NIEUWS  TEGENSPRAAK  SUPPLEMENT  DOSSIERS  ARCHIEF  ADVERTENTIES   SERVICE


Kosovo Conflict

Nieuws

Achtergrond

Nasleep

Conflict

Vluchtelingen

Etnische zuivering

Internet en Media

Links

`Tudjman schuldig: moord, deportatie'

De Kroatische president Franjo Tudjman is verantwoordelijk voor de bloedige oorlog tussen Kroaten en moslims in Centraal-Bosnië van 1993-1994. Dat zei gisteren aanklager Gregory Kehoe voor het Joegoslaviëtribunaal in zijn slotpleidooi tegen de Bosnisch-Kroatische generaal Tihomir Blaskic.


DEN HAAG, 27 JULI. Kroatische moordpartijen en massale deportaties van moslims in Centraal-Bosnië, die een hoogtepunt vonden in de lente van 1993, waren uiteindelijk te wijten aan de ,,obsessie'' van Tudjman met de annexatie van delen van Bosnië, aldus Kehoe. De HDZ, de nationalistische Bosnisch-Kroatische partij, was slechts een instrument van Zagreb.

De campagne tegen de moslims maakte deel uit van een politiek plan ,,ontwikkeld in corridors van de macht in Zagreb, Kroatië, door president Franjo Tudjman en zijn politieke vrienden'', zei Kehoe. Hij noemde Mate Boban, de `president' van het Kroatische deel van Bosnië, die in 1997 overleed, en diens vice-president Dario Kordic, die in Den Haag gevangenzit.

De aanval op Tudjman komt op een moment dat de relatie tussen Kroatië en het Joegoslaviëtribunaal zeer gespannen is. Hoofdaanklager Arbour wil Kroatië voor de Veiligheidsraad dagen wegens de onwil om twee verdachten uit te leveren. Eerder leverde Kroatië wel een aantal verdachten uit, onder wie Kordic, zij het na een heldenafscheid. Zeker na de dagvaarding tegen de Joegoslavische president Milosevic wordt er in de media druk gespeculeerd over een dagvaarding tegen zijn Kroatische evenknie Tudjman.

Tudjman wordt ook verantwoordelijk gehouden voor de verdrijving van honderdduizenden Kroatische Serviërs uit de Krajina in 1995.

De Bosnisch-Kroatische generaal Tihomir Blaskic wordt beschuldigd van twintig misdaden tegen de menselijkheid en schendingen van het oorlogsrecht, die samen levenslang kunnen opleveren. Blaskic was kolonel in het Bosnisch-Kroatische leger HVO in het stadje Vitez toen in de Kroaten in de lente van 1993 bloedige slachtpartijen aanrichtten in de omringende moslimdorpen, waaronder Ahmici. Zelf nam hij daar geen deel aan: Blaskic wordt aangesproken op zijn verantwoordelijkheid als commandant. Toen Blaskic in 1995 door het tribunaal werd gedagvaard, promoveerde Tudjman hem.

Blaskic zegt zelf geen controle te hebben gehad over de Kroatische paramilitaire bendes die rond Vitez actief waren en alles in het werk te hebben gesteld om excessen te voorkomen. De aanklager toonde evenwel aan dat Blaskic, zowel in de zaak-Ahmici als bij het gebruik van moslims als menselijk schild, niets heeft gedaan om de schuldigen te bestraffen. Ook dat maakt deel uit van zijn `bevelsverantwoordelijkheid'.

De zaak-Blaskic begon op 24 juni 1997. Een voorname reden voor de extreem lange duur van zijn proces is dat de aanklager er veel aan is gelegen om aan te tonen dat de oorlog tussen de moslims en Kroaten een internationaal gewapend conflict was, waarop de Geneefse Conventie van toepassing is. Dat zou een belangrijk precedent zijn in toekomstige zaken met Kroatische of Bosnisch-Kroatische verdachten. Daarom is het proces-Blaskic indirect ook een proces-Tudjman.

Aanklager Kehoe refereerde gisteren aan de ontmoeting tussen Tudjman en de Servische president Milosevic in het oude jachthuis van Tito in 1991, waar de opdeling van Bosnië zou zijn geregeld. Ook werd de Britse politicus Paddy Ashdown opgeroepen, die getuigde hoe een beschonken Tudjman bij een diner in 1995 op een servetje uittekende hoe de opdeling in zijn werk zou gaan.

Tegen Blaskic werd ondermeer Bob Steward opgeroepen, een Britse commandant van de vredesmacht UNPROFOR, wiens woedende reactie op de massamoord in Ahmici de wereldpers haalde. Hij zei niet te twijfelen aan de schuld van de HVO, en daarmee van Blaskic. De Britse verslaggever en parlementariër Martin Bell noemde Blaskic een ,,correct officier'''. (AP, Reuters)

NRC Webpagina's
27 JULI 1999

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC Handelsblad