment van Belgrado, want Radovan Stojicic, alias Bada, was
minister van Politie van Servië.
Hij was belast met de persoonlijke
bewaking van de familie Milosevic en was dik bevriend met Milosevic'
zoon Marko. Daar kwam nog bij dat dit niet de eerste mafia-achtige moord
op een mafia-achtige politicus uit de kleine elite rond Milosevic was.
De daders van beide moorden zijn overigens nooit gepakt. Een tweede
schokgolf, van andere aard, volgde kort daarop toen Badza's opvolger als
Politieminister bekend werd: Vlajko Stojiljkovic. Hij was tot dan als
chef van de Servische Kamer van Koophandel alleen opgevallen door zijn
felle en niet aflatende verzet tegen economische hervormingen. De
schokgolf werd vooral veroorzaakt door het feit dat niemand zich kon
voorstellen hoe een zakenman als politieminister kon voldoen. De
benoeming werd verklaard uit het feit dat hij afkomstig was uit
Pozarevac, de geboortestad van Milosevic, en als zodanig deel uitmaakte
van de 'Pozarevac-clan'. De benoeming viel zó slecht dat bij het
ministerie een aantal hoge ambtenaren aftrad uit protest.
Als minister van Binnenlandse Zaken van Servië (sinds maart vorig
jaar) is Stojiljkovic verantwoordelijk voor de speciale politie, die in
Kosovo het vuile werk van de etnische zuivering uitvoert. Die
politiemacht staat bekend als absoluut loyaal aan Milosevic en zijn
regime. De politiemacht is zó goed bewapend dat zij het eventueel
kan opnemen tegen het leger.