NIEUWS  TEGENSPRAAK  SUPPLEMENT  DOSSIERS  ARCHIEF  ADVERTENTIES   SERVICE


Kosovo Conflict

Nieuws

Achtergrond

Nasleep

Conflict

Vluchtelingen

Etnische zuivering

Internet en Media

Links

Slobodan Milosevic verantwoordelijk voor acht jaar oorlog

Een dader voor en achter de schermen


Slobodan Milosevic is alleen aangeklaagd wegens misdaden in Kosovo. Maar aan die oorlog gingen er nog twee vooraf. Een beknopt 'daderprofiel'.

Door onze redacteur PETER MICHIELSEN

ROTTERDAM, 28 MEI. Slobodan Milosevic wordt algemeen gezien als hoofdverantwoordelijke voor de desintegratie van het oude Joegoslavië en de daaruit voortvloeiende oorlogen in Kroatië en Bosnië.

Als president van Joegoslavië heeft Milosevic formeel maar zeer beperkte bevoegdheden. Maar in de dertien jaar waarin hij nu regeert, hebben formele bevoegdheden in zijn drie opeenvolgende functies - partijleider, president van Servië en president van Joegoslavië - maar weinig te betekenen gehad: in elk van die drie functies is hij de werkelijke leider van Servië en later Joegoslavië geweest. De macht van Milosevic berust niet op de letter van de wet en de staatsinrichting maar op een uitgebreid netwerk, waarin vertrouwelingen op sleutelfuncties in de politiek en de economie de richtlijnen van Milosevic uitvoeren. De vier medebeklaagden van Milosevic zijn zulke sleutelfiguren - trouwe uitvoerders van zijn besluiten.

In Kosovo is Milosevic, federaal staatshoofd en in die functie lid van de oppermachtige Defensieraad verantwoordelijk voor de oorlogvoering van het federale leger. Strikt formeel heeft hij niets te maken met het optreden van de speciale politie in Kosovo, maar in de praktijk kan die tot de tanden bewapende strijdmacht van etnische zuiveraars geen stap verzetten zonder zijn instemming: de formeel verantwoordelijken, de commandanten en de Servische leiding, zijn vertrouwelingen van de president.

Inzake Kroatië was Milosevic als president van Servië hoe dan ook in hoge mate verantwoordelijk voor het geweld dat door de Kroatische Serviërs en door het Joegoslavische Volksleger (JNA) werd ontketend tegen de Kroaten, toen die zich midden 1991 van de Joegoslavische Federatie afscheidden. Formeel en juridisch had hij noch met de Kroatische Serviërs noch met het JNA iets van doen: de eersten opereerden formeel gezien op eigen initiatief, het laatste viel als federale instantie juridisch onder de zeggenschap van het Joegoslavische staatspresidium waarvan Milosevic geen lid was. Maar uit vele bronnen, zoals de memoires van Borisav Jovic, indertijd namens Servië lid van dat staatspresidium en Milosevic' stroman, is later duidelijk geworden dat het Milosevic was die niet alleen de acties van het leger, maar ook die van de milities van de Kroatische Serviërs vanaf het begin tot het eind toe heeft geregisseerd en gecoördineerd. Dat geldt ook voor de meedogenloze vernietiging van de stad Vukovar, eind 1991. De grootste afzonderlijke oorlogsmisdaad die door de Serviërs werd aangericht was 200-voudige moord op de patiënten uit het plaatselijke ziekenhuis na de val van de stad.

In de Bosnische oorlog trok Milosevic vanaf begin 1992 tot ten minste midden 1993 aan de touwtjes: hij had de Bosnische Serviërs aan het lijntje en bepaalde van een afstand het beleid. Onder zijn politieke verantwoordelijkheid vallen aldus de omsingeling en bloedige beschieting van Sarajevo en de etnische zuivering van grote delen van Bosnië door de Bosnische Serviërs, de inrichting van detentiekampen als die in de regio rond Prijedor, en de verdrijving van honderdduizenden moslims en Kroaten. Na april 1993 is de politieke verantwoordelijkheid voor de misdrijven van de Bosnische Serviërs minder duidelijk: in die maand stemde Milosevic in met het Vance-Owen-vredesplan, dat evenwel door de leiders van de Bosnische Serviërs werd afgewezen. De onenigheid leidde tot een breuk tussen Belgrado en Pale die nooit meer is geheeld, ook al zijn er talrijke, zeer harde aanwijzingen dat Milosevic de zaak van de Bosnische Serviërs in het geheim financieel en materieel is blijven steunen (zonder die steun hadden ze de oorlog niet kunnen voortzetten) en zelfs dat het bloedbad van Srebrenica, waar in juli 1995 7.000 moslimmannen zijn vermoord, zonder zijn instemming niet zou hebben plaatsgevonden. Milosevic heeft bovendien de Serviërs, die in staat van beschuldiging zijn gesteld wegens oorlogsmisdaden, steeds beschermd en asiel verleend. Bij de oorlogen in Kroatië en Bosnië vielen in totaal naar schatting 260.000 doden.

NRC Webpagina's
28 MEI 1999

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC Handelsblad